De politieke betekenis van de Giro – column Frits Barend

Frits Barend
Twitter

De Giro, de Ronde van Italië, startte dit jaar in Israël. En dan weet je dat we in een enkele voorbeschouwing moeten lezen dat er van alles mis is in de Gazastrook. Dan zien sommige columnisten en journalisten vooral de lijdende mens, wentelen Israëlcritici zich in onbegrip over de daden van de leidende mens om te overleven en haar/zijn burgers een veilig leven te garanderen. Natuurlijk zijn er Palestijnen en Arabieren die lijden, ook in Israël. Tegelijkertijd is het aantal lijdende broeders en zusters in Libanon, Syrië, Egypte, Irak, Iran, Turkije procentueel ontelbare malen groter dan de lijdende moslims in Israël. Lijdende Joden zijn er niet meer in de net genoemde landen, simpelweg omdat ze in de vorige eeuw op brute wijze zijn gedeporteerd uit de huizen waar hun ouders en voorouders vele jaren hadden geleefd.

Bovendien vrees ik zomaar dat veel Arabische broeders in de banlieues van Parijs, Lille, Luik of Brussel met iets meer kennis van het leven, graag Israël als woonbestemming zouden willen inruilen met hun zusters en broeders in Haifa en Tel Aviv. Als je over universiteitsterreinen in Israël loopt, zul je verbaasd zijn over het aantal studerende hoofddoekjes. En natuurlijk zou in een ideale samenleving sport los van de politiek moeten staan. Maar de realiteit is dat sport en politiek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zeg maar zoals Israël met het antisemitisme. Er zijn duidelijke voorbeelden in het verleden waar mondiale sportevenementen zijn misbruikt door ondemocratische regimes, met als duidelijkste voorbeelden de Olympische ‘Hitler’ Spelen van 1936 in Berlijn en het Wereldkampioenschap voetbal in 1978 in Argentinië van Jorge Videla, en zijn toenmalige onderminister Jorge Zorreguieta.
De komende wereldkampioenschappen voetbal in Rusland en Qatar kunnen ook niet los worden gezien van politiek. Het aantal leden van het uitvoerend comité van de wereldvoetbal-organisatie FIFA dat is geschorst omdat ze aantoonbaar corrupt zijn gebleken bij de toekenning van de WK’s aan Rusland en Qatar, overtreft het aantal dat zonder omkoping van en voor Rusland en Qatar heeft gestemd.

Israël zelf is het duidelijkste voorbeeld van de invloed van de politiek op de sport. Geografisch gezien is Israël een Arabisch-Aziatisch land, maar de buurlanden weigeren tegen dit land te spelen of in veel gevallen Israëlische sporters een visum te verlenen. Dus komen Israëlische ploegen uit in de Europese competities uit. Zo won Maccabi Tel Aviv al meerdere keren de Europa Cup Basketbal en heeft ook de UEFA, de Europese voetbalbond, Israël geadopteerd. Israëlische teams spelen uit politieke noodzaak in Europese competities en dus is elke deelname van deze teams aan Europese liga’s een politieke daad. Maar ook dan is extreme haat tegen Israël zeker niet uitgesloten. Neem de Egyptenaar Mo Salah, de ster van Liverpool en onlangs gekozen tot de beste voetballer van de Premier League. Toen hij enige jaren geleden met FC Basel voor de Europa Cup tegen Maccabi Tel Aviv speelde, weigerde hij vlak voor de aftrap de spelers van Maccabi Tel Aviv de hand te schudden, het vaste ritueel voor een officiële, internationale wedstrijd. Tot ergernis van de manager van Maccabi Tel Aviv, Jordi Cruijff, deed Salah uiterst onbeschoft alsof hij zijn veters moest strikken. Hij wilde demonstratief met Israëliërs, hij bedoelde Joden, geen handen schudden.
Waarom wekte deze daad de woede van de jonge Cruijff? Bij Maccabi Tel Aviv spelen namelijk Joodse en islamitische spelers. Salah schoffeerde dus ook de Arabische Israëliërs van Maccabi Tel Aviv; hij misbruikte de sport voor de politiek.

Sport kan ook een positieve invloed hebben op de politiek. De Olympische Winterspelen in Zuid-Korea van dit jaar kregen voor elkaar wat geen politicus de laatste jaren was gelukt. Dankzij de Spelen ontdooide de ijsmuur tussen de twee gezworen vijanden Noord- en Zuid-Korea. Niet de Verenigde Naties of een of andere internationale organisatie als Amnesty International, maar de Olympische Spelen gooiden bluswater op een van de grootste internationale brandhaarden. De autistische leider van Noord-Korea trad uit zijn bunker en schudde de hand van zijn Zuid-Koreaanse collega. Zeer opmerkelijk is dat ausgerechnet de Amerikaanse president Donald Trump van beide leiders lof krijgt toegezwaaid voor zijn bemiddelende rol.

Op eenzelfde wijze heeft de start van de Giro in Israël voor een verrassende ontspanning gezorgd. In het peloton rijden twee ploegen die worden gesponsord door oliestaatjes uit het Midden-Oosten die geen betrekkingen onderhouden met Israël. Sterker nog: die Israël niet eens erkennen. Hun adoptie van een wielerploeg is klein grut vergeleken bij de politieke betekenis van de start van de Giro in Israël. Noem het voor mijn part ‘wielerdiplomatie’, maar die heeft er in elk geval voor gezorgd dat de wielerploegen van Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) aan de start stonden in Jeruzalem.
Zoals Jordi Cruijff altijd uitdroeg dat spelers van Maccabi Tel Aviv alleen werden beoordeeld op hun voetbalkwaliteiten, zo verklaarde ook de man die de Giro naar Israël haalde, de Canadese miljardair Sylvan Adams, dat hij blij is dat ploegen uit de Emiraten en Bahrein altijd welkom zijn in Israel; zodat rijders uit alle landen altijd en overal tegen elkaar kunnen sporten.

Het gegeven dat officiële vertegenwoordigers van Arabische oliestaten die Israël niet erkennen, hun sportploegen lieten starten in Jeruzalem, maakt de start in Israël tot een meer dan geslaagde stunt. En dan is het mooi meegenomen dat Tom Dumoulin de geschiedenis ingaat als de winnaar van de proloog.

Categorie:

Home » Columns en opinie » De politieke betekenis van de Giro – column Frits Barend