Ladino krijgt eigen instituut

Vlag van Spanje (wikipedia commons)

Het Ladino, de taal die nog mondjesmaat wordt gesproken onder Sefardische Joden, krijgt een eigen instituut in Israël. Het is de bedoeling dat dit wetenschappelijke centrum de taal levend zal houden. De Spaanse overheid biedt aan om het instituut te financieren. Het wordt dan ook een Israëlische dependance van de Spaanse Koninklijke Academie voor talen. Joden in en buiten Spanje zijn erg blij met de plannen, onder meer omdat het Ladino op deze wijze professioneel en wetenschappelijk verankerd wordt.

Momenteel wordt het Ladino nog door een handjevol Joden gesproken. In Israël hebben ongeveer 400.000 mensen enige kennis van de taal, die ooit floreerde op het Iberisch schiereiland. Na 1492, het jaar waarna de Joden in Spanje massaal werden vermoord of verdreven in het kader van de Inquisitie, verdween de taal. Hij dook onder andere op in het Ottomaanse Rijk, een van de plaatsen waar veel Sefardische Joden (Joden uit Spanje en Portugal) naartoe vluchtten. Momenteel wordt de taal nog door een paar Joden in Turkije levend gehouden. Zo onderhouden ze een krant in het Ladino.

De Spaanse overheid is zich bewust van de fouten die het land maakte tijdens de Inquisitie en draagt deze schuld openlijk uit. Zo kunnen Sefardische Joden die het kunnen aantonen sinds een paar jaar in aanmerking komen voor een Spaans paspoort en zijn de banden met Israël aangehaald. Tijdens de begrafenis van de Israëlische staatsman Shimon Peres – 2016 – zat de Spaanse koning Felipe VI op de eerste rij. Het oprichten van het Ladino-instituut hoort bij dit beleid.

Volgens Darío Villanueva van de Spaanse Koninklijke Academie is het Ladino een taal die behouden moet worden voor het nageslacht. “Wonderbaarlijk genoeg is er ontzettend veel bewaard gebleven van het Ladino. Er zijn literatuur, folklore, bijbelvertalingen en zelfs moderne kranten in het Ladino”, aldus Villanueva.

Categorie:

Home » Nieuws » Joodse wereld » Ladino krijgt eigen instituut