Een ode aan Gorbi – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

Net als velen werd ik vorige week overvallen door de dood van Michaël Gorbatsjov, de laatste leider van de Sovjetunie. Natuurlijk was hij al op hoge leeftijd en daarom kwam het in die zin niet als een grote verrassing, maar toch deed het wat met mij. Zeker gezien de oorlog in Oekraïne, een land waarmee ik een bijzondere band heb en waarover ik op Jonet.nl vaker schreef, maar ook om wat er sinds de komst van Vladimir Poetin in Rusland is veranderd.

Dankzij Gorbatsjov mochten de Sovjet-Joden hun geloof beleven en eindelijk kiezen voor aliya naar Israël. Dat was echter niet het enige. Zo mocht het Joods Humanitair Fonds (JHF) ook projecten ondersteunen voor de wederopbouw van de Joodse gemeenschappen in Oost-Europa. En zo kwam er subsidie voor vakantiekampen voor Joodse kinderen in Rusland. Voor Gorbatsjov was Raissa, zijn in 1999 overleden echtgenote, een steun en drijvende kracht. Zij had gestudeerd en met haar kon hij ook over staatsproblemen praten. Ze was bepaald geen etalagepop die alleen maar in een mooie jurk op bijeenkomsten mocht verschijnen.

In mijn tijd als Eerste Kamerlid was ik ook lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie kwam ook het lidmaatschap van Rusland daar aan de orde. De Russische niet-communistische parlementsleden hanteerden in Straatsburg de term DOM Europa, want ‘Europa is ook ons gezamenlijke huis.’ Ze zeiden: “Daarom willen wij lid worden van de Raad van Europa. En ja, we weten dat er veel mankeert aan ons Russische rechtssysteem en het mensenrechtenbeleid, maar daar kunnen en moeten we samen aan werken om het te verbeteren.”

Die reflecties waren voor mij de reden dat ik toen als enige lid van de Nederlandse delegatie voor het lidmaatschap van Rusland stemde.

Vorige week kwamen enkele duizenden Russen afscheid nemen van de overleden Michaël Gorbatsjov, die niet eens een staatsbegrafenis kreeg. Poetin was afwezig, omdat zijn werkschema daar geen tijd voor bood. Een groter onzin-argument voor iemand die zijn agenda grotendeels zelf bepaalt is nauwelijks denkbaar. Er zijn volgens mij verschillende werkelijke redenen voor Poetins afwezigheid. Hij is een angsthaas en bang te worden neergeschoten wanneer hij in het openbaar verschijnt.
Ook verdomt hij het iets moois over Gorbatsjov te moeten zeggen. Zijn korte bezoek, een paar dagen eerder, met dat slappe bosje rode rozen van de kruidenier om de hoek vond hij voldoende.

Daarnaast vreesde Poetin ongetwijfeld te worden uitgejouwd door de Russen die wel aanwezig waren en zich nog goed kunnen herinneren hoe Gorbatsjov een einde probeerde te maken aan het Sovjet-regime. Dat was de tijd waarin enige vorm van vrijheid gloorde. En hoe die geest van Gorbatsjovs nog levend was in die rouwstoet bleek duidelijk uit de gesprekken die door buitenlandse journalisten werden opgetekend.

In tegenstelling tot zijn voorgangers – Gorbatsjov en Boris Jeltsin – maakte Poetin ‘rust en orde’ tot zijn thema. Niets ontziend is hij op weg terug naar het herbouwen van dat Groot-Russische Rijk, met onder meer een taboe op alle vormen van vrije meningsuiting. ‘Gorbi’ verschafte echter hoop op een betere en vrijere toekomst. Voor alle inwoners van Rusland en andere voormalige Sovjetlanden is zijn regeerperiode alleen nog een verre herinnering.

Lees ook:
‘Van Thijns nagedachtenis is mij dierbaar’ – column Hanneke Gelderblom

‘Ed van Thijn was een bijzonder mens. Een raspoliticus,  die in enkele boeken helder heeft beschreven  hoe hij tegen dingen aankeek en wat zijn duidelijke mening was. De talloze necrologieën in alle kranten laten zien dat velen dat vinden. Zelf heb ik jarenlang intens met hem samengewerkt in het International Center for Peace in the Middle East (ICPME), een in vele landen bestaande vredesbeweging opgericht door en onder de bezielende leiding van Abba Eban, de toenmalige minister Buitenlandse Zaken van Israël…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Een ode aan Gorbi – column Hanneke Gelderblom