Gedoopt – gastcolumn Ruben Vis

Ruben Vis (beeld: R. Vis)

Begin dit jaar sprak ik voor een zaal vol predikanten over een christelijke drive: de bekering van Joden. Het onderwerp was op hun verzoek gekozen. Mijn betoog voor de predikanten in één zin: Bekering van Joden is in de Nederlandse context vooral heel veel geld inzamelen om elders te bekeren, er theologisch over te theoretiseren, of te preken dat Joden zich zouden moeten bekeren – maar dat doen ze toch niet. Nu, met het einde van het jaar in zicht, moet ik met een zwaar gemoed vaststellen: zich bekeren, dat doen Joden wel. 

Door Ruben Vis

Afgelopen zondag vond de doop plaats van een Joodse man in een protestantse kerk. Van de zomer circuleerde er een filmpje van de bekering van een broze oude man met wit haar die in zijn rolstoel de Blauwe Moskee in Amsterdam werd binnengereden en de islamitische geloofsbelijdenis uitsprak. Hij zou Joods zijn. Maar zijn identiteit kon niet worden vastgesteld. Het leek wel of niemand hem kende of herkende.
In dit geval wel. In dit geval kijk ik op kerk-uitzendinggemist naar een dienst van vorige week zondag. We zien naast de predikant een man van 77 jaar staan, die vertelt dat hij in 1941 is geboren. Hij legt uit welke namen zijn Joodse moeder hem bij zijn geboorte in 1941 heeft gegeven om vervolgens te verklaren dat hij nu vol overtuiging tot het geloof is gekomen in Jezus de verlosser en in de christelijke kerk. 

Verzet
Dan vertelt hij over het geleidelijk intensiverend contact met nieuwe vrienden en buren die heel geleidelijk een zaadje in hem plantten, dat een plantje werd totdat het een hele grote boom werd. “In het begin heb ik me er tegen verzet omdat ik vanuit mijn Joodse achtergrond meende dat we wel vrienden kunnen zijn maar dat het niet betekent dat ik dat geloof hoef aan te hangen.” Uiteindelijk geeft hij toe. Waaraan, aan wie? Over de keuze voor welke kerk om zich in op te laten nemen zegt hij ‘die kerken, ze willen allemaal wat van je’.
Uit zijn relaas klinkt drang die op hem is uitgeoefend om tot het christendom over te gaan.
“Drie dominees hebben mij op mijn pad begeleid,” vertelt hij de kerkgangers. Zij hebben niet gedacht: we willen deze eenzame Jood in ons bible belt-dorp wel maatschappelijke hulp bieden, maar bekeren, dat doen we niet. Nee, de dominees zijn ver gegaan, te ver in hun hulp. Ze hebben hem zo lang bewerkt tot dat zijn verzet was gebroken en daar voor de wil in de plaats is gekomen dat de heilige geest over hem uitgestort zal worden. 

Hun stal ingedreven
“In het begin heb ik me er tegen verzet.” Zo ver zijn ze gegaan dat ze zijn ziel hebben weten te winnen en ons Joden een nesjomme hebben ontstolen. Ze hebben de oude joodse man hun stal ingedreven in plaats van hem slechts te helpen. Misschien was hij sociaal geïsoleerd en gaven zij hem de aandacht. Ze hadden beschaving moeten betrachten en ook zelfdiscipline. Ze hadden hem niet in moeten willen lijven, maar hem in zijn eigen geloof moeten laten. 

Ontwijd
Trots presenteert de dominee haar nieuwe trofee aan de kerkgangers. Dan gutst het wijwater over zijn hoofd en loopt het zijn pak en overhemd in onder de woorden ‘ik doop je in de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, in Jezus naam, amen’. De dominee giet het water over hem uit met een verzilverde netielat jadajiem-beker. De predikant noemt het een kannetje afkomstig uit de joodse eredienst. Niet alleen hem wil zij grijpen, ook onze ritualia worden ontwijd, gelijk de tempel uit de Chanoeka-geschiedenis.
Vol verbijstering kijk ik naar de doopplechtigheid op mijn beeldscherm, een traan welt op.
Eenmaal van de eerste indruk bekomen, vraag ik mij af wat onze theologische contacten met de kerken, in het bijzonder de Protestantse Kerk waarbinnen deze Jodendoopster en haar twee handlangers predikant zijn, nog waard zijn. De predikant die deze oude man gedoopt heeft, had juist alles moeten doen om deze Jid bij zijn kudde terug te brengen in plaats van hem in haar stal te dopen.

Treurig
Verbroedering? Samen strijden voor Bijbelse normen en waarden? Het zijn waardeloze kreten geworden die met het wijwater op het hoofd van deze oude Jood weg zijn gesijpeld in ledigheid.
Treurig vast te stellen dat het hier niet om iemand gaat die als kluizenaar heeft geleefd maar om een man die in zijn kehilla een actieve rol vervulde. Niet iedere verloren nesjomme is weer bij de kehille te brengen, zo is het nu eenmaal. Maar een actieve Jood zo aan kerk en kruis te verliezen is verwijtbaar aan de predikant en haar kerkgemeente maar ook meer dan een vlek op het blazoen van Joods Nederland. Het is een harde faal.

Schaduw van de Sjoa
Het NIK-reglement bepaalt dat wie tot een andere godsdienst dan de Joodse toetreedt, of een andere godsdienst dan de Joodse verkondigt of openlijk belijdt, die kan niet als lid van enige gemeente gehandhaafd worden. Dit was een dode letter uit oude tijden. Nu moest hij worden geactiveerd. Is hier sprake van een schaduw van de Sjoa of een zeldzaam schrijnende exponent van verschralend Joods leven?

Ruben Vis is algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de overkoepelende organisatie van Joodse Gemeenten.

Categorie: |

Home » Nieuws » Gedoopt – gastcolumn Ruben Vis