Tweede Kamer tegen anti-Israël-gedrag VN
In de Tweede Kamer is een motie aangenomen die de aanhoudende anti-Israël houding van de Verenigde Naties veroordeelt. Volgens de indieners van het voorstel, de Partij Voor de Vrijheid (PVV), Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) en het Forum voor Democratie (FvD), heerst er binnen de VN een continue obsessie tegen alles wat Israëlisch is. Ze eisen onpartijdigheid en vinden dat de Nederlandse regering zich daar hard voor moet maken. Donderdag vonden andere Kamerfracties dat ook, waardoor de motie werd aangenomen. De indieners kregen steun van het CDA, 50plus, D66, de VVD en de ChristenUnie. De fracties van de SP, PvdA, DENK, GroenLinks en de Partij voor de Dieren waren tegen het voorstel.
De indieners namen de VN-mensenrechtenraad als voorbeeld. Israël is daarbinnen het enige land dat een vast agenda-onderdeel is bij de mensenrechtenraad terwijl landen als Syrië, Iran en Noord-Korea voortdurend de mensenrechten schenden. Deze landen blijven meestal buiten schot. Als het aan de Nederlandse regering ligt, komt daar nu verandering in. Immers, het kabinet moet de aangenomen motie uitvoeren. Het zullen de ministers Halbe Zijlstra (VVD) van Buitenlandse Zaken en Sigrid Kaag (D66) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn die hiermee actief de boer op moeten. Zij moeten de anti-Israël-resoluties voortaan ook blijvend afwijzen. Voor SGP-voorman Kees van der Staaij was het donderdag een memorabel moment. “Dit is een mooi begin van het nieuwe kabinet. Elk land heeft recht op een eerlijke behandeling, Israël dus ook,” aldus de gereformeerde politicus.
De mensenrechtenraad is volgens kenners niet de enige VN-organisatie met een anti-Israëlische houding, want ook bij de cultuurorganisatie UNESCO is het vaak bal. Vorig jaar nam het uitvoerend comité een omstreden resolutie over de band tussen het Joodse volk en Jeruzalem. Sindsdien mag de Tempelberg niet langer zo genoemd worden en staat Israël voor de UNESCO en de Verenigde Naties bekend als de ‘bezetter’ van de deze berg. Daarin wordt de plek alleen bij de Arabische naam genoemd – Al-Haram Al Sharif – en wordt Israël omschreven als ‘bezetter’. Het voorstel werd ingediend door zeven Arabische landen en is door een meerderheid van de Raad van Bestuur geaccepteerd.
Tevens ontkent de UNESCO de Joodse geschiedenis van stad Hebron en zijn archeologische opgravingen in het oosten van Jeruzalem volgens de instantie illegaal. Intussen hebben Israël en de Verenigde Staten hun lidmaatschap van de UNESCO opgezegd. Verder heeft de Israëlische premier Benjamin Netanyahu de financiële bijdrage van zijn land behoorlijk teruggeschroefd. De regering wil het geld bijvoorbeeld besteden aan ontwikkelingssamenwerking in onder meer Afrikaanse landen.
