Gelatenheid – column Ya’akov Almor

Almor

Over een paar dagen gaan we in Israël voor de vijfde keer in minder dan drie jaar naar de stembus. Het is inmiddels geen nieuws meer, en dat heeft zo zijn invloed op hoe de verkiezingen door de burgers ervaren worden en door de media verslagen worden. Er heerst – wederom – geen enkel gevoel van opwinding, verwachting, of hoop. Eerder een sfeer van gelatenheid. Dat was vroeger toch wel heel anders!

Ik kan me nog goed herinneren hoe ik in 1996 na het verkrijgen van het Israëlische staatsburgerschap, voor het eerst mocht stemmen voor de nationale parlementsverkiezingen. Het was weliswaar niet mijn eerste bezoek aan het stemlokaal, maar dit was toch anders. Ik stemde hier al verschillende keren eerder voor de gemeenteraadverkiezingen. Net als in Nederland mogen in Israël permanent ingezetenen die (nog) niet de Israëlische nationaliteit hebben wel stemmen voor de raadsverkiezingen.

In de weken voorafgaand aan de verkiezingen waren de billboards, spandoeken en posters in de openbaarheid stickers zeer zichtbaar. Al enkele honderden meters voor je bij de school, waar de stembus in een van de klaslokalen te vinden was, aankwam, werd je al aangesproken door vertegenwoordigers van de verschillende partijen. Daar kreeg je allerhande propagandamaterialen in je handen geduwd.

Er zijn echter lichtpuntjes. Afgelopen vrijdag liepen meer dan vijftienduizend – vooral jonge – demonstranten door Tel Aviv om de strijdende politieke partijen op te roepen de zorg voor klimaat bovenaan op hun agenda’s te plaatsen. De vereniging Na’amat, een Hebreeuwse afkorting voor de ‘Werkende Vrouwen en Vrijwilligers’ , roept via betaalde reclames in de media vrouwen op toch wel te gaan stemmen en vrouwenrechten daarbij in acht te nemen. De Vereniging voor een Kwaliteitsoverheid hield een symposium waarbij de bescherming van de rechtstaat, vrouwenrechten, transparantie, en ethica uitgebreid aan bod kwam. Politici uit beide kampen namen hieraan deel.

Op straat zie of merk je daar echter weinig van. In mijn ‘durp’ Mitzpe Ramon is er nauwelijks een spandoek of poster te zien. Wanneer er al over de verkiezingen gesproken wordt, gaat het in mijn kringen vooral over of en hoe Netanyahu, in plaats van Yair Lapid, erin zal slagen een ultrarechtse regering te vormen. We zijn dan meest beducht voor een mogelijke coalitie met de de Religeuze Zionistenpartij, waar de extremistische en fascistoïde Itamar Ben Gvir en de uitgesproken homofobe Avi Maoz, onderdeel van zullen zijn.

Eén ding is echter duidelijk: er is een relatief groot aantal Israëlische burgers die pas achter het gordijntje van de stembus een keuze zal maken. ‘Zwevende stemmen’ heten die kiezers. Op de vragen of de kleine partijen – Meretz, Ayalet Shakeds Joods Huis, De Arbeiderspartij en de Arabische splinterpartijen – de kiesdrempel van 3,25 procent zullen passeren én hoeveel Arabische Israëli’s naar de stembus zullen komen, krijgen we pas na de verkiezingen antwoord.

Ik heb mijn columns al eens vaker beëindigd met de uitdrukking ‘Hoop doet leven’. In dit geval eindig ik graag met een zin uit een bekend liedje van wijlen de gevierde Israëlische troubadour Mëir Ariël: “We hebben Farao overleefd, hier komen we ook wel overheen.”

Lees ook:
Boodschappen op wielen  – column Ya’akov Almor

‘In mijn vorige column deelde ik mijn frustratie over de hoge prijzen en het gebrek aan concurrentie in de Israëlische economische huidhouding. Die frustratie deel ik met grote delen van de Israëlische bevolking. Over twee maanden gaan we (op 1 november) voor de vijfde maal in drie jaar naar de stembus. Het begint duidelijk te worden dat in deze vijfde ronde de scherp stijgende levensonderhoudskosten een grote rol gaan spelen…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Gelatenheid – column Ya’akov Almor