Nuttig maar soms naïef – recensie ‘Over grenzen, mijn leven in Israël’

Kok Boekencentrum Uitgevers

Er is geen land waar, behalve reisgidsen, zoveel boeken over verschijnen als over Israël. Deels verklaarbaar vanwege de fascinatie in de grotendeels christelijke wereld voor wat zij het Heilige Land noemen. Maar recent levert ook het nu al driekwart eeuw durende conflict met de Arabische buren genoeg stof op voor beschouwingen en boeken. Al was het maar omdat Israël het politieke equivalent is van voetbal – iedereen heeft er verstand van.

Maar Israël is bij uitstek een complex land. Onderschatting daarvan levert soms catastrofale correspondenten op, die, daar gedumpt vanuit hun vorige standplaats in pak hem beet Sri Lanka, pardoes in Israël belanden zonder ook maar de taal te kennen. Met het idee: het is het meest ‘westerse’ Midden-Oosten, dus dat moet lukken. Hun verslagen over Israël zijn dan ook navenant – een berucht voorbeeld is de vanuit Nederland opererende NRC-‘correspondente’ Carolien Roelants die geestelijk nog steeds in Iran vertoeft.

Kaleidoscopische blik
Het is dan ook verfrissend, informatief en nuttig eens een boek te lezen over Israël van een nota bene Nederlandse journaliste die al geruime tijd in het land verblijft. Het deze zomer verschenen Over grenzen, mijn leven in Israël van Joanne Nihom is zo’n boek. Ze woont er al ruim vijftien jaar, terwijl haar ouders er al dubbel zo lang woonden. Ze weet, kortom, waar ze het over heeft. Nihom heeft duidelijk inzicht in de gelaagde, complexe samenleving die Israël is. Dat levert artikelen op die verder gaan dan de alledaagsheid van de gemiddelde correspondent. De vorm waarin haar boek is gegoten, is evenmin alledaags: middels journalistieke stukken, maar ook in proza, gedichten, dagboekfragmenten, columns en commentaar, verschaft Nihom een Kaleidoscopische blik op Israël met soms verrassende inzichten.

Maar het boek heeft niet voor niets de ondertitel ‘Mijn leven in Israël.’ Niet ‘leven in Israël’ – Nihoms boek is subjectief en daar kleven zowel voordelen als nadelen aan. Het grote voordeel is dat de auteur doordringt op plekken waar normaal een correspondent enkel van droomt. Na lezing van dit boek zal niemand meer over ‘Apartheid’ daar spreken: de Arabieren, of ze zich nu Palestijnen of wat ook noemen, worden geplaatst op de plek die ze in werkelijkheid ook hebben – als onlosmakelijk onderdeel van de Israëlische samenleving. ‘Eretz’, de Joodse staat, is bij uitstek een ultra-multicultureel, inclusief en divers land.

Lappendeken
Het tweede grote voordeel van Nihom’s subjectieve aanpak is dat die ruimte laat voor een optimistische opvatting. Zien velen in het Westen het land vooral als een vat vol tegenstellingen en conflicten, Nihom bewijst: samenleven in deze lappendeken is mogelijk, gewenst zelfs. En het aardige is: háár Israël bestaat inderdaad. Ja, men slaat elkaar soms om niks de hersens in, maar die verdeeldheid en vetes zijn, zoals iedereen zal ervaren bij een bezoek, uitzonderingen.

Alleen wil het Westen daar niet aan. Daar staan de vooroordelen vast: op die zogenaamde ‘West Bank’ wonen alleen bebaarde Amerikaanse orthodoxe Joden in forten, omringd door krijgszuchtige ‘Palestijnen’. Wie echter zo’n ‘kolonisten-nederzetting’ zoals het inmiddels al ruim een halve eeuw bestaande stadje Ariël hier nog steeds genoemd wordt, ziet hoe men daar, zonder muur of wat ook vreedzaam samenleeft. Men gaat naar dezelfde supermarkt, leest elkaars boeken, past op elkaars kinderen en leent elkaar zo nodig de tractor. Op dat microniveau is Israël, inclusief ‘betwiste gebieden’ (een eufemisme voor wat doorgaans ‘West Bank’ genoemd wordt) in feite al een ‘mixed society’ zoals men die zou wensen. Nihom schetst talloze optimistische initiatieven met hoopvolle namen als Together beyond Words, de Hand in Hand-school, het Peres Center for Peace, het sportieve Cruijff Court, tot en met de Interfaith Encounter Association – allemaal organisaties die inderdaad ‘over grenzen’ gaan zoals Nihoms boek getiteld is.

Enigszins naïef
Maar het nadeel van die aanpak is dat Nihom enigszins naïef overkomt. Want je kan nog zo aardig bruggenbouwend met elkaar omgaan, de meerderheid van de Arabieren, zowel binnen Israël als bij de buren, ziet de Israëli toch als overheersende partij en is daar allesbehalve blij mee. Ja, veel Arabieren geven bij élke enkète de voorkeur aan het paspoort van de goed georganiseerde Israëlische staat, met de betere gezondheidszorg, scholen, infrastructuur en welvaart in het algemeen. Maar nog steeds is het niet hún welvaart. En ja, de ‘betwiste gebieden’ zijn inmiddels vooral economisch zo vergroeid met Israël dat er steeds minder aparte gebieden bestaan.

Alleen negeer je dan de politieke pendant, en dat is precies wat Nihom te vaak doet. De politiek geeft de doorslag in dit conflict, de politiek van Iran en Hamas, en die van de zojuist vertrokken Netanyahu die de verscheurdheid van het land eerder bevorderde dan bestreed. Te vaak verzucht Nihom vrome wensen over samenleven en vrede, die niet zozeer de werkelijkheid weergeven maar een ietwat naïeve toekomst.

Zie hoe de recente interne stammenstrijd in Israëlische strijd tussen Arabieren en Joden het land verraste, en besef: dit gedoe gaat nog héél lang duren. Al moet daarbij gezegd dat de rellen en rotzooi daar vooral geregeld waren door halfcriminelen van zowel Joodse als Arabische afkomst: relsteden als Lod en Bat Yam zijn zo ongeveer het Amsterdam-West van Israël. Maar als een simpel Jeruzalems conflict over het erkennen van huiseigendom kan ontaarden in een heilige oorlog, is herstel van de vrede nog ver weg.

Optimistische woke-wereld
Zeker nu het merendeel der Israëli de laatste jaren de route naar rechts heeft genomen, lijkt Nihom te vaak te verblijven in een optimistische woke-wereld waar van alles zou moeten en mooi zou moeten wezen. Maar dat gebeurt niet, wat haar optimisme enigszins onaantastbaar maakt. Het is vooralsnog haar vrome wens dat de Arabieren, die Nihom uitgebreid in dit boek aan het woord laat, zich samen met de Joodse Israëli thuis gaan voelen ín Israël. Niet Gaza is daarbij de sleutel, maar het land zélf, zolang de recente lokale opstanden bewijzen dat die blijvende vrede nog wel even uit zal blijven. Nihoms boek levert daarbij niettemin een goed en hoopvol stemmend tijdsbeeld, maar wel van een tijd die, als we nu de televisie aanzetten, steeds meer voorbij lijkt. Of om Brecht te citeren in zijn Driestuiversopera: ‘Wer möchte nicht in Frieden und Eintracht leben? Doch die Verhältnisse, sie sind nicht so.’

Titel: ‘Over grenzen, mijn leven in Israël’
Auteur: Joanne Nihom
Uitgeverij: Kok Boekencentrum Uitgevers
ISBN: 978 90 435 3554 0
Prijs: 18,99 euro

Lees ook:
‘Grossman is de de absolute meester’ – recensie ‘Het leven speelt met mij’

‘Rafaël was vijftien toen zijn moeder doodging en hem verloste uit haar lijden’. Laten we beginnen met een compliment voor de vertaling van ‘Het leven speelt met mij’ door Ruben Verhasselt, die niet kortweg noteert; ‘toen zijn moeder stierf’, maar hij laat haar doodgaan. Sterven is zo snel, zo abrupt. Doodgaan daarentegen kost even tijd.
De moeder was te belangrijk om haar zomaar te laten sterven. Nee, zij ging dood. Wat een prachtige openingszin. De toon is gezet!..

Categorie: | |

Home » Nieuws » Nuttig maar soms naïef – recensie ‘Over grenzen, mijn leven in Israël’