‘Dit museum doet het individueler’ – presentatie NHM

NHM, voorgevel (beeld: P. Damen)

Het Nationaal Holocaust Museum (NHM) gaat zondag open. Zo’n naam voelt volgens Paul Damen ongemakkelijk: je gaat sowieso niet gezellig een middagje Sjoa kijken. Damen ging voor Jonet.nl langs bij de perspresentatie. ‘Dit nieuwe museum slaagde erin de massaslachting terug te brengen tot wat het was: moord. En dat dan ruim honderdduizend maal’.

Hoe maak je een museum over mensen die nimmer een monument, of ook maar een graf kregen? Anne Frank was anoniem gebleven zonder haar nagelaten dagboek. Hoeveel meer geschiedenissen zijn er dan totaal vergeten? Bij het al bestaande namenmonument is dit museum de inzoomende appendix, door te vertellen wie ze waren, hoe ze leefden, en wat ze nalieten, en zo al die individuen weer terug te brengen waar ze thuis horen: bij ons. En levend.

Decor

Maar toch. Judith Belinfante, oud-directeur van het Joods Historisch Museum, verwoordde het zo: “Eigenlijk is dit museum iets wat niet te verdragen is.” En dat klopt: want al snel verzuipen in vergelijkbare musea de slachtoffers in de massaliteit, in stapels schoenen, brillen, of koffertjes. Dat worden iconen, met een sfeer van heiligheid eromheen. Alsof de treurnis pas tastbaar wordt als je een vergelijkbare wagon als waarmee ze werden afgevoerd, kunt aanraken.

Dit museum doet het individueler, zei hoofdconservator Annemiek Gringold al in de pers. ‘Wij gaan de bezoekers niet foppen met een nagebouwd decor van bijvoorbeeld een barak.’ Het lijkt een lichte sneer naar Herinneringscentrum Westerbork, waar een barak, eerder geëindigd als kippenschuur, herplaatst werd in het voormalige kamp en zo een loden lading meekreeg.

Hier krijgen juist de kleine, haast onbeduidende dingen de meeste aandacht. De deportaties vind je terug via persoonlijke objecten, zoals het voetbalspel dat Nicootje Kroese voor zijn verjaardag kreeg. Via zijn vriendje Cor uit de Lepelstraat belandde het hier. Kroese werd niet ouder dan elf.

Poederdoos

Zo telt het nieuwe museum talloze nagelaten persoonlijke voorwerpen. De dichter Armando sprak ooit van een ‘schuldig landschap’ op plaatsen waar de moord plaatsvond of werd voorbereid. Zo zijn alle persoonlijke voorwerpen hier ‘schuldige spullen’. Die voorwerpen en de individuele verhalen eromheen zijn, vergeleken met het eerder massaal museaal beleden martelarendom, een sprong vooruit. Zie: ze hebben geleefd!

De al genoemde Belinfante zag het armbandje van haar vaders nichtje terug, de schrijfster Ronit Palache hoorde hier voor het eerst de stem van haar overgrootvader. Jaap Snatager bracht een pakketje met in vetvrij papier het afgeknipte haar van zijn zus en moeder, beiden vermoord, en van David en Dina Wertheim liggen er de gestreken tachrichim, de doodshemden die ze nooit zouden dragen. De poederdoos van Chaja Borzykowski, die de 22 net niet haalde, het tinnen bordje van Suzi Katz, die als driejarige uit de crèche kwam en tien dagen later vermoord werd.

Keien

Maar ook de daders worden levend: we zien hoe Johann Niemann, plaatsvervangend commandant van Sobibor, zorgeloos op een zonnig terras zijn bier drinkt. In 1943. Zo geldt het terugbrengen tot de individuele essentie ook voor de daders. Geen anonieme moordmachine, maar wel heel veel individuele moordenaars.

En het is, overigens, een zegen dat het museaal oprukkende wokisme, dat verbeeldt veel te verbinden maar niets zegt, hier geweerd wordt – behoudens een tekstje over ‘wat jij kunt doen voor een rechtvaardige, democratische en open samenleving’. Tsja, dat waren geen waarden waar de nazi’s wat mee konden, en zij waren nou precies het probleem.

Buitengang in het NHM (beeld: P. Damen)

Weer buiten meldt de actualiteit dat duidelijk door de grote keien die zijn neergelegd voor de veiligheid, nu het aantal antisemitische incidenten nog nooit zo hoog is geweest. Je moet niet denken aan het moment dat een malloot hier de eerste kei door de ruiten keilt. Want Gaza, want Joden.

Binnen kun je zien waar dat soort denken toe leidt, als elke moord er een is. Het is juist die sprong van massa naar enkele mens die dit museum indrukwekkend én ongemakkelijk maakt. Daarmee is het een museum voor alle 104.000, stuk voor stuk, en voor ons allemaal.



Categorie: |

Home » Achtergrond » ‘Dit museum doet het individueler’ – presentatie NHM