Journalisten te vaak op stoel van rechter – column Brigitte Wielheesen

Foto van Brigitte Wielheesen.

‘De #MeToo-hype is enkele maanden geleden van de Verenigde Staten naar Europa overgewaaid en ook naar Nederland. In eerste instantie dacht ik dat het een goede zaak zou zijn. Wereldwijd kunnen slachtoffers seksueel misbruik en geweld aankaarten door hun ervaringen te delen met wildvreemden. Het taboe om seksueel geweld bespreekbaar te maken zou worden doorbroken. Vooral bekende personen moesten het in de #MeToo-hype ontgelden. Inmiddels lijkt het dat iedereen slachtoffer of dader (of allebei) is. En als je alles “seksueel misbruik” noemt, wordt het heel moeilijk om seksueel geweld daarvan te onderscheiden. Als zoals nu zoveel slachtoffers van hun ervaringen getuigen, kan het ook lastig zijn om distantie te bewaren.

Door het recht op de vrijheid van meningsuiting en het gebruik van internet als zoekmachine, is het makkelijk om mensen te beschadigen. Iedereen heeft tegenwoordig de mogelijkheid om via een website, sociale media, een boek of een reactie op een artikel iets te schrijven over een ander, al dan niet beledigend of lasterlijk. Met de #MeToo-hype bestaat het gevaar dat wraakzuchtige personen hun gram willen halen, soms twintig jaar na dato. Dan heb je ook nog de personen bij wie het een kick geeft om de naam van een ander door het slijk halen, want hiermee “toon” je beter te zijn dan die ander. Een soort van übermensch. Wat niet hoort in deze rechtsstaat is dat niet-rechters op de stoel van een rechter gaan zitten en zonder hoor en wederhoor oordelen, en veroordelen!

Begin januari plaatste verslaggever Silvan Schoonhoven in De Telegraaf een artikel met in de kop het woord “seksrabbi”. Direct werd de inhoud klakkeloos door andere media overgenomen als nieuws. Maar was het wel nieuws? In de journalistiek gaat het ten allen tijde in de eerste plaats om feiten. Eerbied voor waarheid en voor het recht van het publiek op waarheid is de eerste plicht van de journalist.

Een website vol met vermeende personen die een seksmisdrijf zouden hebben gepleegd is geen betrouwbare bron. Mogen journalisten die informatie gebruiken? Of is dat een schending van de privacy van de genoemde vermeende daders? Het gebruik van internet zorgt hiermee voor nieuwe ethische dilemma’s in de nieuwsgaring. Zo lang de beschuldigingen namelijk algemeen blijven en het nadrukkelijke bewijs ervan niet wordt geleverd, is publicatie van die beschuldigingen in de media kennelijk uitsluitend gericht op het beschadigen van iemands eer of goede naam. Het is aan de journalistiek om, waar valse beschuldigen en of laster en smaad op de loer liggen, structureel kritisch te blijven en onafhankelijk onderzoek uit te voeren. En daarbij zorg te dragen dat de privacy van personen niet geschonden wordt.

Het publiek smult maar al te graag van onwaarheden, beschuldigingen en sensatie. Zeker als het gaat om seks. Daar kan De Telegraaf over meepraten. Dat de goede naam van de desbetreffende rabbijn hoe dan ook voor altijd beschadigd is, zal voor de journalist weinig betekenen. Silvan Schoonhoven heeft gescoord en voelt zich übermensch. Sinds afgelopen vrijdag is duidelijk dat ook Schoonhoven misbruikt wordt om een ander te naaien. #YouToo’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Journalisten te vaak op stoel van rechter – column Brigitte Wielheesen