Van Hogerhand – column Roland Vos

Roland Vos

Het was weer eens sjabbes en ik ging naar sjoel. Niet dat ik plotseling religieus was geworden, maar omdat ik werd uitgenodigd voor de kiddoesj van een goede vriend. En zo kwam ik voor het eerst bij de sjoel van AMOS – vrij vertaald: de Amsterdam Modern Orthodox Synagogue. Daar zag ik slechts twee mensen die ik nog niet kende, maar verder alleen maar goede en minder goede bekenden. Mooi om te zien dat de kleine meisjes en jongetjes waarvoor ik in 35 jaar tijd koosjere catering van hun bar – en bat mitswot verzorgde, nu reuzen zijn geworden (of ben ik zo klein?).

Ook lopen er bij AMOS enkelen rond waarvan ik zelfs de brith mila (besnijdenis) mocht verzorgen. Nou ja, de catering en kiddoesj natuurlijk, want zo’n vaste hand heb ik nou ook weer niet. Hiernaast was het mooi om te constateren dat een aantal van de huwelijken die ik mocht organiseren en cateren, nog steeds voortduurt – in Joods Nederland is dat helaas geen gegeven.

In een soort trance volgde ik de gebeurtenissen in sjoel om mij heen, met mijn eigen (religieuze) beleving. Het was voor mij een beleving, omdat ik de dienst niet kon volgen: ik spreek namelijk geen Hebreeuws en in het Nederlands gebeurt er bij AMOS niets.  Tijdens de dienst dwaalden mijn gedachten af naar vele mooie momenten en gekke gebeurtenissen op al die festiviteiten waar ik bij betrokken ben geweest.

Eén verhaal zal mij altijd bijblijven.

We zaten met ongeveer honderd gasten voor de bar mitswa van een familie in een klein vakantiepark ergens in Nederland. Het was ijskoud, echt voor Nederlandse begrippen ongekend: het vroor dat het kraakte. Omdat te verwachten was dat er veel behoefte zou zijn aan thee en koffie, had ik extra veel warmwaterketels neergezet.

Na de eerste run op warme drank begon ik mij toch zorgen te maken of er genoeg zou zijn voor de hele sjabbat. En ik, als niet-religieuze Jood maar wel verantwoordelijk voor de kosjere catering, wachtte tot iedereen de zaal verlaten had. Ik pakte een stoel, ging er op staanom stiekem in de waterketels die op het buffet stonden te kijken wat de stand was. Een domme actie natuurlijk want water bijvullen op sjabbat is immers verboden voor de kasjroet-wetten!

Net op het moment dat ik de deksel van één van de waterketels open wilde doen, brak de stoel in stukken. Verbouwereerd lag ik plots op de grond. De vier poten wezen elk een andere windrichting aan zoals je eigenlijk alleen in tekenfilms ziet. Natuurlijk zou ik het water niet bijgevuld hebben toch, maar ja: ik was wel nieuwsgierig. Was dit een ingreep van hogerhand? Ik zou het niet weten, maar geloof wat je wil geloven.

Het hele weekend liep ik mank, maar  ik kon natuurlijk niemand uitleggen wat daar de oorzaak van was.

Zo veel mooie herinneringen. En zo veel mooie simches die ik heb mogen verzorgen met net zo veel mooie verhalen, gekke voorvallen, maar vooral het gevoel altijd het goede te hebben gedaan. Wie weet vertel ik jullie in de toekomst meer over afgaande brandalarmen, vallende taarten, dronken bruidegoms, kapotte trouwwagens…

Lees ook:
‘Had ik dat maar eerder geweten in plaats van nu’ – column Roland Vos

‘Steeds vaker mag of moet ik naar Lewajes, ofwel Joodse begrafenissen. Niet dat ik belangrijker ben geworden ofzo, maar de kring van bekenden om mij heen lijkt met de jaren alsmaar ouder te worden. Toen ik mijn catering bedrijf nog had, vond ik dat ik het kon maken om soms niet te gaan als een partner of ouder van een goede kennis of relatie overleed. Ik was altijd druk en bezig om ‘de mooie dingen in het leven’ te organiseren: chupot, bar mitswot, jubilea, enzovoorts…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Van Hogerhand – column Roland Vos