Jacobs’ Chanoeka-toer – dag 4 en 5 Middelburg

Jacobs' Chanoekatoer 2017 dag 5
privé-foto

‘Gevloerd! Het was geweldig, maar het was geen menora aansteken, het was een happening met vertrektijd half twaalf vrijdagochtend en terug op zaterdagavond half elf uur! Ik weet niet waar ik moet beginnen met schrijven, zoveel impressies. Het is natuurlijk niet de eerste keer in Middelburg, maar wel is iedere keer weer uniek. Een piepkleine Joodse gemeente, maar wat een energie, wat een sfeer, wat een eenheid en wat een respect voor elkaar.

Voor sjabbat snel onze spullen afgeleverd bij ons vaste gastgezin, de lokale leraar/voorzanger/brugophaler en zijn vrouw. Ten aanzien van die brugophaler heb ik overigens wel een klacht. Toen we om zo’n uur of elf in de nacht, na een geweldig samenzijn in sjoel met zang, discussie, sjoeldienst, spontaan chassidische dans en een heerlijke sjabbatmaaltijd, terugliepen naar ons gastgezin, ging de brug open, zo voor onze neuzen en mochten we langs de kade zo’n twintig minuten in de stromende regen staan wachten. Ik dacht bijna even dat het opzet was om het rabbijntje te pesten in opdracht van B&W. Maar gezien bij aankomst in Middelburg de lokale politieman, die nu voor het derde opeenvolgende jaar de opdracht had om mij wat extra aandacht te geven, me verwelkomde bij sjoel met een hartelijk ‘sjabbat sjalom en nog vele jaren Chanoeka’ kon ik me niet voorstellen dat de brug opzettelijk voor mij open (of bedoel ik juist dicht?) was gegaan.  Sinds de vorige keer zijn een aantal bejaarde gemeenteleden, deel van de Zeeuwse Joodse kerngroep, overleden, maar nieuwe jongeren hebben hun plaats ingenomen.

Voorzitter Micha de Vries, twintig jaar actief geweest, vertrekt naar Israël. De lokale leraar/voorzanger/brugophaler sprak hem toe, hetgeen niet verbazingwekkend is want deze onbezoldigde leraar/voorzanger/brugophaler is ook nog een begenadigd spreker! De toespraak van de scheidende voorzitter was geen toespraak, maar een beschrijving van zijn vreugde om voorzitter te zijn geweest. Ook mijn persoon werd genoemd en wat mij het meeste trof was dat deze erudiete arts/voorzitter mij als een ondersteuning heeft ervaren, als voorzitter maar ook als een referentiekader in bredere zin. Ik had dat nooit zo ervaren, maar kennelijk doe ik toch nog wat goeds en zijn de achter-mijn-rug-aanvallen, die de scheidende voorzitter memoreerde, meer het probleem van de aanvaller dan van de verdediger. De vrijdagavondmaaltijd zat er bijna op, toen er aan de achterdeur van de sjoel werd geklopt. Het was een jonge vrouw, in de studentenleeftijd, met een grote rugzak en beslagen brillenglazen. Een nieuweling, want ik had haar nog nooit gezien. En dus maakte ik een praatje met haar.  Ze zegt meteen dat ze niets weet, van Jodendom naar ik vermoedde, maar wel graag contact wil hebben met andere Joodse studenten. En dus gaat er een contact ontstaan tussen de studente en Yanki, de studentenrabbijn en rabbijn van de Zuidas. Operatie Zeeland is hiermee bij voorbaat al geslaagd.

De volgende dag, sjabbat dus, weer prachtige ontmoetingen. Een Joodse man die al twintig jaar in Middelburg woont, maar afkomstig is uit Wit-Rusland. Om het maximaal aantal woorden niet te overschrijden, zal ik niet alles aan het digitale papier toevertrouwen, maar de Rus zat wel toevallig samen met mijn schoonmoeder in de laatste bus die uit Rusland via Polen wist te ontvluchten en wiens vader in dezelfde stad had gewoond als mijn schoonvader. De klik tussen hem en mijn Blouma was gelegd en wie weet of hij door die klik besluit om te zijner tijd Nederland in te wisselen voor Israël! Het was op sjabbat overdag een komen en gaan. Sommigen kwamen alleen voor de maaltijd, anderen alleen voor de sjioerim, de Joodse lezingen, of voor een gesprek met mij, en weer anderen kwamen gewoon om het mee te maken, te beleven.

Om precies tien minuten over vijf begon de inmiddels vollere sjoel met de wandeling naar het Stadhuis, waar de grote menora was opgesteld. Het was al aangekondigd, maar zo vroeg al publiek had ik niet verwacht. De burgemeester aanwezig met ketting en jacquet, want hij moest nog ergens naar toe, verexcuseerde hij zich. Heel veel niet-Joodse belangstelling en ook de Joodse Zeeuwenaren waren goed vertegenwoordigd! Het Ma’oz tsoer galmde door het Stadhuis en de burgervader hield een goede toespraak die Middelburg toonde als een stad waarin voor ieder een plaats is, zeker ook voor de Joodse gemeente. En terwijl ik sta te filosoferen, komt er weer iemand op me af die recentelijk lid is geworden van de Joodse Gemeente en zich aan mij wil voorstellen. Even een handdruk, een vriendelijk woord is dat zo belangrijk. Ik begrijp dat de Joodse gemeente erg klein is en daardoor ook kwetsbaar. Maar desondanks zullen de Joodse vlammetjes blijven branden, op Chanoeka en het hele jaar. En dus werd er gezongen en gedanst: am Jisraeel Chaj – het Joodse volk leeft, zelfs in Middelburg, ook al is het piepklein. Want het straalt warmte uit, gelijk de lichtjes van de menora!’

Opperrabbijn Binyomin Jacobs (IPOR en voorzitter van het Nederlandse College voor Rabbinale Zaken) maakt ok dit jaar weer een ronde langs verschillende menorot in heel Nederland, om deze in het openbaar aan te steken. Net als in voorgaande jaren schrijft hij een dagboekverslag voor Jonet. Het is de vijfde keer op rij dat Jacobs voor Jonet in de pen kruipt en zijn ‘Jacobs’ Chanoeka-toer’ maakt.

Categorie:

Home » Nieuws » Religie » Jacobs’ Chanoeka-toer – dag 4 en 5 Middelburg