Geen enkele Joodse toespeling – boekrecensie ‘Undralix en de Kwaadwilligers’

Batavia Uitgevers

Ik moest er even in komen, maar het werd best spannend en ik heb het ruim 400 pagina’s tellende boek helemaal uit gelezen. Het komt niet vaak op mijn pad: een Joodse Fantasy roman. Zo deed het zich tenminste voor middels het persbericht en het begeleidend schrijven. Maar eerst iets over het verhaal zelf:

Het meisje Cairine, 17 jaar, komt terecht in Undralix, een wereld vol lieve en zachtaardige wezens die worden bedreigd door de Kwaadwilligers. Dat hoort ze van haar spiegelzusje Eniriac, en dat er al 1000 jaar op haar komst wordt gewacht. De leider van Undralix, Cael de Overwinnaar genaamd, stuurt haar op een ‘adembenemende’ reis om allerlei magische technieken aan te leren die haar van pas zullen komen als ze hem moet opvolgen en het rijk van de ondergang moet zien te redden. Zo komt ze in allerlei wonderlijke oorden terecht: DonkerDuin, het ingewikkelde OplosBos, de Tuin van Tigealan, het orakel van Faiji, de zweverige stad Alternaïf, KopersDorp, Magistralië. Zij ontmoet daar menswezens met de meest treffende namen: Baas Boven, de Vrouwen van Vertrouwen, Meester DingBang, Magisters van de Magie, de Duidelijke Denkvoeler, Engl.

Het taalgebruik doet denken aan dat van Maarten Toonder in de Olie B. Bommel-verhalen, met een snuifje Alice in Wonderland. Toen in het verhaal de Kwaadwilligers aan een lange houten tafel zaten, zag ik Harry Potter-achtige beelden voor me.

Een kenmerkende episode uit het boek:

In de zweverige stad Alternaïf wil de hoofdpersoon Cairine graag het stadje ontdekken, ze komt de leukste winkeltjes tegen, de een met lange jurken met daarop gekleurde inktvlekken en dan weer eentje met een verzameling zachte theeën. Er is zelfs een winkel waar je stenen en beeldjes kan kopen waar je je beter van zou gaan voelen. Dan komt ze iemand tegen die Diler heet. Met hem gaat ze naar een Club met de naam Kosmische Wave. Daar wil iemand met haar dansen, maar ze bedankt er beleefd voor. De man doet zijn handpalmen tegen elkaar, maakt een klein buiginkje en fluistert iets als ‘Naam is Thé’. Ze krijgt dorst door de zware rook die binnen hangt en drinkt in een teug een ‘echt stadsdrankje, Aja hu aska’ leeg. Haar wereld begint te draaien, ze valt flauw en wordt wakker in een slaapkamer met paarse muren en een zwart plafond waar een visnet aan hangt met daarin allerlei verschillende spulletjes. Ze redt zich uit deze situatie met behulp van het medaillon dat ze bij het begin van haar reis van Cael de Overwinnaar had gekregen. ‘Dan krijg je precies die kracht die bij het moment past’, had hij gezegd.

Het boek heeft geen inhoudsopgave, het is een verzameling van 111 (!) korte hoofdstukjes. Over de auteur, Maurice Hirschhaut, wordt op de allerlaatste pagina van het boek gezegd dat hij fantasierijke verhalen aan zijn dochter Dalya heeft verteld. Ik zie het voor me: dat hij – voordat zij in slaap viel – aan de rand van haar bed zat en elke dag opnieuw een kleine verhaaltje verzon. In het boek treedt er bij het 63-ste hoofdstuk een stijlbreuk op. Dat hoofdstuk is maar liefst 18 pagina’s lang. Het gaat over een fysiek stevige training die Cairine aan het eind van de reis ondergaat in Laarskamp. Eigenhandig doodt zij een Kwaadwilliger. Ik snap wel dat je dat niet aan je dochter vertelt, zo vlak voor het slapen gaan. In de daarop volgende – wederom korte – hoofdstukjes wordt beschreven dat Cairine verliefd wordt op een Kwaadwilliger met alle tegenstrijdige gevoelens vandien. Ook hoofdstuk 69 is een lang hoofdstuk, weer niks voor meisjes. Daar gaat het over een oorlogstraining in de bergen van Quaadrijk met VoetDuivels en LuchtDraken. Ik zag de verfilming van het boek al voor me.

Als je het boek in de winkel ziet liggen, zal je het – afgaande op de omslag – coderen als Fantasy of het ligt al in de uitstalling op die tafel. Volgens het persbericht kun je het ook tot het genre jeugdboeken rekenen. Opmerkelijk: in het persbericht staat bij de foto van de auteur dat hij opgroeide als Joodse jongen in Amsterdam met ouders die beschadigd waren door hun jonge jaren in Auschwitz. En in een aan het persbericht vastgeniete tekst van uitgever Andy Arnts wordt de achtergrond van de auteur verder ingevuld, onder andere met ‘een beschadigde joodse familie met drie kinderen. Een “gezellig” horrorgezin’.

Ik verwachtte daardoor een Ischa Meijer-achtig verhaal. Bovendien had ik net ‘Het grote niets’ van Nadav Vissel gelezen. Ik heb goed opgelet, maar in dit boek heb ik niets van enige ‘jiddischkeit’ aangetroffen. Helemaal niets, geen enkele verwijzing – direct of indirect – naar het Joodse gedachtengoed.

Dus het gaat bij mij in de boekenkast bij de Fantasy boeken, niet bij de Joodse boeken.

Titel: ‘Undralix en de Kwaadwilligers’
Auteur: Maurice Hirschhaut
Uitgeverij: Batavia Publishers
ISBN: 978 94 93244 061
Prijs: 24,95 euro

Categorie: |

Home » Nieuws » Geen enkele Joodse toespeling – boekrecensie ‘Undralix en de Kwaadwilligers’