De Palestijnse Mandela – column Ya’akov Almor

Almor

Komende donderdag vlieg ik na een maand bij mijn lief in Spanje te zijn geweest, weer naar huis. Toen ik eind april rechtstreeks naar Madrid vloog, kon ik niet vermoeden dat ik een paar weken later dagenlang aan de Israëlische radio, tv en digitale media zou zijn gekluisterd om de ontwikkelingen in Israël op de voet te volgen. Na de afkondiging van het staakt-het-vuren, vorige week, luisterde ik op Reshet Bet – de Israëlische evenknie van Radio 1 – naar de persconferentie van premier Benjamin Netanyahu en de minister Benny Gantz van Defensie.

Zoals te verwachten viel claimde de premier de overwinning. Hij gaf Hamas te kennen dat in de volgende ronde, mocht Hamas zo dom zijn die te instigeren, de klappen harder dan ooit zouden zijn. Gantz deed aanvakelijk niet onder voor Netanyahu, maar vervolgde de wens uit te spreken dat we nu toch eindelijk eens tot een politieke oplossing zouden moeten komen, en dat deze laatste, meest desastreuse, en ook de duurste militaire ‘actie’ wellicht de laatste zou mogen zijn. From his lips to God’s ears.

Ik moest terugdenken aan een gesprek dat ik in 1993 met een Amerikaanse collega, onder het genot van een goed glas, op het strand van Tel Aviv had. Een jaar later zou Nelson Mandela president van Zuid-Afrika worden. “Welke leider,” vroeg hij, “is aan de Palestijnse kant in staat de impasse tussen de Israëli’s en de Palestijnen te doorbreken? Ik begrijp goed dat er met Arafat weinig te bereiken valt. Maar er moeten toch een jongere generatie bestaan die Realpolitik kan bedrijven?” Ik noemde de naam van Marwan Bargouthi. “Weliswaar geen Mandela, maar wel een realist. Ik hoop dat hij een centrale rol gaat spelen. Jong, goed opgeleid, en geen deel van de corrupte Fatah-bende,” zei ik.

Intussen zijn we bijna 25 jaar verder. Bargouthi gooide gedesillusioneerd in 2000 het roer om en werd een van de leiders van de geweldadigde Tweede Intifada. Hij werd in 2002 gearresteerd en veroordeeld tot vijf consecutieve levenslange celstraffen voor het orchestreren van verscheidene dodelijke aanslagen in Israël. Sindsdien zit hij achter slot en grendel in de Ramongevangenis, in Zuid-Israël. Ik rijd er vaak langs. Bargouthi is er echter niet minder zichtbaar door geworden. Meer dan zestig procent van de Palestijnen gelooft dat Bargouthi bij de – wederom – uitgestelde verkiezingen voor het Palestijnse parlement en het presidentschap, de ideale opvolger van president Abbas zou kunnen zijn.

Zou Bargouthi een Palestijnse Mandela kunnen worden?

In zijn artikel uit 2017, ‘The Myth of the Palestinian Mandela‘. spreekt Dexter van Zile daarover zijn twijfels uit:

‘Het is duidelijk dat het Mandela’s grote prestatie was geweld en haat om te zetten in het genereuze verlangen naar vrede en verzoening. Een Palestijnse Mandela zou hetzelfde moeten doen. Hij zou de bereidheid en het vermogen moeten tonen om de Palestijnen te laten afzien van hun pogingen om Israëlische Joden te vermoorden, te demoniseren, te beledigen, te vernederen en te intimideren, te laten zien om hun vaderland te verlaten of, behoudens dat, zich te laten onderwerpen aan de Arabische en islamitische dominantie. Tot dusver heeft het Palestijnse leiderschap op zijn zachtst gezegd onwil getoond om dit te doen, en Barghouti is geen uitzondering’.

Van Zile legt er de nadruk op dat Bargouthi vooral met religieuze tegenstand te maken zou krijgen als hij zich als een verenigende Palestijnse leider zou opwerpen – met de goedkeuring van het Israëlische politieke establishment.

‘In de Palestijnse context zou een toekomstige Mandela te maken krijgen met religieuze, zo niet met raciale kwesties. Veel zogenaamde vredes- en rechtvaardigheidsactivisten willen ons doen geloven dat de belangrijkste obstakels voor vrede de Joodse aanspraken op de Westelijke Jordaanoever zijn, maar de echte uitdaging is het islamitische suprematie. De Palestijnse elite oefent macht uit vanwege haar bereidheid om op zijn minst een lippendienst te bewijzen aan deze suprematie. Dit is hoe Yasser Arafat aan de mach kwam en bleef, en hoe Abbas president van de Palestijnse Autoriteit is gebleven’.

Ik ben juist vanwege de grote steun die Bargouthi in de Westbank geniet optimistischer. Het grootste obstakel zal niet de Palestijnse steun zijn die hij geniet, maar de tegenstand die een Israëlische regering thuis, van religieus extremistische kant, zal ondervinden. Maar hoop doet leven. De meerderheid van de Israeli’s staat nog altijd open voor een tweestatenoplossing. Net als Menachem Begin er meer dan veertig jaar geleden in slaagde zijn rechtse regering en parlement aan zijn kant te krijgen in het vredesprocess met Egypte, zal de brede rechtse regering die binnenkort ongetwijfeld aantreedt – onder wie dan ook – een kans maken opnieuw geschiedenis te schrijven.

From my lips to God’s ears.

Lees ook:
Het nieuwe poldergevoel – column Ya’akov Almor

‘Het is alweer bijna vier jaar geleden dat ik in familie-, vrienden- en kennissenkring meedeelde dat ik vanuit Herzliya zou verhuizen naar Mitzpe Ramon, een woestijndorp in het hart van de Negev. De reacties varieerden van opgetrokken wenkbrauwen en hopeloos hoofschudden tot verklaringen over vormen van verstandsverbijstering. Later begreep ik die reacties wel, vooral omdat ik, zeer zelfingenomen, had benadrukt dat de beslissing al na een verblijf van slechts één lang weekend in het dorp gevallen was…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » De Palestijnse Mandela – column Ya’akov Almor