Leven op de Zuidas van Israël – column Ya’akov Almor

Almor

Netanya is een typische Israëlische immigrantenstad. Onlangs was ik daar te gast in een troosteloze buitenwijk, maar dan wel voor een belangrijk doel: de redactievergadering van het blad Aleh. Stieken had ik willen vergaderen in een café aan de boulevard, maar hier moesten we het mee doen. Gelukkig was er een zeer goede gastheer die ons ontving. Er stond zelfs boterkoek op tafel. Maar hoe kwam ik nou in Netanya terecht? Sinds een jaar of drie ben ik mederedacteur van Aleh, het Nederlandstalige medium van de Irgoen Olei Holland (IOH), een organisatie van en voor Nederlandse immigranten in Israël. De IOH organiseert onder meer sociale en culturele activiteiten voor de Nederlandse gemeenschap, maar behartigt ook de belangen van Nederlanders in hun oude moederland en nieuwe vaderland. Verder bieden we hulp en begeleiding aan recente nieuwkomers uit de polder.

Naast de boterkoek kwam de planning voor de vijf komende edities van 2019 op tafel. “Ya’akov, jij woont tegenwoordig in het diepe zuiden, kunnen we niet eens wat over die periferie schrijven?” vroeg Bart Berman, de hoofdredacteur. Er volgde een korte discussie waarin duidelijk werd dat in het zuiden van Israël de spreiding van de voornamelijk bejaarde leden erg wijds is. Daarom is het te ingewikkeld om in die regio regelmatig evenementen te organiseren. Tegelijkertijd, zo vertelde een ander redactielid, zijn er ook veel jongere Nederlanders woonachtig in de Negev-woestijn, maar die zijn weer geen lid van het IOH en hebben misschien ook ‘geen zin in al die oudjes’. Wat kunnen we überhaupt over het zuiden vertellen? Ik: “Zolang je over het zuiden blijft denken en spreken als de periferie zullen we daar niet gauw aansluiting vinden bij de Nederlanders. Als je ze anders benadert, lukt het misschien wel.” Er volgde een levendige discussie. Moeten de artikelen over Nederlanders in het zuiden gaan of kunnen we ook over onderwerpen met een Hollands tintje schrijven? Neem de algenkwekerij bij Eilat, dat door een Nederlands bedrijf wordt gerund. Er werden nog meer onderwerpen opgesomd en gegevens van ‘zuiderlingen’ doorgegeven.

Het resultaat van de discussie was dat het eerste nummer van Aleh in 2019 zal gaan over het thema ‘De Zuidas – van Kiryat Gat tot aan Eilat’ en over Nederlanders die in het zuiden van Israël wonen. We kiezen voor de term ‘Zuidas’ omdat deze in Nederland bekend staat als het nieuwe zakendistrict van Amsterdam. Zo houden we een binding met ‘de polder’. De eerstvolgende taak is om die landgenoten – jong en oud – in de Negev op te sporen en om te achterhalen wat welke verhalen ze te vertellen hebben. Verhalen van de Zuidas.

Laat ik eens beginnen met mijn eigen verhaal, want ik ben zo’n Nederlander op de ‘Israëlische Zuidas’. In Mitzpe Ramon, een woestijndorp van zo’n 5.500 inwoners, waar ik sinds iets meer dan een jaar woon, behoor ik tot het handjevol Hollanders. Ik ben hier niet gekomen om landgenoten te leren kennen, maar veel meer vanwege de prachtige omgeving, het goede klimaat, de bijzondere samenstelling van de bevolking, en ja, dat ook, omdat ik het hier me kon veroorloven om een huis te kopen.

Na een jaar in Mitzpe Ramon begin ik nog maar net te begrijpen hoe speciaal deze plek is. Elke week spreek ik wel iemand met een bijzonder verhaal. Een paar maanden geleden ontmoette ik Shalev Ad El in de plaatselijke pub HaBerech (De Tap). Shalev vertelde dat hij een klassieke muzikale opleiding heeft genoten en onder andere aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag heeft gestudeerd. Hij is klavecimbelspeler. De man woont met vrouw en kinderen in ons dorp, maar reist om de twee of drie weken af om ergens in Europa of verder we op te treden. Dit doet hij met een van de vele ensembles waarbij hij betrokken is. “Ik hou van een rustig leven,” grapt Shalev. Zijn antwoord begreep ik goed. Het is namelijk prima toeven in Mitzpe Ramon.

Vanzelfsprekend wordt ook ik regelmatig gevraagd wat ik hier kom doen. Na een aantal van deze gesprekken gevoerd te hebben, antwoord ik tegenwoordig dat ik ‘een digitale bedoeïene’ ben. Sinds eind jaren tachtig werk ik als journalist, communicatiespecialist, voorlichter en strategisch adviseur in de internationale diamant- en edelsteenindustrie, en handel. Ik werk al vele jaren vanuit mijn thuiskantoor. Zolang ik maar een laptop en een goede internetverbinding tot mijn beschikking heb, kan ik mijn werk goed doen. Net als Shalev maak ik regelmatig de twee uur durende autorit naar het Ben Gurion-vliegveld voor een opdracht ergens in het buitenland. In het begin zag ik wel op tegen die afstanden, maar algauw ben ik er aan gewend geraakt. Voor een ritje naar Be’er Sheva – heen en terug zo’n 160 kilometer – draai je na en paar keer je hand al niet meer om.

Daarom denk ik dat het met dat Zuidas nummer van de Aleh wel gaat lukken. Er zullen voor het interviews en ontmoetingen wel wat meer ritjes moeten gemaakt moeten worden, maar wandelen, fietsen en autorijden verveelt hier nooit. Je ziet dit, vaak ongerepte (Bijbelse) landschap letterlijk telkens weer in een ander licht. En het is altijd weer leuk en mooi om thuis te komen. Voor Jonet ga ik nu een column vanuit Mitzpe Ramon en Israël schrijven. Ik zal me richten op mijn leven in het woestijndorp, maar ook op mijn besognes en de actualiteiten in heel Israël. Het is een bijzonder land. Mijn Beloofde Land.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Leven op de Zuidas van Israël – column Ya’akov Almor