Demonstreren, een recht zonder grenzen? – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

Kort geleden was er een sobere herdenking op de Dam ter nagedachtenis van de vijftig neergeschoten biddende moslims in Christchurch. Het was een zeer geslaagde manifestatie met ruim driehonderd aanwezigen, waar burgemeester Femke Halsema sprak en waar ik namens het Overlegorgaan Joden , Christenen en Moslims (OJCM) ook iets mocht zeggen.
Helaas werd de bijeenkomst gekaapt door een klein groepje pro-Palestijnse demonstranten, die weigerden gehoor te geven aan het verzoek van de organisatoren om de plek helemaal vooraan en midden vóór het podium te verlaten. Hun demonstratie werd zo in de media, tot ongenoegen van alle sprekers, ineens veel belangrijker dan de eigenlijke herdenking. Dat kwam mede doordat de NOS-cameraploeg alleen beelden van hun gezwaai met Palestijnse vlaggen uitzond.

Dit alles roept meer en meer de vraag op: Hoe zat het ook alweer met het demonstratierecht?
In artikel 7 van onze grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is het recht op demonstreren verankerd. Mag je dus alles zeggen en doen? Mag je een demonstratie als middel gebruiken om een andere groep burgers als ongewenst weg te zetten, te beledigen of te kwetsen? Bij mij en vele anderen is de indruk groeiende dit er op het demonstratierecht in Nederland geen grenzen zijn. En als je je zin niet krijgt ga je van kwaad tot erger.

Alsof er geen beperkingen zouden zijn, Alsof dit recht boven alle andere rechten uitstijgt.

Het doordraven van bepaalde demonstranten is echter onjuist, omdat hetzelfde artikel 7 al een beperking inhoudt: je mag je gedachten uiten behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Bovendien verbiedt diezelfde Grondwet in artikel 1 uitdrukkelijk discriminatie.

De Nationale ombudsman heeft een uitvoerig rapport geschreven over demonstreren, dat de indruk zou kunnen bevestigen dat het demonstratierecht nagenoeg onbeperkt is. De titel van dit rapport, ‘Schurende grondrechten’, duidt haarscherp wat er aan de hand is. De ombudsman oordeelt daarin dat het grondrecht om te demonstreren geen onderdeel mag zijn van de belangenafweging rondom openbare orde en veiligheid. Hij uit daarmee kritiek – zou je als snelle lezer kunnen vaststellen – op de burgemeesters die niet het recht om te demonstreren aantasten, maar die wel – en naar mijn mening terecht – stellen dat zij uit veiligheidsoogpunten moeten bepalen waar een geplande demonstratie doorgang mag vinden

Een paar voorbeelden waar dat het éne recht schuurt tegen het andere recht:

–     Voetbalhooligans met hun ‘Hamas , Hamas Joden aan het gas’.
–     Varkenskoppen die bij moskeeën worden gelegd.
–     Afbeeldingen van de profeet Mohammed met een baby tussen zijn benen en daarnaast de tekst: ‘kinderneuker’.

Onlangs in Den Haag: een protestacties van de anti-islambeweging PEGIDA bij een moskee werd door burgemeester Pauline Krikke toegestaan op het Malieveld maar niet vóór die moskee. Maar toen werd ’s ochtends vroeg wel die schunnige pop vlak bij de ingang van de moskee gezet. Het zit niet mee.

In Amsterdam wil het ook nog niet echt vlotten. Om de pro-Israël-activisten en de pro-Palestijnse demonstranten op de Dam uit elkaar te houden, ligt er nu een verordening waarbij Pro-Palestijnen drie uur lang op de ene zondag mogen staan, en pro-Israël-enthousiastelingen drie uur lang op de andere zondag. Het idee lijkt vooralsnog nog niet erg geslaagd, want door wie en hoe vaak, moet – gezien de jarenlange animositeit – dit worden gecontroleerd?

Grondrechten houden elkaar in evenwicht en dat kan stevig schuren, maar gelukkig leven we in Nederland in een democratie. We leven met een trias politica; in gewoon Nederlands ‘de scheiding der machten’. Een van de wezenlijke kenmerken is dat de grens ook bij schurende grondrechten door de rechter wordt vastgesteld. Waar het ene recht met het andere recht botst of een grens overschrijdt is aan de rechter. De rechter is volstrekt onafhankelijk van regering en politieke partijen.

In landen waar een sterke leider alleen de koers bepaalt, zien we hoe binnen de kortst mogelijke tijd de vrije pers gekortwiekt wordt. Journalisten worden vastgezet of omgebracht en rechters worden door de regering benoemd. Met name de rechtelijke macht wordt dan geacht een beleid te voeren waarbij aanvallen op de leider gezien worden als staatsgevaarlijk. De namen van dit soort leiders zijn bekend: Poetin, Orbán Erdogan, Maduro.

Ik weet niet of de partijleider van Forum voor Democratie, die met wijze uilen koketteert, het idee koestert ook in Nederland de trias politica ter discussie te stellen. Wel heb ik al eerder uit die kringen uitspraken gehoord dat wat de rechter zegt ook maar een mening is. Of we dat nu meteen neofascistisch moeten noemen? Ik vind het wel levensgevaarlijk voor de democratie in Nederland waar juist de Joodse gemeenschap, de oudste minderheid in dit land, zeer alert moet zijn en zich niet door mooie praatjes om de tuin moet laten leiden.

Vrouwe Justitia heeft een blinddoek voor haar ogen en kan dus niet zien wie voor haar staat.
Haar reukvermogen is echter onverminderd scherp en of zij van lavendelgeurtjes houdt?
Dat moeten we nog maar afwachten.

Categorie: |

Home » Nieuws » Demonstreren, een recht zonder grenzen? – column Hanneke Gelderblom