Rijksmuseum koopt roofkunst ‘Meissen-porselein’ terug

Restitutiecommissie

Roofkunst die jarenlang in het Rijksmuseum te zien was en in 2019 werd teruggeven aan de rechtmatige erven, is door hetzelfde museum teruggekocht. Het gaat om een deel van een collectie van Meissen-porselein, dat vorig jaar door de erven werd geveild. In eerste instantie hoopte het museum de hele collectie te kunnen aanschaffen, maar de belangstelling was groot en er werd algauw overboden. Zodoende dat ongeveer de helft is teruggekocht. Het porselein is nu te bewonderen in de eregalerij van het Rijksmuseum. De erven hebben er vrede mee.

Oppenheimer
Het gaat om porselein dat begin twintigste eeuw is verzameld door de Joodse familie Oppenheimer. Zij woonden in Berlijn en verhuisden later, nadat de nationaalsocialisten aan de macht gekomen waren, naar Wenen. Na de Anschluss van Oostenrijk in 1938 bij nazi-Duitsland vertrokken ze naar New York. Een deel van hun Meissen-porselein werd ingenomen door de nazi’s. Een ander deel wisten de Oppenheimers te verkopen aan Fritz Mannheimer, een tot Nederlander genaturaliseerde Duitser van Joodse komaf en ook Meissen-porselein verzamelde. Hij woonde in Amsterdam.

Claim
In de bange jaren ’40-’45 werd het Meissen-porselein van Mannheimer door de nazi’s geroofd, bedoeld om in het toekomstige Führermuseum van Adolf Hitler op te nemen. Na de oorlog werd het gevonden en verdeeld onder Nederlandse musea. Het Rijksmuseum kreeg een aanzienlijk deel ervan in handen en stelde de roofkunst vanaf de jaren vijftig tentoon. In 2015 kreeg het museum echter een claim van de erven Oppenheimer: zij eisten al het porselein dat hun voorouders aan Mannheimer hadden verkocht terug. De Restitutiecommissie oordeelde dat de claim terecht was en dit deel van de collectie ging terug naar de erven. De overige ongeveer vijfhonderd stukken van Mannheimer bleven in het Rijksmuseum.

Veiling
Toen in 2021 duidelijk werd dat de erven Oppenheimer het Meissen-porselein in New York gingen laten veilen, besloot de museumdirectie in actie te komen. Er werd 7,2 miljoen euro verzameld – voornamelijk geld van fondsen – om alle objecten terug te kopen. Echter, tijdens de veiling werd er overboden door anderen. Ondanks alle voorbereidingen werd het voor het Rijksmuseum een race tegen de klok: uiteindelijk werden 61 van de 109 objecten aangekocht. De erfgenamen weten dat deze aankopen nu worden getoond in de eregalerij en dat daarbij de geschiedenis van de collectie wordt verteld. Ze stelden een familiefoto beschikbaar, die in 1931 is op de zestigste verjaardag van Franz Oppenheimer. 

Lees ook:
Juliana had ‘fout’ servies dat terug moet naar de Joodse erven
Koningin Juliana heeft een ‘fout’ servies in haar bezit gehad. Het gaat om twaalf borden en twee sauskommen van Meissen-porselein, die nu in het bezit zijn van de Nederlandse staat en zich onder andere bevinden in Paleis Het Loo en het Zuiderzeemuseum. De overheid moet het servies teruggeven aan de erven van Herbert Gutmann, de oorspronkelijke Joodse eigenaar. Dit heeft de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog (kortweg: de Restitutiecommissie) besloten. 

Categorie:

Home » Nieuws » Rijksmuseum koopt roofkunst ‘Meissen-porselein’ terug