Een onwaarschijnlijk kwartet – column Shoshanna de Goede

Shoshanna de Goede (foto: S. De Goede)

Voor Shoshanna de Goede is Het Boek der Illusies van de vorige week overleden Amerikaans-Joodse schrijver Paul Auster een van de meest fascinerende die ze gelezen heeft. In haar column vertelt ze over dit bijzondere boek en wat dit met haar doet.

In een wereld zoals de onze – die verre van perfect is – is troost te vinden in verhalen die zijn geconstrueerd vanuit liefde voor wat er nog niet is maar er wel moet zijn, verbeeldingskracht, raadselachtigheid en vervreemding. Dit is het soort literatuur waar mijn hart sneller van gaat kloppen. Omdat het je meesleurt uit het leven van alledag en je met louter woorden katapulteert naar een andere dimensie. 

Na gelezen te zijn, besloot een aantal romans om in mijn hoofd te blijven wonen. Dat kwam omdat ik was gaan houden van hun unieke of mysterieuze toon en van de personages die ik zo graag eens écht op feestjes zou tegenkomen. Geen mensen die opscheppen over hun fantastische carrières of het immer groeiende aantal landen dat ze hebben bezocht, geen mensen die zeuren over hun dagelijkse beslommeringen of die alleen maar hun mening willen verkondigen en niet willen luisteren naar anderen. Nee. Het zijn de zoekende, gevoelige zielen waar ik van houd. Die zich niet voorstaan op hun zekerheden, maar die proberen te leven vanuit de krochten van hun ziel en soms tegen beter weten in blijven zoeken naar iets, iemand of een plek die de onrust zal verjagen. 

Zo iemand was professor David Zimmer, die zijn vrouw en kinderen verloor bij een vliegtuigongeluk, zich vervolgens verdronk in de alcohol en na maanden opeens in de greep kwam van de al zestig jaar spoorloos verdwenen stomme filmacteur Hector Mann. Zimmer schreef een boek over hem en werd vervolgens benaderd om de – blijkbaar nog in leven zijnde – stokoude Mann te komen bezoeken. 

Professor Zimmer is het hoofdpersonage in Het Boek der Illusies (2002) van de Amerikaans-Joodse romanschrijver Paul Auster, die afgelopen week overleed. De dood, die hem nu zelf is komen halen, was een terugkerend thema in zijn schrijverschap en leven. Het feit dat hij op veertienjarige leeftijd naast een jongen stond die dodelijk getroffen werd door de bliksem heeft hij altijd gezien als levensveranderend. Twee jaar geleden overleed zijn tien maanden oude kleindochter – er werd heroïne en fentanyl in haar bloed aangetroffen. Tien dagen later stierf zijn zoon (vader van het kind) aan een overdosis. 

Het overlijden van Auster zelf bracht me terug naar de tijd waarin ik Het Boek der Illusies las. Ik herinner me hoe het me compleet overrompelde door het kat en muisspel met identiteit, de gevolgen van verlies, jezelf steeds opnieuw uitvinden en de impact van illusies die feitelijk de enige zekerheid zijn. 

De stomme filmacteur Hector Mann, wiens twaalf films gedetailleerd worden beschreven in Het Boek der Illusies, is een fictief karakter. Op internet vind ik recensies waarin recensenten verbaasd blijken dat Mann nooit bestaan heeft, omdat zijn werk zo precies beschreven is in de roman. Na enig speurwerk vind ik een noord-Ierse zanger genaamd Duke Special die acht jaar na het verschijnen van The Book of Illusions een album heeft uitgebracht met de naam The Silent World of Hector Mann. Special schreef zelf het lied ‘Mister Nobody’ dat geïnspireerd is door de titel van een van de films van Mann, stuurde de roman The Book of Illusions naar elf songwriters die hij kende en vroeg hen om een lied te schrijven dat gebaseerd is op een van de twaalf films. Dus voor de duidelijkheid: liedjes over nooit gemaakte films door een niet-bestaand persoon.

Dit verzin je toch niet? 

Ik krijg daar een brok van in mijn keel. Hier krijgt fictie een tweede leven in de muziek, gecreëerd door een songwriter die vijfduizend kilometer van de auteur vandaan woont. Dit is de kracht van literatuur. 

Ik wil zo snel mogelijk de andere parels uit het oeuvre van Paul Auster gaan lezen. 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Columns en opinie » Een onwaarschijnlijk kwartet – column Shoshanna de Goede