De schaamte (allang) voorbij – column Ya’akov Almor

Almor

In aanloop naar de verkiezingen in Israël schreef ik vorige week over de ontwikkelingen in het midden en aan de linkerzijde van de Israëlische politiek. Mijn voorspelling, dat een assortiment van generaals, een burgemeester en andere politieke kopstukken met grootheidswaanzin zou afhaken, kwam uit. Daar hoefde ik overigens geen profeet voor te zijn. De heren kozen gelukkig voor het fatsoen en het belang van het land. De overblijvende kanslozen aan linkerzijde zijn Benny Ganz met Blauw-Wit, en professor Yaron Zelikha, met de ‘Economische Partij’. Dat ook zij nog voor de verkiezingen de uitgang mogen vinden.

In deze column buig ik me over de rechterflank, en het ruikt daar niet echt lekker. Erger nog, het stinkt op rechts, voornamelijk door toedoen van Netanyahu’s ongevenaarde talent voor politieke koehandel. Ik vind het werkelijk ten hemel schreiend dat door toedoen van onze premier er nu een extremistische racistische, fascistoïde rechtse partij in de race is. Het gaat hierover ‘de Religieuze Zionisten,’ een feitelijke reïncarnatie van de racistische, fascistoide ‘Kach’ partij van wijlen ‘rabbijn’ Kahana. Daarover zo meer.

Veel partijtjes
In Israël hebben zich in de afgelopen week niet minder dan 39 partijen ingeschreven bij het Centraal Verkiezingscommittee, twee meer dan in Nederland. In tegenstelling tot Israël kent het Nederlandse kiesstelsel echter geen kiesdrempel (misschien is het daar nu eindelijk tijd voor?). Volgens de laatste peilingen maken hier in Israël alleen de volgende partijen een reeële kans de kiesdrempel over te komen:

– Likud (29 zetels)
– Yesh Atid (‘Er is toekomst’, 17 zetels)
– Yesh Tikwa (‘Er is hoop’, 14 zetels)
– Joint List (deze keer een samenwerkingsverband tussen drie Arabische partijen Chadash, Ta’al en Bal’ad – ook spottend wel de ‘Joint List Minus One’ genoemd, 7 zetels(
– Yamina (‘Rechts’, 10 zetels)
– De Arbeidspartij (7 zetels)
– De Torapartij (6 zetels)
– Yisrael Beteinu (‘Israël ons Huis’, 6 zetels)
– De Religieuze Zionisten (4 zetels)
– Meretz (4 zetels)
– Blauw-Wit (4 zetels)
– Ra’am (de partij die zich van de Joint List afscheidde, 4 zetels).

Wie naar de bovenstaande lijst kijkt, kan zich misschien voorstellen dat Netanyahu tevreden en minzaam glimlacht. Door zijn toedoen is Blauw-Wit van zijn rivaal Gantz uit elkaar gespat. Hij is erin ook in geslaagd flinke onenigheid onder de leden van de Joint List stichten. Bovendien heeft hij de samenstelling van de partijen op zijn rechterflank naar zijn hand te zetten: de ‘Het Joodse Huis-partij’ doet niet aan de verkiezingen mee, maar zal haar kiezers vragen Yamina te steunen. Vriend en vijand zijn het hierover eens: niemand speelt het politieke pokerspel beter dan Bibi, en niemand voert de bijbehorende kaartentrucs beter uit dan Bibi.

Zonder gene
Maar Nethanyahu liet zijn meest schaamteloze manier van werken – anderen noemen het zijn meest briljante zet – zien in hoe hij de twee extremistisch- en ultra-rechtse partijen tot eenheid dwong. Betzalel Smotrich, leider van de ‘Nationale Eenheidpartij’, en Itamar Ben-Gvir, leider van ultra-rechtse partij ‘Joodse Kracht’, kondigden onlangs aan samen onder de noemer ‘De Religieuze Zionisten’ de verkiezingen in gaan. Zoals ik hierboven al zei, deze lijst is de facto een reïncarnatie van de Kach-partij van wijlen ‘rabbijn’ Kahana.

Denk nu niet dat je Netanyahu zelf hierover hoort. Hij geeft slechts bij hoge uitzondering radio- of televisieinterviews. Over het algemeen laat hij dit over aan zijn ‘poedel’, een minister zonder portefeuille, Tzachi HaNegbi, de zoon van wijlen legendarische en alom geliefde lid van de Knesset Ge’oela Cohen.

In een interview op Channel 12 werd HaNegbi stevig ondervraagd. De kernvraag ging over Netanyahu’s inmenging in het ontstaan de Religieuze Zionistenpartij. Het was beschamend en pijnlijk te zien hoe HaNegbi, zichtbaar ongemakkelijk, zich in vele kronkels en bochten wrong om Nethayahu’s handelen te rechtvaardigen; en zonder de ideologie van de Kahana’s opvolgers duidelijk te veroordelen. Arme Ge’oela. Zij, zelf nationalistisch rechts, maar doordrongen van ethiek en democratische waarden en normen, moet zich in haar graf omgedraaid hebben.

Geen nieuwelingen
Ik ben blij dat de Israëlische demissionaire premier er niet in geslaagd om nieuwe coryfeeën voor zijn eigen partij aan te trekken. Een lange stoet van generaals, burgemeesters en hoge regeringsambtenaren heeft Netanyahu’s aanbod voor een reeële plaats op de Likud-kieslijst al beleefd, maar beslist afgewimpeld. Wat zij roken, rook ik toen ook. Maar mijn mond viel werkelijk open toen bleek dat Netanyahu de ongebreideld rechtse publiciste Galit Distel Etebaryan hoog op de kieslijst van Likud had geplaatst. Naar haar hielen likkende gedrag en haar uitspraken gemeten, kan Distel misschien wel vergeleken worden met het controversiële Amerikaanse Republikeinse Congreslid Marjorie Taylor Greene.

Opvallend is dat behalve HaNegbi geen van de andere Likud-ministers en Knessetleden, die ik in mijn vorige column ‘scheldend rapalje’ noemde, nauwelijks iets van zich laten horen in de media. Netanyahu heeft ze hierover ongetwijfeld een zwijgverbod opgelegd. Immers: ‘L’Etat, c’est moi.’

Tot slot: Wie in Nederland de Israëlische politiek een beetje volgt, zal het opvallen dat er vele overeenkomsten zijn tussen de politieke ontwikkelingen in beide landen. Daarover zal ik graag in een toekomstige column eens uitweiden.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » De schaamte (allang) voorbij – column Ya’akov Almor