Waarom niet Seasons Greetings? – column Yvonne van Gelder

Yvonne van Gelder

Vanaf het moment dat er marsepeinen biggetjes in de supermarktschappen liggen is een groot deel van Nederland in de ban van Sinterklaas en Kerst. De verjaardag van de Goedheiligman kan desgewenst makkelijk voor de kleintjes aangepast worden tot Chanoeklaas maar ten aanzien van Kerst ligt dat voor mij toch anders. Dat er rond die periode meer dan alleen christelijke feestdagen zijn, schijnt in de gemiddelde westerse agenda bedroevend weinig aandacht te krijgen.

Mijn werkzame leven speelt zich grotendeels af in een zogenaamde inclusieve werkomgeving. Maar richting het einde van het jaar laten veel collega’s het multiculturele en multireligieuze gedachtegoed wel erg makkelijk varen. December en Kerst zijn onafscheidelijk, en iedereen wordt geacht dat feestelijk te beleven. Ondanks de ontkerkelijking breekt er een drukke periode aan voor wie met de Gregoriaanse kalender leeft.

Regelmatig krijg ik te maken met collega’s die niet gehinderd worden door het Bijbelse besef over de gebeurtenissen rond Kerst en haar hoofdrolspelers. Kennis over het Oude en Nieuwe Testament zijn blijkbaar niet heel hip. Daarmee wordt de toon gezet voor vooroordelen en verwarring. Voor het gemak gaat men ervan uit dat zo’n beetje iedereen zich conformeert aan het midwinterfeest.

Kerst is inmiddels vooral een culturele en sociale gebeurtenis geworden waar de commercie gretig op inspeelt. En dus moet ik mij wekenlang omringen met gesprekken over treife visschotels, duurzame biologische Nordmann-bomen en allerlei glitter-outfits, zonder zelf deel te nemen aan al deze gezelligheden. Onderwijl ben ik in gedachte bezig met het bedenken van nieuwe originele latke-recepten, de juiste maat kaarsen scoren voor de diverse chanoekiot en het bakken van dreidelvormige koekjes.

Schoolvriendinnetjes
En met een glimlach denk ik soms terug aan de schaamte die ik vroeger voelde als mijn vader tegen mijn schoolvriendinnetjes weer eens volstrekt onbegrepen grapjes maakte over onze imaginaire boom met matzeballen. Wie anders in het Kerstgebeuren staat voelt zich soms toeschouwer in een toneelstuk. Je moet je haast zichtbaar als Hindoe een bindi (traditionele stip op het voorhoofd) voordoen of als orthodoxe Jood een keppeltje dragen om dispensatie te krijgen voor de feestelijkheden.

Buitengewoon sympathiek bedoeld zijn alle belangstellende vragen als ‘weet je al waar en met wie je het gaat vieren?’, ‘welk thema heeft je boom dit jaar?’ en ‘wat ga je op tafel zetten?’ Als ik dan ontwijkend antwoord dat ik niet aan Kerst doe, levert dat veelal meewarige reacties op. Met het niet hebben van een gedecoreerde boom in huis kom ik doorgaans nog wel weg, maar het niet aanschuiven aan een feestdis op 24, 25 of 26 december wordt bagatelliserend sneu gevonden. De toevoeging dat ik een Joodse achtergrond heb, lijkt slechts kortstondig een valide argument en roept juist tal van vragen op. Regelmatig volgt een suggestieve conversatie in de wij en jullie vorm als ‘mogen jullie geen Kerst vieren en wat hebben jullie dan?’

Een andere klassieker is om Chanoeka, zeker als het laat in december valt, een ‘Joods kerstfeest’ te noemen zodat ‘wij’ gelukkig ook wat te vieren hebben. Het blijft eveneens ongemakkelijk dat men meestal verwacht dat je kerstgroeten in vergelijkbare bewoording wordt beantwoord. Het is een collectieve sociale wenselijkheid die boven de  individuele beleving staat.

In Angelsaksische landen wordt ik wat dat betreft blij van de minder polariserende eindejaars-term ‘seasonal greetings’. Met name in de VS is die term steeds meer de norm, natuurlijk mede doordat er procentueel en absoluut meer Joden wonen en ze maatschappelijk zichtbaarder zijn. Het is een wens die voorbij gaat aan de hokjesgeest en toepasbaar is op iedereen die gelooft, niet gelooft of atheïst is.

Reis-chanoekia
Wanneer ik tijdens Chanoeka voor mijn werk op reis ben, heb ik een reis-chanoekia mee. Een handzaam koperen exemplaar dat inmiddels hotelkamers over de hele wereld heeft gezien. Een enkele keer, als bestemming en tijdsverschil het toelaten en collega’s het leuk vinden, brand ik kaarsjes in hun bijzijn. Ik vertel dan over het wonder van het kruikje dat voldoende olie bleek te bevatten om de menora acht dagenlang te branden tijdens de herinwijding van de Tweede tempel. En dat we daarom traditioneel vette lekkernijen eten zoals latkes en soefganiot. En terwijl de kaarsen branden bereid ik me voor op de voorspelbare conclusie dat soefganiot ‘Joodse oliebollen’ zijn.

Dit jaar verwacht ik tijdens Chanoeka een paar dagen in Paramaribo te zijn, een plek die me in meerdere opzichten heel dierbaar is. Enkele jaren geleden ben ik er samen met rabbijn Menno ten Brink een project begonnen voor de continuïteit van de Surinaams Joodse gemeenschap. Door Covid-19 zijn we er beiden inmiddels bijna twee jaar niet meer geweest en loopt het project helaas vertraging op. Maar het feit dat ik er nu eindelijk weer naartoe kan, ondanks strenge quarantaine regels, is een lichtpunt in de beheersing van het virus. Al met al een mooie dubbele betekenis van de symboliek van het licht dit jaar.

Chanoeka in Shanghai, 2019 (foto: Y. van Gelder)

Lees ook:
LEZECHER – column Yvonne van Gelder
‘Bij alle recente samenkomsten rond Rosj Hasjana, Jom Kippoer en zelfs in de Soekkah was het Namenmonument een prominent gespreksonderwerp. Iedereen heeft zijn of haar mening, emoties en realiteit. En zelf bleek ik ook bepaald geen muurbloempje te zijn aangaande dit onderwerp. Ik stond en sta er in veel opzichten nog steeds ambivalent tegenover maar ben inmiddels oprecht dankbaar dat het er nu eindelijk is…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Waarom niet Seasons Greetings? – column Yvonne van Gelder