Moreel leiderschap – column Chantal Suissa-Runne

Chantal Suissa-Runne
Chantal Suissa-Runne

Faalde de Protestantse Kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog?

“Hoi Chantal, wat vind je ervan de dat De Protestantse Kerk Nederland schuld belijdt aan de Joodse gemeenschap voor haar optreden voor, tijdens en na de oorlog?” zei een aardige programmamaakster van de KRO-NCRV-programma Jacobine op 2 aan de lijn. “Hmmm, daar moet ik even over nadenken, want ik hoor het nu voor het eerst.” Door mijn volle agenda van de afgelopen week had ik dat bericht even gemist. Mijn nieuwsgierigheid was echter gewekt, dus ik belde even een rondje langs bevriende rabbijnen, bestuurders en andere actievelingen binnen mijn gemeenschap. Het bleek nog niet breed te leven, maar dat zou kunnen zijn omdat de bewuste excuses, die in kerkelijk jargon niet zo genoemd worden, daar heet het schuld belijden, nog niet officieel zijn uitgesproken.

Wel kwam er een voorproefje onze kant op. PKN-scriba René de Reuver zou bij de herdenking van de Kristallnacht voornemens zijn de volgende woorden uit te spreken: “Wij schoten tekort in spreken en in zwijgen, in doen en in laten, in houding en in gedachten.” En in zijn woorden: “Schuld is het diepste woord dat je voor falen kan gebruiken. We distantiëren ons niet van het verleden, maar we nemen onze verantwoordelijkheid en erkennen onze fouten.” Daarnaast worden het niet verheffen van de stem en het nalaten op te komen voor de bedreigde Joodse gemeenschap voor, tijdens en vlak na de Holocaust genoemd. 

Grote woorden. Ik vind het nogal wat. Toen ik studeerde heb ik eens een paper gewijd aan het zwijgen van de Paus en het Vaticaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen afgelopen maart de geheime archieven uit die tijd eindelijk open gingen sprak ik erover met een bevriende voormalig priester uit mijn netwerk, zie zelf actief was in Rome. Dat betrof echter de katholieke kerk, die geloofde in stille diplomatie, maar het naliet als centrum van macht haar stem te verheffen tegen de nazi’s. Dan heb ik het niet over zeer moedig verzet vanuit lagere geestelijken, want dat was er en ook in Nederland.

Vergeven
Maar even terug naar de Protestantse Kerk. Excuses 82 jaar na de Kristallnacht… heeft dat zin? Allereerst valt de generatie van nu niets te vergeven. Ik ben een groot voorstander van verzoening, omdat het volgens mij goed is voor de ziel en helend kan zijn. Tegelijkertijd is het daadwerkelijk vergeven aan de mensen die onrecht is aangedaan. Wie ben ik om iemand te vergeven wat mijn vader en grootouders is aangedaan? Daarnaast vind ik dat je kinderen nooit, maar dan ook nooit, de wandaden van hun ouders mag nadragen. Als er nou één bijbels principe in mijn ogen achterhaald is, dan is het wel dat van wraak tot in de zoveelste generatie. Nee we hebben juist meer liefde en compassie nodig.

Dat ontslaat ons niet van de plicht te benoemen wat er fout ging. Helaas is de kerk er in Europa eeuwenlang mede verantwoordelijk voor geweest dat er een anti-Joods klimaat heerste. De aanklacht dat de Joden Christus zouden hebben vermoord en de vervangingstheologie hebben veel onschuldige levens verwoest. Dat mogen we nooit vergeten. Een deel van mijn familie kwam hier immers op de vlucht voor de Inquisitie. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw werd van deze aanklacht officieel en definitief afscheid genomen.

Rol van kerken
De nazi’s hingen dan wel een racistische versie van antisemitisme aan, niet op geloof, maar op een ziekelijke rassenleer gebaseerd, die leer viel wel in vruchtbare aarde na eeuwenlang geïnstitutionaliseerd antisemitisme door zowel de kerk als in veel gevallen de staat. Er zijn kerken geweest die meewerkten met de nazi’s of de NSB. Er waren mensen, die weliswaar Joodse kinderen tijdens de oorlog het leven redden en hen doopten en opnamen in hun gezinnen, maar in het slechtste geval weigerden ze vervolgens deze kinderen terug te geven aan de teruggekeerde Joodse familie, nu zij toch als goede christenen leefden. Een goede vriend van ons kreeg pas op zijn tiende aan een keukentafel te horen wie hij eigenlijk was en dat zijn ouders nooit meer terugkwamen. Vaak zweeg de kerk uit angst voor het eigen behoud of represailles. Het instituut is volgens deze analyse zeker tekort geschoten.

Tegelijkertijd is het niet zo zwart-wit. Er waren veel predikanten, die zich in hun preken uitspraken tegen de Jodenvervolging. Sommigen vormden zelfs de spil van belangrijke verzetsgroepen. Er zijn veel Joodse kinderen gered uit pure naastenliefde, die na de oorlog wel aan hun familie zijn teruggegeven of liefdevol in het gezin opgenomen bleven wanneer iedereen bleek te zijn vermoord. Het is ook niet waar dat de kerk zicht nooit heeft verzet. Op 11 juli 1942 tekenden de gezamenlijke kerken officieel protest aan tegen de aangekondigde jodendeportaties middels een telegram. Hitler had persoonlijk bevolen openlijke confrontaties met de kerk uit de weg te gaan, dus niet de ondertekenaars, maar de tot het katholicisme bekeerde Joden werden op transport gesteld als represaille. De meesten waren eerder gevlucht uit nazi-Duitsland.

Familie
Mijn eigen vader, zoon van een Portugees-Joodse moeder en een van huis uit protestants Duitse vader, werd uit veiligheidsoverwegingen gedoopt. Hij werd geboren in het Warschau van 1936. In die tijd werden kinderen in Polen of ingeschreven in de doopregisters van de kerk of na bij besnijdenis ingeschreven bij de Joodse gemeenschap, aldus mijn vader. Hoewel noch mijn oma, noch mijn opa iets met het katholicisme hadden, kozen zij voor het eerste. En zo kon het dat mijn eigen Joodse vader gedoopt is. Het gezin verbleef in Polen voor het werk van mijn opa, maar keerde vlak voordat Hitler Polen binnenviel terug naar Nederland. Daar ging mijn opa, Illo Runne, in het verzet, maar hij werd verraden en daar hij in de Eerste Wereldoorlog officier bij de Wehrmacht was, werd hij extra hard aangepakt en gemarteld. Hij brak niet. De man was een rots. De hele verzetsgroep overleefde en mijn opa keerde terug naar zijn Joodse gezin, diep gedesillusioneerd en teleurgesteld in zijn vaderland en alles waar hij ooit als jonge man voor had gevochten.

Moreel leiderschap
Dan weer terug naar het gebaar van de Protestantse Kerk Nederland. In een tijd van polarisatie, complotdenken en toenemend racisme, moslimhaat en Jodenhaat is het nooit verkeerd te reflecteren op het verleden. Om mij heen zie ik predikanten en anderen die actief zijn in kerken en zich uitspreken tegen onrecht. De diaconie ontfermt zich over eenzame ouderen, ongedocumenteerden en vluchtelingen. Niet zelden zijn het juist mensen uit de kerken die een oproep doen tot naastenliefde en compassie met de kinderen die onder erbarmelijke omstandigheden vastzitten in vluchtelingenkampen aan de grenzen van Europa.

Deze rolmodellen spreken zich uit, voeren actie en zwijgen niet. Dat is in het huidige politieke klimaat geen populair geluid helaas, maar het kenmerkt moreel leiderschap. Als voorzitter van de dialoogcommissie van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam ben ik blij dat we de banden met de kerken juist weer aan het aanhalen zijn. Deze bijzondere tijden vragen bij uitstek om moreel leiderschap en het bieden van perspectief. Daarvoor kijk ik naast onze politici en leiders uit het maatschappelijk veld, bij uitstek naar de geestelijk leiders van ons land. Samen kunnen wij het goede voorbeeld geven en voorleven dat we de lessen uit het verleden hebben geleerd. Het antwoord op de vraag bovenaan deze column laat ik graag aan de lezer. Belangrijker vind ik dat de Protestantse Kerk van nu zeker niet faalt. Integendeel.

Lees ook:
Een (eigen-)wijs volk – column Chantal Suissa

‘Het is een warme julidag en ik lig in een safari-tent op een camping in de Ardèche een boek te lezen. Eindelijk zomervakantie na dit bevreemdende coronajaar. Aan mijn linkerhand een wand bedekt met plaatjes van olifanten in een Afrikaanse savanne, om me heen het getsjirp van krekels. De kinderen spelen met vriendinnetjes in een riviertje, maar ik ben aan de Nieuwe Achtergracht en in het Gooi. In de oude Jodenhoek, een onderduikvilla en op alle plekken in Amsterdam die ik zelf zo goed ken…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Moreel leiderschap – column Chantal Suissa-Runne