Een honkbalfan in de Snoa

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Curaçao heeft enige roem verworven in de afgelopen jaren omdat het een ‘leverancier’ is van uitstekende honkbalspelers. Maar liefst vijftien van hen spelen in topclubs in verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten.

Curaçao is tevens de trotse thuishaven van Mikvé Israel-Emanuel oftewel de Snoa, de oudste nog in gebruik zijnde synagoge op het Westelijk halfrond. De Snoa werd ingewijd in 1732 en is gebouwd naar het voorbeeld van de trots van Amsterdam: de Portugese Synagoge op het Jonas Daniël Meijerplein.

Er zijn nog steeds elke vrijdag en zaterdag diensten in de Snoa. Hoewel de Joodse gemeenschap op het eiland snel slinkt, worden de banken in de Snoa toch gevuld en wel door toeristen die het eiland bezoeken tijdens een cruise.

Maar wat hebben die twee met elkaar te maken, honkbal en een synagoge? “Mijn voorganger was een enorme honkbalfan,” zegt de huidige spiritueel leider van Mikvé Israel-Emanuel, chazzan Avery Tracht. “Mensen in de gemeente hebben mij verteld dat in zijn droosjes (preken) altijd wel een analogie met honkbal voorkwam. Het is een zeer cosmopolitische gemeente”, vertelt Tracht. De leden reizen veel en hebben overal banden, ook op het gebied van honkbal.

Gemeentelid David Maduro voegt daar aan toe: “Bedenk dat we zo’n zestien, zeventien spelers in de belangrijkste clubs hebben. Als de New York Yankees tegen de Angels spelen, heb je Andrelton Simmons aan de ene en Didi Gregorius aan de andere kant. Je vraagt je af: wie moet ik steunen?” Maduro, wiens vader in Schenectady (in de staat New York) opgroeide, zegt dat hij ‘gewoonlijk’ voor de Yankees is.

Het kleine eiland heeft drie officiële talen: Nederlands, Engels en Papiamento, een van het Portugees afgeleide mengtaal met Hebreeuwse woorden die in de zeventiende eeuw ontstond, toen de Sefardische handelaren het eiland aandeden. Tot op de dag van vandaag is hun invloed aanwezig. Bij een trouwerij, als het glas is gebroken, roepen de aanwezigen b’simanto (van het Hebreeuwse b’siman tov) als gelukwens. Zelfs de niet-Joden op het eiland kennen de uitdrukking.

Dus: b’simanto Didi Gregorius, en denk eraan dat je wordt gesteund door Joden van Willemstad tot aan Williamsburg (buurt in New York City).

Categorie:

Home » Nieuws » Sport » Een honkbalfan in de Snoa