Truus Wijsmuller redde tienduizend Joodse kinderen

Wijsmuller ontvangt onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren, 1967.
Yad Vashem

De Amsterdamse Truus Wijsmuller (1896-1978) redde vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tienduizend Joodse kinderen. Toch is zij vrij onbekend. Lody van de Kamp schreef onlangs het boek ‘Sara, het meisje dat op transport ging’ over haar reddingswerk. Daarnaast werkt hij samen met Pamela Sturhoofd en Jessica van Tijn van Special Eyes Productions mee aan een documentaire over haar. Rabbijn Van de Kamp is onder andere lid van het Strategisch Netwerk Polarisatie en Radicalisering in Amsterdam.

Van de Kamp vertelde aan Het Parool dat hij als kind de biografie van Wijsmuller las en geïmponeerd was door haar en het reddingswerk dat zij had gedaan. Haar relatieve onbekendheid in Nederland is toe te schrijven aan het feit dat de kinderen die zij redde niet uit Nederland kwamen, maar uit Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Polen. Maar het ligt ook aan Wijsmuller zelf: zij vond haar reddingswerk niet zo bijzonder: wat zijn tienduizend geredde mensen op zes miljoen vermoorde? Zij had het gevoel dat zij niet genoeg had gedaan. En dat andere mensen zeker ook niet genoeg hadden gedaan.

Wijsmuller groeide op in een liberaal hervormd gezin. Van haar vader leerde zij dat ‘wij moeten doen wat we kunnen doen, wat dat ook is.’ Omdat haar ouders na de Eerste Wereldoorlog Oostenrijkse kinderen in huis hadden genomen om aan te sterken, was het idee om anderen te helpen voor haar niet nieuw.

Eichmann
Van de Kamp vertelt dat Wijsmuller zelfs met Eichmann heeft onderhandeld om kinderen vrij te krijgen op één van haar vele reizen tussen nazi-Duitsland en Hoek van Holland. Die reizen begonnen meteen na de Kristallnacht op 9 november 1938 en duurden tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak op 1 september 1939. Vanaf dat moment probeerde Wijsmuller om ontsnappingsroutes te vinden voor kinderen via Frankrijk, Spanje en Portugal naar Engeland en Palestina.

Op de vraag waarom Wijsmuller kinderen redde, antwoordt Van de Kamp: “Ik denk dat zij met haar handelen in dat jaar een vraag beantwoordde waarvan wij dachten dat die niet te beantwoorden was: Wisten wij dat het zo erg zou zijn? Colijn sloot na de Kristallnacht de grenzen onder de noemer dat ‘geen land vrij is van de smet van het antisemitisme. Ook Nederland niet.’ Dus ging de grens dicht. Had hij geweten hoe erg het was, dan had hij het niet gedaan. Truus zag in Duitsland en Oostenrijk dat ouders in die dreigende oorlogssituatie bereid waren hun kinderen mee te geven aan een wildvreemde vrouw van over de grens. Dus zij wist wat er aan de hand was.”

Tijdens de oorlog ging Wijsmuller door met het brengen van kinderen naar vrije zones in Zuid Europa. Zij werd gearresteerd, maar kwam elke keer weer Duitsland binnen en er weer uit. Zij had een grote mond. Ook tegen Duitse soldaten. Naast het smokkelen van kinderen hield zij zich bezig met het vervalsen van distributiebonnen en de zorg voor onderduikers.

Van de Kamp erkent dat haar samenwerking met de nazi’s ‘moreel glad ijs’ was. Maar: “Zo heeft zij die kinderen kunnen redden. Was het niet gelukt, terwijl zij wel met de Duitsers had onderhandeld, dan was de perceptie anders geweest.”

Partij van de Ouderen wil een monument voor Truus Wijsmuller in het voormalige Burgerweeshuis in Amsterdam. Dit is de plaats waar Wijsmuller op 14 mei 1940 nog 74 Joodse kinderen uit de handen van de Duitse bezetter wist te redden.

Categorie:

Home » Achtergrond » Truus Wijsmuller redde tienduizend Joodse kinderen