Over polderen gesproken – column Ya’akov Almor

Almor

‘Jij hebt al verschillende malen verteld dat je in Nederland in een ontwikkelingsdorp op de zeebodem geboren en opgegroeid bent. Zou je daarover zou je hier in Mitzpe niet eens een voordracht kunnen houden?’ vroeg Dan Gazit eerder dit jaar. Hij is de coördinator van Masa’aot, de lezingenserie van Keshet, de lokale stichting voor Cultuur, Milieu en Maatschappij, waar wij beiden parttime voor werken. Afgelopen dinsdagavond was het zover. Gewapend met mijn laptop en twee grote, op karton geprikte kaarten van Nederland, toog ik naar het nabij liggende kunstenaarskwartier, naar onze pub ‘De Pomp’.

Lezing houden of niet, hoe engageer je in drie kwartier effectief een publiek dat nauwelijks iets over Nederland weet? Door duidelijk te laten zien hoe de polderprovincie gemaakt is en dat daar, net als in Israël, een grote, gedreven groep van sterk gemotiveerde mensen Nederlanders in midden vorige eeuw echt gepionierd heeft. Na een korte, goed geïllustreerde inleiding over de eeuwenlange strijd van de Nederlanders tegen het water, kregen de veertig toehoorders dit filmpje te zien.

Het was boeiend tijdens de tien minuten durende vertoning alle opmerkingen van het – vooral jongere – publiek te horen. ;He, dat soort filmpjes hebben we ook over onze kibbutz!’ en: ‘Zo’n zware caterpillar gebruikten ze bij ons ook bij de ontginning van het land!’ Maar ook: ‘Ah, zo’n plaatje van het hooien, met paard en wagen hebben ook van onze grootvader!’ Met een serie zwart-witfoto’s van de aanbouw van de eerste huizen in en boerderijen buiten Dronten, waar ik van 1962 to 1967 opgroeide, rondde ik mijn voordracht af.

‘Waarom ben jij eigenlijk in Mitzpe komen wonen?’ vroeg een jonge vrouw. Ik legde uit dat mijn oudste dochter Taïr jarenlang in het kader van de socialistische jeugdbeweging (in Nederland is dat HaBoniem) en ook in haar diensttijd vele zomers jeugdwerk in Mitzpe Ramon had gedaan. ‘Abba, al die jaren heb ik je horen zalven over je jeugd, de wijdsheid, vergezichten en ‘grote luchten’ in de polder,’ zei Taïr in de zomer van 2017 tegen me. ‘Dat zul je hier in Israël niet zo vinden, maar ik stel voor dat je een paar dagen bij vrienden van mij in Mitzpe gaat logeren. Ga aan de rand van de krater staan en zie of je hetzelfde gevoel kunt oproepen.’

‘Een maand later woonde ik al in Mitzpe,’ antwoorde ik de vrouw. ‘En ik heb er tot nu toe nog geen spijt van.’

Ik besloot de lezing met een verwijzing naar wijlen mijn vader, die een jaar geleden overleed. In 2003 werd Taïr Bat Mitswa. Haar Parasja, de Tora-afdeling, bleek het verhaal van Noach, van de Zondvloed. Mijn vader schreef zeer ontroerd te zijn omdat het verhaal van Noach zijn favoriete Bijbeltekst was. Hij zou zeker voor de Bat Mizwa uit Nederland overkomen.

In zijn speech tijdens de dienst zei mijn vader: ‘De Parasja die Taïr mocht voorzingen is mij zeer dierbaar. Heel eigenwijs zegt men in Nederland wel: De Eeuwige heeft de wereld geschapen, maar wij hebben Nederland gemaakt. Daarmee bedoelde men dat wij grote stukken land aan de zee ontrukt hebben door ze droog te leggen en er dijken omheen te leggen.’

Mijn vader vervolgde: ‘Het laatste grote project dat zeventig jaar geleden begon, was de drooglegging van de Zuiderzee die midden in Nederland lag. Ik heb lange tijd in die drooggelegde polders gewoond. Twee van mijn zonen en mijn dochter zijn op die zeebodem geboren. Maar zolang ik er woonde heb ik een beetje het gevoel gehad dat ik als het ware in dit verhaal van Noach, de ark, de duif, en de droogvallende zee woonde. Het was voor mij een symbool van de hoop en de toekomst dat niet het bedreigende water – symbool van alle ellende – overwint. Het geloof daarin hebben wij zelf en onze kinderen vandaag ook hard nodig.’

Moge zijn nagedachtenis tot zegen zijn.

Lees ook:
Red onze ye’eliem! – column Ya’akov Almor

‘Heeft u ooit een yaël onmoet? En dan bedoel ik niet een vrouw die Yaël heet. In Israël dragen immers vele tienduizenden meisjes en vrouwen die naam. Nee, ik heb het hier over de Nubische steenbok die in het Hebreeuws יעל ‘yaël’ wordt genoemd en waar de naam Yaël van is afgeleid. Hier in Mitzpe Ramon zien we de ye’eliem (de meervoudsvorm van yaël in het Hebreeuws) regelmatig in het straatbeeld. Op de begeleidende foto’s ziet u de ye’eliem grazen in de perken van Mitzpe Ramon’s Ben Gurion Boulevard. Ik schoot deze leuke plaatjes op een morgen eerder deze week…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Over polderen gesproken – column Ya’akov Almor