Een zomercolumn – David Barnouw

David Barnouw

Het is natuurlijk niet zo dat een zomercolumn uitsluitend over onbelangrijke zaken moet gaan, zoals bijvoorbeeld de pornosnor van Baudet of de zaligverklaring (gaat vooraf aan een heiligverklaring) van Peter R. de Vries. Nee, ook een zomercolumn moet over iets gaan, maar het mag verschillende onderdelen hebben en hoeft niet over één onderwerp te gaan, bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. Woordoorlog en woordinflatie; daar ga ik het over hebben.

Natuurlijk komen er nieuwe woorden bij en verdwijnen er oude; dat is van alle tijden en dat is ook niet iets om je over op te winden. Natuurlijk is het moeilijk voor bijvoorbeeld een Nederlander die in de jaren vijftig naar Canada is geëmigreerd en die zeventig jaar later terug komt in zijn vader*moederland. Hij/zij/het wordt herkend aan archaïsch taalgebruik en hij/zij/hen is verbijsterd over het aantal onbekende woorden wat rondvliegt.

Soms worden woorden opgedrongen, vaak gepaard met uitsluiting van een ander, meestal equivalent woord. Dat is in sommige gevallen niet erg, zoals bij het N…woord; het wordt door betrokkenen gezien als uiterst denigrerend en discriminerend en het is volstrekt logisch het door een ander woord te vervangen. Maar dat betekent niet dat de wereldliteratuur doorgeploegd moet worden om daar alle N…woorden te vervangen.  Dat zou namelijk ook als nadeel hebben dat volgende generaties denken dat er vroeger nooit sprake is geweest van discriminatie.

Als men slavernij wil vervangen in ‘tot slaaf gemaakten’, is dat een nobel streven, maar het komt er nu wel op neer dat door taalgebruik de goede bokken van de slechte schapen worden gescheiden. Gebruik je het woord slavernij, dan hoor je bij de slechte partij, wat je argumenten ook zijn.

Soms lukken woordveranderingen niet, zoals te zien is aan het trio Jodenvervolging-Holocaust-Sjoa. Het eerste woord was gebruikelijk en na de succesvolle tv-serie Holocaust (1978) kwam dat woord in zwang en datzelfde scheen te gebeuren na de succesvolle film Shoah (1985). De transformatie naar Holocaust is gelukt, ondanks bezwaren tegen het Hollywood-karakter van de serie, maar Jodenvervolging zegt niets over de bijbehorende massamoord. De omvorming naar Sjoa is niet gelukt en dat heeft verschillende redenen. Waarom zou je een succesvol woord veranderen, maar de arrogantie van filmmaker Claude Lanzmann zal zeker een rol hebben gespeeld. Na zijn epos hoefde er geen film meer over dat onderwerp gemaakt te worden, verklaarde de regisseur zelfgenoegzaam.

Over naar het woord genocide, wat steeds vaker gebruikt wordt, waarschijnlijk omdat massamoord een graadje minder erg zou zijn. Zo wordt bij Srebrenica buitengewoon vaak het woord genocide gebruikt en word ik boos aangekeken als ik opmerk dat vrouwen en kinderen toch niet zijn vermoord. Alsof de moord op al die mannen en jongemannen al niet erg genoeg is.

En dan het woord terrorisme, dat te pas en te onpas wordt gebruikt, liefst als de dader(s) islamitisch zijn. Dat moslims ‘gewoon’ een moord of erger kunnen plegen, schijnt sinds 9/11 onbestaanbaar te zijn. Maar als een witte antisemitische niet-moslim elf Joden vermoord in een synagoge in Pittsburgh (27/10/2018), heet dat ‘een bloedige aanslag’, terwijl uit alle macht geprobeerd wordt het inslaan van ruiten van restaurant HaCarmel als ‘terroristische aanslag’ te kenmerken.

Toch een prettige coronavrije zomer gewenst.

Lees ook:
Nieuwe boeken: oude wijn in nieuwe zakken? – column David Barnouw
‘Het verzwegen leven’, ‘Stille helden’, ‘Vergeten slachtoffers’, ‘Vergeten helden’, ‘Een van de laatst levende veteranen’, ‘Wij overleefden’, ‘Oorlogskind’, ‘Verzetsheldin uit Rotterdam’, ‘Op zoek naar een Joodse familie’, ‘Ook mijn Holocaust’, ‘Zwarte Jaren,’ ‘Oorlogskinderen’, ‘Een leven in verzet’, ‘Een familie in het verzet’ en ‘Ik was erbij’. De columnist is zeker zijn boekenkast aan het opruimen, zal de lezer denken. Maar nee, dit zijn titels van boeken die de afgelopen twee, drie jaar zijn uitgekomen...’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Een zomercolumn – David Barnouw