Shtisel – column Judith Zilversmit

Judith Zilversmit (M. De Groot)
Judith Zilversmit (M. De Groot)

De almaar voortslepende coronacrisis maakt contact met vrienden en familie niet makkelijker. Even binnenlopen of snel een glaasje op een terras zit er momenteel niet in. Elke afspraak moet worden gepland, met anderhalve meter afstand als belangrijkste regel.

Misschien ben ik me mede daarom zo gaan hechten aan een familie die ik niet persoonlijk ken. Aan een mopperende vader met zijn eeuwige gerook, diens tobbende zoon die ik graag even zou ‘huggen’  en al die andere gezinsleden die door het leven struikelen.
Ja, ik heb het over de familie Shtisel, een ultra-orthodoxe Joodse familie in Jeruzalem. Op Netflix is onlangs een nieuwe reeks geplaatst van de serie die in 2013 in Israël voor het eerst op televisie kwam en waarvan inmiddels 33 afleveringen zijn gemaakt.
Shtisel is een dramaserie waarin soap, thora en tragikomedie samenkomen. Wie zich eraan overgeeft, heeft een familie erbij. Een familie die leeft in een wereld zonder internet,  zonder homoseksualiteit, en zonder zo’n beetje alles wat het leven modern maakt. In deze serie vormen de strikte leefregels van de haredim het decor.

Het is opmerkelijk dat het leven van een streng-religieuze familie miljoenen kijkers in de ban houdt. De wereld van de ultraorthodoxe Joden – voor de gemiddelde kijker een ver van m’n bed-show – blijkt opeens veel te lijken op die van Piet-Hein in Hilversum, Fatima in New York of Manuel in Porto. Shtisel ontstijgt namelijk al na een paar minuten de strenge geloofswereld waarin het is gehuisvest en ontvouwt daarna een universeel verhaal, waarin een ode wordt gebracht aan de onvolkomenheid van het leven. In deze wereld gaan zakelijke plannen vaak net anders dan gehoopt,  kennen liefdes naast pieken ook veel dalen en is een dag zonder tegenslag eerder uitzondering dan regel.

Voor Joden brengt de serie ook nog bijvangst met zich mee: plotseling blijken Joodse tradities en rituelen, getoond in zo’n beetje de strengste variant denkbaar, net zo gewoon te zijn als al het leven van al die andere mensen op aarde die elke dag weer hun best doen om het beste ervan te maken.

“Degenen die de complexiteit van de menselijke natuur begrijpen, weten dat geluk en pijn, lelijkheid en schoonheid, liefde en haat, genade en geweld, en al die andere tegenstrijdige emoties in werkelijkheid vaak zijn samengesmolten en niet van elkaar losgekoppeld kunnen worden,” zei schrijver Isaac Bashevis Singer een keer. Ik moest aan die uitspraak denken op het moment dat Akiva in de laatste serie zijn vrouw portretteert, die ongedurig in haar trouwjurk voor hem poseert.

“Het leven is kort,” zegt ze plagerig tegen Akiva. Hij kijkt haar verbaasd aan, en zegt dan liefdevol en resoluut: “Het leven is eindeloos.” Zo gaat dat in Shtisel. In wat een gewone scene lijkt, wordt zomaar het fundament van het bestaan benoemd.

Lees ook:
Wie spreekt namens wie? – column Judith Zilversmit

Autonomie is een groot goed. Ieder mens heeft zijn eigen gedachten, opinies en sores. Dat maakt iemand tot een individu, tot wie hij of zij is. Helaas wordt in het publieke debat het individu vaak weggestreept. Het praat nou eenmaal makkelijker als we bevolkingsgroepen reduceren tot een groep mensen met dezelfde kenmerken en ideeën…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Shtisel – column Judith Zilversmit