Minister Hoekstra waarschuwt voor antisemitisme en pleit voor medemenselijkheid

Hoekstra
Youtube

Minister Wopke Hoekstra (CDA) van Financiën heeft gewaarschuwd voor opkomend antisemitisme in de maatschappij. Dit deed hij dinsdag tijdens de tweejaarlijkse Ronny Naftaniellezing van het Joods Humanitair Fonds. De CDA’er stond stil bij de aanslag in Pittsburgh, het oorlogsverleden van zijn familie en de wijze waarop de Nederlandse overheid met oorlogstegoeden is omgegaan. Maar ook gaf Hoekstra iets prijs van zijn visie op de samenleving: tweedeling voorkomen, onderwijs toegankelijk houden voor iedereen en de klimaatuitdaging ook mogelijk te maken voor mensen met een kleine beurs. Uiteindelijk pleitte Hoekstra voor meer medemenselijkheid om uitdaging in de individualistische samenleving aan de gaan. Hij sprak zijn rede uit in de glazen zaal van de Liberaal Joodse Gemeente in den Haag.

Naftaniel in actie
Hoekstra stond still bij de aanslag op een synagoge in Pittsburgh, die gepleegd werd door een antisemiet, en stelde dat deze schietpartij aantoont dat Jodenhaat de realiteit van vandaag is. “We konden dit weekend nog in de krant lezen hoe online en offline antisemitisme ook in Nederland toeneemt. Tachtig jaar na de Kristallnacht laat het zien dat we gezamenlijk tegen dit gif in de samenleving moeten blijven strijden,” aldus Hoekstra, die doelt op een artikel in de Volkskrant waar antisemitisme in rechtse kringen werd behandeld. Hij wees op Ronny Naftaniel en zijn strijd. “Ik herinner mij hoe ik als kind de heer Naftaniel op televisie zag deelnemen aan het publieke debat. Het vuur waarmee hij al decennialang strijdt voor het Joodse volk, komt voort uit de verschrikkingen van het verleden. Uit de jaren ’40-’45, die de levens van zovelen van ons, op zoveel verschillende manieren bepaald hebben.”

Onderduikers
De grootouders van de minister hadden Joodse onderduikers in huis en andere familieleden zaten in het verzet, zo benadrukte hij. Zijn opa was docent klassieke talen. “Op een ochtend verscheen een van zijn leerlingen niet in de klas. De toegang tot de school was hem verboden. Omdat hij Joods was. Om wie hij was. Mijn grootvader begon hem na verloop van tijd thuis les te geven. Een kleine stap, want hij vond de jongen aardig, en het ging om niet meer dan af en toe een les. Al snel kwam de vraag of mijn grootouders deze jongen een tijdje in huis konden nemen. Een iets grotere stap: mijn grootvader kende de jongen, en het was maar tijdelijk.” Toen de leerling na een paar weken naar een ander adres vertrok, duurde het niet lang of er werd opnieuw een beroep op Hoekstra’s grootouders gedaan. “Een Joods echtpaar betrok de zolderkamer van hun rijtjeshuis in Alkmaar. Dat was een fundamentele stap: het waren mensen die zij niet kenden, aan wie zij niets verplicht waren, en voor onbepaalde tijd.”

Medemenselijkheid
Hoekstra benadrukte dat medemenselijkheid van belang is. Zijn grootouders en hun daden zijn voor hem een groot voorbeeld. “Een beetje medemenselijkheid is makkelijk als het goed gaat, als je geld genoeg hebt en als je geen risico loopt. Het wordt een stuk moeilijker als je pech hebt in het leven. Als je weinig geld hebt, of als je grote risico’s loopt,” aldus de minister van Financiën. Nederland is een land van gevers, een land van mantelzorgers en een land van vrijwilligers. Hij nam daarmee een voorbeeld aan het Joods Humanitair Fonds dat zich door tsedaka (afgeleid van het Hebreeuwse woord voor rechtvaardigheid) laat leiden. Nederland heeft een lange traditie van helpen en geven, zo stelde Hoekstra vast. “En toch is er in ons land iets bijzonders aan de hand. Veel mensen maken zich zorgen over de samenleving. Over verruwing, over verharding, en vooral over toenemende tegenstellingen.”

Zorgen om tweedeling
“Het Sociaal-Cultureel Planbureau waarschuwde een paar jaar geleden al voor een tweedeling. Tussen mensen die vertrouwen hebben in de toekomst, in Europa, in technologie en in globalisering, en mensen die met wantrouwen kijken naar de snel veranderende wereld, en bang zijn te verliezen wat ze hebben. De fear of falling van de Amerikaanse middenklasse zie je in toenemende mate ook hier in Nederland. De vooruitgang van die groep is nog niet tot een halt gekomen, zoals in Amerika. Maar de angst dat je kinderen het niet beter krijgen dan jijzelf, die is er wel,” vertelde Hoekstra, die in de tweedeling een grote politieke uitdaging ziet, ook voor hemzelf. “De opdracht is om de grote vraagstukken waar de samenleving voor staat, ook daadwerkelijk met z’n allen te kunnen meemaken. Dat betekent bijvoorbeeld dat onderwijs, tot en met de universiteit, voor iedereen toegankelijk moet zijn, en moet blijven. Wat je ouders ook doen, of wat ze verdienen. Dat betekent dat die enorme klimaatuitdaging, die we móeten volbrengen, ook te dragen moet zijn voor mensen met een kleine portemonnee. En dat betekent dat ontwikkelingen op het gebied van technologie, van innovatie, van artificial intelligence, niet mogen resulteren in een samenleving van winnaars en verliezers.”

Relaties tot anderen
De Joodse filosoof Martin Buber betoogde dat de mens pas werkelijk mens wordt in relatie tot een ander, in de ontmoeting. Hij schreef over ‘de smalle bergkam waar Ik en Gij elkaar ontmoeten’. Dat ‘rijk van tussen’ zoals hij dat noemt, wijst voor toekomstige generaties een weg voorbij individualisme en collectivisme, betoogde Hoekstra. “Ik geloof met Buber dat de Ik pas echt mens wordt in relatie tot de ander. De afgelopen eeuwen is het gelukt om onze individuele vrijheden te bevechten op de overheid en op het collectief, en dat is een groot goed. Iedereen heeft in Nederland de vrijheid om te geloven wat hij wil, te zeggen wat hij vindt, te kiezen van wie hij houdt, en te zijn wie hij is. We moeten daar geen millimeter op afdoen. Het is van onschatbare waarde. Maar het is ook waar, dat we op een hyper-individualistisch punt in de geschiedenis zijn aangekomen. Dus de vervolgvraag is: hoe streven we, zonder iets af te doen aan individuele vrijheden, naar relaties en verbinding?  Hoe kijken we voorbij het hier en nu? Of eigenlijk: hoe kijken we voorbij het ik en het eigen belang?”

Geluk als munteenheid
Hoekstra kwam met voorbeelden uit zijn gezin, waar hij zijn kinderen zo goed mogelijk probeert te begeleiden waar het om maatschappelijke vraagstukken gaat. Een poosje terug ontmoette hij de Amerikaans-Israëlische Tal Ben-Shahar. Hij geeft les in geluk. “Ben-Shahar noemt geluk the ultimate currency, de ultieme munteenheid. Dat is als minister van Financiën natuurlijk even slikken, maar het is geen onredelijke gedachte. Ben Shahar ziet het helpen van anderen als een van de essentiële elementen voor een gelukkig leven. Hij citeert de filosoof Ralph Waldo Emerson die zegt: it is one of the most beautiful compensations of this life that no man can sincerely try to help another without helping himself. Van medemenselijkheid worden we dus allemaal beter. Het leidt tot geluk, tot dankbaarheid en tot wederkerigheid. Het verkleint verschillen en tegenstellingen. En het zorgt voor meer saamhorigheid in de maatschappij.”

Beluister de hele toespraak via deze link.

Categorie:

Home » Nieuws » Minister Hoekstra waarschuwt voor antisemitisme en pleit voor medemenselijkheid