Rabbijn Jacobs: affaires niet binnenskamers gehouden

Opperrabbijn Jacobs
wiki

Naar aanleiding van de instelling van een meldpunt voor slachtoffers van – onder andere – seksueel misbruik, gaf Rabbijn Binyomin Jacobs gisteren een verklaring uit, waarin hij zich onder andere verweert tegen beschuldigingen dat hij eerdere incidenten in deze categorie met de mantel der liefde zou hebben willen bedekken.

Jacobs schrijft onder andere: “Het absolute tegendeel was het geval. In de Cheider- kwestie heb ik telkens met klem ouders geadviseerd aangifte bij de politie te doen. Seksueel misbruik van kinderen is een zeer ernstig vergrijp en beschuldigingen in die richting mogen dan ook – mits aangetoond – nimmer zonder gevolgen blijven. Hangende het onderzoek geldt echter ook voor beschuldigden van seksueel misbruik de onschuldpresumptie.

Ik ben van mening dat ik correct en volledig volgens wet en regelgeving gehandeld heb. Om de schijn van toedekking van eventuele feiten te vermijden, zal ik bij adviserende deskundigen te rade gaan om in deze zaken een onafhankelijke comissie samen te stellen die zal onderzoeken of mij in deze kwestie als (opper)rabbijn enig verwijt van onjuist of onethisch handelen kan worden gemaakt. Met klem roep ik eventuele andere vermeende slachtoffers op zich bekend te maken en aangifte tegen de vermeende dader bij de politie te doen.”

Verder laat Jacobs weten dat hij ‘met instemming’ kennis heeft genomen van de instelling van bovengenoemd meldpunt. De aanleiding voor het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) om deze stap te nemen, is het bericht in diverse media dat een orthodoxe rabbijn in Nijmegen zich schuldig zou hebben gemaakt aan seksueel misbruik.

Over deze affaire schrijft Jacobs: “Dat vermeende misbruik zou hebben plaats gevonden voor hij werkzaam in Nederland was. Het is de tweede keer dat een beschuldiging van misbruik aan het adres van de rabbinaal functionaris wordt geuit. Na de eerste klacht is op mijn verzoek een onderzoek ingesteld dat geen bezwarende feiten opleverde. Het verslag van dat onderzoek is in februari 2011 notarieel vastgelegd.

“In 2013 ben ik vanuit de V.S. informeel ervan op de hoogte gesteld dat zich een tweede slachtoffer van misbruik aldaar door dezelfde rabbinaal medewerker zou hebben gemeld. De identiteit van het vermeende slachtoffer werd mij – ondanks herhaald verzoek – niet meegedeeld. Zonder de identiteit van de beschuldigde en details van de beschuldiging te kennen, heb ik de tipgever in de V.S. laten weten geen actie tegen de rabbinaal medewerker te kunnen ondernemen of een onderzoek in te kunnen stellen. Tot op heden (vijf jaar verder) heeft het vermeende slachtoffer geen contact met mij opgenomen.” Verder stelt Rabbijn Jacobs dat ook in gevallen van seksueel misbruik de regel geldt dat iemand onschuldig is totdat het tegendeel is bewezen.

Brandbrief CvI
Niet alleen Jacobs zelf geeft duidelijkheid over wat hij zou hebben gedaan. Ook de Christenen voor Israël (CvI) laten van zich horen. Jacobs werkt al enige jaren intensief met hen samen. Volgens CvI-directeur Roger van Oordt wordt de opperrabbijn door het NIK ten onrechte als zondebok aangewezen. Hij heeft er een brandbrief over geschreven aan de Permanente Commissie van het NIK. Daarin maakt hij er ook melding dat hij zou zijn ‘bedreigd’ door NIK-bestuurslid Jonathan Soesman nadat hij de bestuurder zou hebben verzocht Jacobs niet te beschadigen. Volgens Van Oordt zou Soesman hebben gedreigd naar vicepremier Carola Schouten (ChristenUnie) en de Israëlische ambassadeur te stappen om te vertellen over de actie van Van Oordt. Het is nog onduidelijk of de beweringen van Van Oordt over Soesman kloppen.

Categorie:

Home » Nieuws » Rabbijn Jacobs: affaires niet binnenskamers gehouden