‘Geen Joods monument in de gemeente Westland’ – column David Barnouw

Radio 1

‘‘Geen Joods monument in de gemeente Westland.’ Dat moet wel de kop zijn van een stukje in de satirisch rubriek in De Speld, achterop de Volkskrant. Maar nee, het is een echt bericht van de Stichting Joods Westland, want het wordt ‘niet opportuun’ geacht nu een monument op te richten. Er wordt prioriteit gegeven aan de Joodse Begraafplaats en een betere toegankelijkheid ervan.

Is dit een kantelmoment in de oorlogsmonumentengeschiedenis in Nederland en met name het Holocaust-onderdeel ervan?

Bijna dertig jaar geleden vroeg ik mij in de Volkskrant af of er nog niet genoeg verzetsmonumenten waren; dit naar aanleiding van de plannen om bij Almere ‘Het Bos der Onverzettelijken’ aan te leggen, met boslanen als ‘Februaristaking’ en ‘Artsenverzet’. Dit bos zou volgens de initiatiefnemers ‘een laatste monument van unieke betekenis zijn.’ Dat klopt natuurlijk wat betreft de plek; daar was water tijdens de bezetting en van veel verzet kon daar weinig sprake zijn. Mijn bezwaren werden gepareerd met de vraag wat ik dan wel tegen een bos had.

Door de decennia heen zijn burgemeesters, Commissarissen van de Koningin of Koning en andere hoogwaardigheidsbekleders benaderd door een afvaardiging van ‘het verzet’ of ‘nazaten van het verzet’ of van ‘Joods Nederland’ om weer een monument te realiseren. Een weigering is altijd slecht voor je PR, want voor je het weet, ontken je de heilige nagedachtenis van ‘hen die vielen’ of ben je wellicht zelfs een antisemiet. Nooit wordt er gezegd dat er al een monument is of dat de bestaande monumenten wellicht een opknapbeurt nodig hebben. In het onvolprezen Monumentenboek 1940/1945 uit 1980 worden al acht pagina’s besteed aan bekladde, verwaarloosde en vernielde monumenten. Dit onder de ironische hoofdstuktitel: Ten eewigen dage of ‘zolang als het duurt’. Vooruit, opknappen die monumenten en een monumentenverbod zolang de opknapbeurt niet klaar is.

Op 19 september wordt DE NAMENWAND door koning Willem-Alexander onthuld. Maar hoe moet dit nieuwe monument benaderd worden? In eerste instantie natuurlijk volgens het alfabet om vermoorde familieleden of kennissen te vinden. Maar dan? Komen er bankjes, mag je er dan op zitten en mag je een ijsje eten of juist niet? Voor monumenten in de openbare ruimte is dat altijd een heikel punt; de geschiedenis van Damslapers en Damzitters is voldoende bekend. Maar ook het Berlijnse Holocaustmonument is een plek waar veel gebeurt wat weinig met de oorlog te maken heeft.

En toen ik kortgeleden in Frankfurt was, bleek daar een stevige discussie over het herinneringsmonument bij de Grossmarkthalle. Vandaar werden vanaf oktober 1941 zo’n 10.000 Joden naar het oosten afgevoerd. Er werd een waardige herinneringsplaats ontworpen, waarbij een deel uit grote gladde stenen bestaat. En dat leent zich buitengewoon goed om de salsa te dansen, en dat gebeurt nu elk weekend als het weer het toelaat. Er is een DJ met apparatuur en meerdere tientallen paren dansen zich de benen uit het lijf. Zo ook over teksten als: ‘Alles stehen bleiben. Mit dem Gesicht zum Zug. Immer 60 Personen in einen Wagen einsteigen’. De dansers zijn zich van geen kwaad bewust en ook het Joods Museum ziet niet direct een oplossing. Streetdancing versus herinneringscultuur, maar aan de Weesperstraat is gelukkig te weinig plaats om te dansen.

Lees ook:
Een zomercolumn – David Barnouw

Het is natuurlijk niet zo dat een zomercolumn uitsluitend over onbelangrijke zaken moet gaan, zoals bijvoorbeeld de pornosnor van Baudet of de zaligverklaring (gaat vooraf aan een heiligverklaring) van Peter R. de Vries. Nee, ook een zomercolumn moet over iets gaan, maar het mag verschillende onderdelen hebben en hoeft niet over één onderwerp te gaan, bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. Woordoorlog en woordinflatie; daar ga ik het over hebben.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Geen Joods monument in de gemeente Westland’ – column David Barnouw