Trots voorop lopen – gastcolumn Ruben Vis

Ruben Vis (beeld: R. Vis)

Onlangs kwam het jaarlijkse rapport uit van het CIDI waarin de meldingen staan van antisemitische incidenten. Het waren er meer dan vorig jaar en het waren er volgens het bericht van het CIDI zelfs meer dan ooit. Wat moeten we er mee? Bang zijn? Bezorgd zijn? Zoals het coronavirus?

Door Ruben Vis

Antisemitisme is een virus, de vergelijking is vaak genoeg gemaakt. Antisemitisme, de Britse opperrabbijn Sacks heeft dat goed uiteen gezet, had ooit een religieus motief, later waren we van het verkeerde ras en inmiddels zijn we het verkeerde land. In de basis is het allemaal hetzelfde: haat tegen Joden.

Geen remmingen
Wanneer op een Nederlands Instagram account (Parratav) met voornamelijk jonge volgers het bericht verschijnt dat Israëlische wetenschappers binnen drie maanden verwachten een vaccin tegen het coronavirus te gaan testen, regent het reacties. Meer dan zeshonderd reacties, negatieve reacties, antisemitische reacties, want op sociale media bestaan geen remmingen op meningsuiting.

Vergelijking
Roept het de vergelijking op met de jaren dertig en de jaren veertig? Speelt het door mijn hoofd dat ik de leden van het kerkgenootschap zou moeten waarschuwen om Nederland te verlaten? Nee natuurlijk niet. Waar komt die bangmakerij toch vandaan? Wie is er gebaat bij uitingen van bezorgdheid? De geschiedenis herhaalt zich nooit exact en belangrijker, de vergelijking gaat niet op.

Vragenuurtje
Hoe is het nu? Iedere dinsdag houdt de Tweede Kamer een vragenuurtje. Daarin kunnen vier onderwerpen worden behandeld. De dinsdag nadat het CIDI-rapport was verschenen werd 25 procent van de tijd van het vragenuurtje besteed aan de bestrijding van antisemitisme. Op een enkele partij na, waaronder met name de heel kleintjes en de Christenunie (die partij kan bepaald niet beticht worden niet keer op keer aandacht voor het onderwerp te vragen – in tegendeel!) stonden Kamerleden van links tot rechts achter de microfoon om de minister van Justitie te bevragen en te attaqueren: de aanpak van antisemitisme moet intensiever, beter, grondiger.

Israël
Is er dan geen reden om te vertrekken? O jazeker wel. Om de zionistische droom werkelijkheid te laten worden in je eigen leven. Door je in het land Israël te vestigen en mee te werken aan de verdere opbouw van de Joodse staat, zowel economisch, cultureel en religieus als qua moraliteit en ethiek. Israël, het land, de staat, waar een vaccin wordt uitgevonden tegen het coronavirus, iets waar de wereld reikhalzend naar uitkijkt. Nog een reden om op aliya te gaan: om nog meer onze Joodse verplichtingen te vervullen dan dat we hier in de diaspora kunnen doen. Er zijn mitswot die alleen in Israël kunnen worden vervuld.

Heldenrol
De Poerim-episode speelt zich af buiten Israël. Mordechai was niet naar het Joodse land teruggekeerd met de andere ballingen toen die mogelijkheid zich voordeed. In Perzië vervulde Mordechai een heldenrol. Was hij daar niet gebleven dan had hij het moordplan op de Joden zoals Haman dat had bedacht, niet kunnen voorkomen.

Verhullen
Ester, met wie hij het plan wist af te wenden, is de naam van zijn nicht die koningin werd van Perzië. Ester betekent verhuld. De G’ddelijke Aanwezigheid was niet duidelijk zichtbaar maar was verhuld. Het verklaart waarom wij onze gezichten achter maskers verhullen op Poerim en ons verkleden zodat niet direct duidelijk is wie we zijn. Want eens per jaar, op Poerim, zetten we de hele zaak op z’n kop, dan draaien we alles om.

De rest van het jaar zijn we wie we zijn, laten we zien wie we zijn. Dat moet kunnen, dat moet mogen, en de overheid beschouwt zelf het als haar taak om daar voor op te komen. Dat het tonen van je Joodse identiteit in Israël gemakkelijker kan dan in Galoet, is de dagelijkse consequentie die we dragen. Soms met negatieve reacties, maar tegelijkertijd ook met een overheid en een parlement waar duidelijk is te horen dat het eigenlijk niet zo kan zijn dat de lijst antisemitische incidenten zo lang is.

Waardengemeenschap
Ester streed voor de belangen van haar volk. In de megilla lezen we: ‘Want Ester volgde hetgeen Mordechai haar had gezegd op, net zoals het geval was toen ze bij hem werd opgevoed’ (2:19). Ze voerde die strijd op basis van hoe ze het dus thuis voor zich had gezien. Ze voerde uit hetgeen haar was geleerd. Ester kwam uit een waardengemeenschap. Iets wat het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) ook is: een waardengemeenschap.

We leren ook van jongs af aan de waarden die we als gemeenschap koesteren en waar we als het nodig is voor staan. Dat zijn Joodse waarden, het beleven van de Joodse voorschriften en gebruiken, zoals het vieren van Poerim. We leren van jongs af aan te staan voor Joodse waarden, of dit nu is door uitvoering te geven aan de religie direct, of het je naar Joodse waarden gedragen in de maatschappij en in de één-op-één omgang met mensen.

Trots
Dergelijke dingen krijgen we mee van huis en we leren ze op Joodse les. Eind vorig jaar heeft Henny van het Hoofd, onze onderwijs-collega, een mijlpaal bereikt: het JELED-leerplan is af. De hele reeks werkboekjes voor kinderen van vier tot en met twaalf jaar die in de Joodse lessen worden gebruikt, is na een hele lange reeks van jaren afgerond. In het JELED-leerplan spatten die Joodse waarden van iedere bladzijde; èn Joods èn volgens de modernste pedagogische en didactische inzichten. Daarmee loopt het NIK in heel Europa trots voorop.

Auteur Ruben Vis is secretaris van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK)

Categorie: |

Home » Nieuws » Trots voorop lopen – gastcolumn Ruben Vis