Martijn Katan: ‘Joods verzet was groter dan gedacht, onderzoek is nodig’

Martijn Katan (wiki)

Het verzet dat door Joden werd gepleegd, was in de bange jaren ’40-’45 misschien groter dan gedacht. Dat meldt Nieuwsuur aan de hand van het boek ‘Geen makke schapen’ van auteur en wetenschapper Martijn Katan. Hij ontdekte dat hij tien familieleden had die in het verzet zaten. Onder andere zijn vader, een oom en een achterneef kwamen op eigen wijze in opstand tegen de nazi’s. Ze deden koerierswerk en vervalsten persoonsbewijzen, maar ook ging het om liquidaties van landverraders. Katan dook de archieven in, ondervroeg zijn familieleden en verrichtte online speurwerk. “Alles wijst erop dat veel meer Joden in het verzet zaten.”

“De Joden hebben zich als makke lammetjes naar de gaskamer laten leiden. Het wordt nog steeds gezegd,” aldus Katan in het programma. Echter, tot op de dag van vandaag is nog steeds onbekend hoe groot het Joodse verzet geweest moet zijn. Katan vindt dat er een groot onderzoek naar moet komen. Bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en Genocidestudies (NIOD) staat zo’n onderzoek ‘hoog op het verlanglijstje’, aldus directeur Frank van Vree. “Wij hopen dat we binnen afzienbare tijd dit onderzoek ook daadwerkelijk uit kunnen voeren.”

Twee jaar geleden kwam een FvD-senator in opspraak nadat hij beweerde dat ‘de Joden zich als makke lammetjes naar de slachtbank’ hadden laten leiden. Dat wordt wel vaker gezegd, maar klopt niet, stelt Van Vree. “De historicus Jacques Presser heeft wel eens gezegd dat het verzet in de Joodse gemeenschap minstens zo groot was, zo niet groter dan onder de rest van de Nederlandse bevolking.” Volgens Katen waren er vijf keer zoveel Joden in het verzet dan niet-Joden. “Alles wijst erop dat er heel veel Joden in het verzet zaten van wie niemand ooit iets heeft geweten. Zelfs de namen die we kennen, leiden al tot een percentage dat relatief twee keer zo hoog is als van de Nederlanders. En misschien waren het er heel veel meer.”

Onderzoek is nodig, zo blijft Katan vinden. Maar de Joodse Nederlanders moeten meer doen. “Naast een onderzoek, moet de Joodse gemeenschap de oorlogsverhalen vooral aan elkaar doorvertellen. Mijn vader heeft zelfs zijn vrouw nauwelijks iets verteld over de gruwelen die hij in de gevangenis in Scheveningen en in Kamp Amersfoort heeft meegemaakt. Ze wilden de kinderen er niet mee belasten, het achter zich laten”, zegt Katan tegen Nieuwsuur. “Maar ik denk ook dat ze niet goed konden overbrengen hoe gruwelijk het werkelijk was.”

Over Katan
Martijn Katan is een Nederlandse hoogleraar in de voedingsleer aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en schrijver van enkele populairwetenschappelijke boeken over voeding. Vanaf 1976 werkte hij aan de Wageningen Universiteit en in 1998 werd hij daar tot persoonlijk hoogleraar in de humane voeding benoemd. In 2005 werd Katan geselecteerd als vooraanstaand Wagenings onderzoeker voor het project Keur de Wetenschap. In het kader daarvan werden vele van zijn publicaties gedigitaliseerd en Open Access gemaakt. Katan was eveneens ‘Nutrition Foundation Professor’ aan de Universiteit van Nijmegen en wetenschappelijk directeur van het ‘Nutrition and Health;-programma van het Wageningen Centre for Food Sciences. In 2005 stapte hij over naar de Vrije Universiteit, waar hij als hoogleraar voedingsleer aan de slag ging.

Lees ook:
Goochelen met getallen – boekrecensie ‘Geen makke schapen’
‘Het is niet ongebruikelijk dat gepensioneerden het archief induiken om de geschiedenis van hun familie uit te zoeken. Je hoeft er geen gediplomeerd historicus voor te zijn.  En het is in elk geval een stuk minder gevaarlijk dan het kopen van een motorfiets of in Sicilië parachutespringlessen te volgen. Corona zorgt voor lege archieven, maar anders zie je de nijvere geslachtkundigen (het zijn meestal mannen) verdiept in oude paperassen…’ 

Categorie:

Home » Nieuws » Martijn Katan: ‘Joods verzet was groter dan gedacht, onderzoek is nodig’