Fotograaf en filmer Robert Frank (94) overleden

De Amerikaans-Joodse fotograaf Robert Frank is op 94-jarige leeftijd overleden. Hij was vooral bekend om zijn sociale foto’s van Amerikaanse burgers. Daarmee maakte hij in de jaren vijftig baanbrekend werk en zette hij de toon voor vele andere fotografen. Met zijn foto’s liet Frank de harde werkelijkheid van het alledaagse leven zien en hield hij veel Amerikanen een spiegel voor. Hij werd ook wel de Manet van de fotografie genoemd en mocht zich scharen onder de grote fotografen van de twintigste eeuw.

Genaturaliseerd
Robert Frank werd in 1924 in Zürich geboren als zoon van de binnenhuisarchitect Hermann Frank en de Zwitserse Rosa Zucker. De uit Frankfurt afkomstige Hermann Frank was vanwege zijn Joodse afkomst stateloos geworden, als gevolg van de rijksburgerwet uit 1935. Voor zijn als Duitsers geboren zoons vroeg hij in 1941 het Zwitserse staatsburgerschap aan. De jonge Frank kreeg in 1945 een Zwitsers paspoort en zou zich jaren later laten naturaliseren tot Amerikaan.

Scholing
De familie Frank bestond uit gedreven zakenlieden. Door zich te bekwamen in de fotografie probeerde Robert Frank aan het aloude zakenmilieu te ontsnappen. Tijdens de oorlogsjaren in het neutrale Zwitserland volgde hij diverse fotografie-opleidingen bij verschillende Zwitserse fotografen. In 1947 reisde Frank met zijn portfolio, dat hij ’40 foto’s’ noemde, naar New York. Hij werd aangenomen als modefotograaf bij het tijdschrift Harper’s Bazaar. Daar liet Frank de formele ideeën van het modernisme, waarin hij was geschoold, vallen voor een meer emotionele, spontane stijl.

Peru en Bolivia
In 1948 zegde Frank zijn baan weer op om een reis naar Peru te maken. In de Andes werd hij beroofd van zijn geld en zijn films, en doordat hij de taal niet sprak verkeerde hij in een isolement. Het was daar dat hij leerde afstandelijk en in stilte te werken. “Er is geen directe betrokkenheid,” zou Frank later over zijn eigen werk zeggen. “Ik zwijg. Ik kijk. Ik kan weglopen. Ik kan stil zijn.” Over technisch correcte werkwijzen maakte hij zich geen zorgen. Een jaar lang reisde Frank door Peru en Bolivia. In 1949 stelde hij de fotoverzameling Peru samen. Het was zijn bedoeling deze verzameling uit te geven, maar daarvan is het nooit gekomen.

Parijse foto’s
Van 1949 tot 1952 reisde Frank regelmatig naar Europa, met name naar Parijs. Hij miste Europa en in Parijs vond hij de romantiek die hij zich herinnerde. Hoewel hij uit heimwee naar Europa was gekomen, vermeed hij sentimentele beelden. Zijn Parijse werk kenmerkt zich eerder door melancholie en triestheid. Frank had bijzondere aandacht voor dieren en bloemen, maar bracht ook regelmatig bedelaars en blinden in beeld. Hij fotografeerde zijn onderwerpen op een weinig vreugdevolle manier: bloemenverkopers die niet lachen, bloemen in lijkwagens en een aan een been opgehangen dood paard.

The Americans
Frank ontving in 1955 een Guggenheimbeurs. Zo kon hij met zijn gezin negen maanden lang door de Verenigde Staten reizen en fotograferen, en een jaar besteden aan het ontwikkelen van de 767 films en het selecteren uit de 28.000 foto’s die hij op zijn reis had gemaakt. Omdat hij zijn foto’s in de VS niet gepubliceerd kreeg, moest hij uitwijken naar Frankrijk waar hij ze uitbracht in het maatschappijkritische boek Les Americains. Later zou er ook een Engelstalige versie voor de Amerikaanse markt verschijnen met de titel The Americans.

Weinig opbeurend
De foto’s van Frank braken met de Amerikaanse fototraditie die tot dan toe bestond. De foto’s in ‘The Americans’ waren niet zorgvuldig gekaderd, scherp gesteld en uitgelicht, maar korrelig, somber en onconventioneel van kadering. Ook brak Frank met de optimistische en energieke sfeer van de Amerikaanse fotojournalistiek in de jaren vijftig. In plaats daarvan waren zijn foto’s weinig opbeurend. Hij rangschikte de foto’s in categorieën als ‘diners’, ‘jukeboxen’, ‘auto’s’ en ‘mensen’, die volgens Frank symbool stonden voor het Amerikaanse leven. 

Revolutie ontketend
Met zijn meesterwerk zette Frank in 1958 een fotografische revolutie in gang. In de 84 geselecteerde foto’s over onder andere fabrieksarbeiders, grafkruizen in Nebraska en zwarte en witte mensen in de bus in New Orleans, toonde hij de rauwe werkelijkheid van het alledaagse Amerikaanse leven. Hij liet de keerzijde van The American Dream zien die veel Amerikanen liever niet zagen: de rassenscheiding, armoede en het consumentisme. Onder jonge fotografen werd het boek ontzettend populair en verwierf het een cultstatus.

Rolling Stones
In de jaren na het succes van The Americans richtte Frank zich vooral op het maken van films. Uiteindelijk zou hij meer dan twintig films maken. In 1972 maakte Frank Cocksucker Blues, een nooit officieel uitgebrachte documentaire over een Amerikaanse tournee van de Rolling Stones. De documentaire werd met meerdere camera’s tegelijk opgenomen. Ook mochten de bandleden zelf de camera bedienen. Een groot deel van de opnames bestaat daarom uit scènes van wilde backstage-feesten, drugsgebruik door bandleden en hoogoplopende ruzies. Zanger Mick Jagger bepaalde dat de film slechts een keer per jaar op een filmfestival mocht worden vertoond.

Autobiografisch werk
Aan het begin van de jaren zeventig keerde Frank terug naar de fotografie. The lines of my hand was het eerste fotoboek dat Frank na The Americans publiceerde. Behalve oudere foto’s bevatte het boek ook nieuw autobiografisch werk. Begeleid door weinig tekst, geschreven door Frank zelf, toont hij zijn schizofrene en drugsverslaafde zoon, zijn bij een vliegtuigongeluk omgekomen dochter en zijn zieke vrouw. Hoewel Frank zijn eigen leven in zijn latere werk centraal stelt, waarschuwt hij dat zijn foto’s niet altijd de waarheid verbeelden.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Fotograaf en filmer Robert Frank (94) overleden