Mijn Pesach in tijden van corona – column Bart Vink

Vink
Bart Vink

Hoe logisch zou het zijn om aan de vooravond van Pesach iets te schrijven over dat achtdaagse feest. Ik zou kunnen vertellen wat het voor mij, met mijn seculiere leven, betekent. En hoe ik toch elk jaar op mijn manier, en met enkele naasten, invulling aan het feest geef en stilsta bij de bevrijding van het Joodse volk uit de slavernij. Maar eerlijk gezegd voelt dat nogal gek. Niet zo zeer omdat mijn scheiding het dit jaar geheel anders maakt, maar vooral doordat onze hele samenleving in de greep wordt gehouden door de corona-pandemie.

De horeca is grotendeels gesloten. Op straat en in de supermarkt lopen amper mensen. Velen blijven thuis als gevolg van de ‘intelligente lockdown’. Dat roept gekke gedachtes en herinneringen op. Door het verplicht binnenblijven, komen bij mijn moeder bijvoorbeeld angstige momenten uit de onderduik boven, al hoeft ze nu bij de ramen niet bang te zijn om gezien te worden. Àls mensen al buiten op pad zijn, ontwijken ze elkaar en kijken elkaar soms zelfs niet aan. Het explosieve coronavirus leidt wereldwijd, en ook in Nederland, tot ongebruikelijke taferelen, vanwege de vele zieken, de doden en de bijbehorende angsten die dit oproept.

Mannen en vrouwen die een cruciale rol in hun gezin of familie spelen, worden ziek of bezwijken. Hetzelfde geldt voor vrijwilligers in bijvoorbeeld zorgcentra, buurtvaders, ouderen en anderen die in hun buurt, wijk, school, werk of instelling een essentiële rol spelen. In normale omstandigheden houden ze – net als onderwijzers, marktkooplui, en diverse andere werknemers en ondernemers – onze samenleving juist draaiende. In deze lockdown-omstandigheden is dan ook momenteel geen enkel feest ‘normaal’ te vieren, ook Pesach niet.

Het aantal slachtoffers is groot en groeit in korte termijn explosief. Dat kan ons zorgsysteem niet aan. Dat kan onze samenleving niet aan. Ongebruikelijke maatregelen zijn nodig, waaronder dus die lockdown. De situatie is daarmee wezenlijk anders dan bij de ‘gewone’, jaarlijkse griepgolf. Sommigen menen ineens dat je ouderen en zwakkeren dan maar aan hun eigen lot moet overlaten, want die zouden toch maar teveel geld kosten, weinig opleveren en bedden in de intensieve zorg onnodig bezet houden. Dat ze daarmee onnodig sterven, lijkt degenen die dit zeggen, niet te kunnen schelen. Ook chronisch zieken, zoals ikzelf (heb suikerziekte), vangen op dat sommigen hen ineens minder waard lijken te vinden. Dat doet pijn, zeker wanneer het vrienden of bekenden zijn die dit zeggen. Ze denken puur in termen van kosten en baten en doen dat met oogkleppen op. Ze vinden dat nog logisch ook en lijken niet door te hebben hoe kortzichtig en pijnlijk deze gedachte is.

De kilte van dit denken gaat voorbij aan de waarde die iedere persoon heeft en de wezenlijke rol die iedereen kan spelen. Met leeftijd, koopkracht, individuele beperkingen of eigen keuzes heeft dit weinig te maken. Net zo min als dat het geval is bij verkeersslachtoffers die te hard of onder invloed reden of bij diegenen die te roekeloos waren met duiken, bergbeklimmen of skiën. Iedereen doet ertoe. Wat er ook gebeurt. We moeten voor elkaar zorgen en juist nu de hand naar elkaar uitsteken. Binnen Nederland maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld naar Italië en Spanje. That’s what friends are for. Nu gezinnen en vrienden maar amper bij elkaar kunnen komen met Pesach (maar ook met christelijk Pasen) staat dat voor mij helemaal als een paal boven water. Pesach is dus dit jaar wel met matses, maar zonder de hele mespoge. Het is niet anders. Ik kijk alvast uit naar volgend jaar! 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Mijn Pesach in tijden van corona – column Bart Vink