Joodloos Jeruzalem – column Paul Damen

Paul Damen (Foto: J. Blik)

Eind mei, Jeruzalemdag, was het weer voorspelbaar bal op de Tempelberg. De zich Palestijnen noemende Arabieren laten immers geen kans op keet lopen. Jeruzalem is immers Arabisch en bezet – terwijl de al drieduizend jaar Joodse hoofdstad alweer ruim drie eeuwen opnieuw een ruime Joodse meerderheid kent. Niettemin geeft Jeruzalem als enige stad, met Rome, het beheer over een stukje centrum aan een vreemde mogendheid. Nu zal de Roomse clerus niet snel met spandoeken protesteren tegen de ‘bezetting’ van Vaticaanstad en met in de Sint Pieterskerk opgespaarde keien de Italiaanse politie bekogelen. In Jeruzalem is dit vaste prik.

Niks Joodsigs
Als historische claim kennen de Arabieren enkel de Kor’an: op die Tempelberg landde Mohammed (vzmh) met zijn vliegpaard Buraaq tijdens zijn nachtretour Mekka-Jeruzalem. Knap omdat zijn Saoedische volgelingen jarenlang verboden werd rechtstreeks naar Israël te vliegen, te paard of anderszins. Daarnaast, zo claimt de Arabisch-islamitische wereld, stond daar niks Joodsigs want Adam, Eva, Abraham en Mozes waren al moslim lang voordat de verheven profeet (vzmh) zijn zegenrijke religie uitventte.

Al Wahid
De huidige moefti van Jeruzalem, sjeik Mohammed Achmed Hoessein, waarvan je toch zou denken dat hij als hoogste rechtsgeleerde verstandige dingen zou moeten zeggen, verkondigde op 25 oktober 2015 vanaf zijn kansel dat die Al Aqsa-moskee (begin achtste eeuw) al drieduizend jaar in een Joodloos Jeruzalem stond. Sterker nog, al 30.000 jaar, sinds de schepping. Ondertussen meldt zijn eigen geschiedenisboek dat de moskee-bouwheer kalief Al Wahid regeerde van 705 tot 715. De naam Al Aqsa, ‘de verre’, verwijst ook naar Kor’an-soera 17:1 (over die nachtvlucht van Mo) terwijl de Kor’an pas rond 610 aan Mohammed is gedicteerd door G’d zelf, compleet met de passages waarin Zijn Verkoren Volk als nogal onbetrouwbaar wordt neergezet. Nee, logica is nimmer een dingetje onder onze mohammedaanse vrienden.

Boze wolf
Tegen die sprookjeslogica valt eigenlijk niet op te boksen, even zinloos als zeggen dat de wolf uit Roodkapje helemaal niet praten kan. Maar zolang, volgens de Palestijnen, Israël die boze wolf is, legitimeert hen dat om uit historische gebouwen gerukte keien op klagende Joden beneden te keilen. In dit tempo staat er over een paar duizend jaar niks meer overeind op die Tempelberg en zijn we van het hele probleem af. Wel jammer, want die Al Aqsa is een behoorlijk verbouwde Byzantijnse Maria-basililiek, wat de onder de houten vloer verborgen laat-Romeinse mozaïeken bewijzen. En daaronder – zo ontdekte de Britse archeoloog Robert Hamilton bijna een eeuw geleden na de zoveelste aardbeving – zit ook nog een enorm mikwe (een Joods badhuis) verborgen. Hetgeen hij wijselijk uit zijn verslag aan de Arabieren wegliet.

Stront raakt ventilator
Inmiddels zit Israël met die niersteen op de Tempelberg opgescheept. Toen Israël in 1967 in zes dagen het land veroverde dat hen al een halve eeuw beloofd was door de toenmalige supermachten, raakte de stront de ventilator. Want Joden in een Joods land, dat moeten we niet hebben, aldus Jordanië – waar nog enkele tienduizenden oorspronkelijke bedoeïenen de Arabische decimering overleefden, de overige Jordaniërs zijn ‘Palestijn’ of anders. Nee, zei Saoedi-Arabië – waar de Byzantijnse bevolking al door Mohammed’s Arabische leger werd uitgeroeid. Nee, zei Egypte – waar diezelfde binnenvallende Arabische nomaden het Hamito-Semitische ras dat die Nijldelta al duizenden jaren bewoonde, de geschiedenis uitschreven.

Waqf
Moshe Dayan z’l maakte geen militaire maar een grote politieke vergissing door het beheer over die Tempelberg over te laten aan het verslagen Jordaanse koningshuis, de meest nabije nazaten van Mohammed. Alsof wij na de overwinning op nazi-Duitsland hadden gezegd: jullie mogen voortaan de Dam beheren, als goedmakertje. Die Jordaanse beherende ‘waqf’ waar men zo nu mee schermt, is enkel een islamitische, religieuze stichting zonder macht over de openbare orde. Die moet enkel erop toezien dat je je schoenen uitdoet als je de moskee betreedt. Het zijn wetsgeleerden, geen ordehandhavers. Dat zijn die Israëlische politiemannen wél. Tijdens de status quo tussen 1967 en 2000 mocht iedereen die bult dan ook ongeremd op, tot de Hamas-heefthoofden recent blijkbaar het beheer overnamen.

Koning Hoessein
In Dayan’s deal ging dat beheer trouwens naar de Hasjemitische koning van Jordanië, nadrukkelijk niet naar het land. Die koning betaalde recent dan ook alle restauraties uit eigen zak. Het in 1994 opnieuw bevestigde akkoord zegt het in artikel 9 duidelijk: ‘Israël verbindt zich ertoe de huidige speciale rol van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië in de heilige moslimheiligdommen in Jeruzalem te respecteren’. Da’s alles. Mocht de Jordaanse koning worden afgezet, dan vervallen al zijn rechten. Dus als de Palestijnse terreurclub ‘Zwarte September’ er in 1970 in geslaagd was dat koningshuis uit te moorden, dan was exact het tegenovergestelde bereikt van wat die Pally’s eigenlijk wilden: de macht over die Tempelberg. Maar ja, zoals gezegd, logica en Arabieren.

De Verheven Bult
Niettemin beklommen dus twee weken geleden exact 2626 Joden de Verheven Bult. Al moest dat via de ‘Marokkaanse poort’, die even vernederende als spuuglelijke constructie vanaf het Klaagmuurplein. Terwijl de gemiddelde moslimmens de keuze heeft over maar liefst negen gelijkvloerse poorten elders. Alsof Ajax-fans maar door één poortje de Kuip in mogen. Tsja.

Ik heb een Romeins muntje, een zilveren denarius, het toenmalige kwartje. Die komt uit het jaar 70, toen Vespasianus de Joodse opstand vrijwel had onderdrukt en de tempel verwoest. Zijn kop staat er op, en op de keerzijde leunt een treurende mevrouw ‘Judaea’ tegen een palmboom. De boodschap is helder: het kostte ons een jaar of zeven, maar we hebben die perfide Joden eronder gekregen. Opluchting ook, want aan het begin verjoegen die Joden het sterkste leger der toenmalige wereld uit Jeruzalem en stichtten er enige jaren hun eigen kortdurende koninkrijk. Elk jaar op Jeruzalemdag neem ik dat muntje mee in mijn portemonnee. Met als verborgen boodschap: ‘niks volgend jaar in Jeruzalem,’ want ‘we’ zitten er al. Op een klein essentieel stukje na, ja. Daar moet nog even aan gewerkt worden.

Lees ook:
Javajoden – column Paul Damen

‘Mijn moeder werd geboren in het huidige Indonesië, toen nog ‘Ons Indië’, mijn opa z’l  ligt er nog steeds in een groot marmeren tweepersoonsbed alweer bijna een eeuw eenzaam te wezen. Maar zelfs zonder die link was de tentoonstelling ‘Revolusi!’ in het Rijksmuseum een must. Die loopt nog enkele weken…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Joodloos Jeruzalem – column Paul Damen