Van zondebok tot zionist – essay Femmetje de Wind
Voor advocaat, auteur en columniste Femmetje de Wind is het voor het eerst dat ze te maken krijgt met antisemitisme. Hoewel haar vader haar er altijd voor waarschuwde, deed ze zijn angst af als ‘ghosts from the past’. Dat kan nu niet meer. In een essay zet ze haar gedachten uiteen.
“Ik voel het weer opkomen,” zei mijn vader regelmatig. Mijn zus en ik maakten daar dan grapjes over. “Wat voel je opkomen, pap? Was de bloemist niet aardig tegen je vandaag?” Mijn vader antwoordde dan: “Lachen jullie maar, ik zou willen dat ik ongelijk had.”
Mijn vader was achttie toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij kwam uit een grote Joodse familie in Amsterdam. Het is nauwelijks voor te stellen als je foto’s ziet van deze familie, maar binnen een paar jaar waren er nog maar enkele mensen over. De rest verdween in de gaskamers van nazi-Duitsland. Ik ken ze alleen van foto’s en uit verhalen: tante Esther bakte de beste boterkoek, ome Levi speelde fantastisch viool en mijn opa was ‘de beste’ kleermaker. Wij kinderen schaarden mijn vaders angst voor antisemitisme gemakshalve onder het kopje oorlogstrauma. “Dat was toen pap, dat gebeurt nu niet meer.”
Jeugd in de jaren ’80
Als kind heb ik niets ervaren dat in de verste verte riekte naar antisemitisme. Eerder het tegenovergestelde: opgroeien in de jaren zeventig en tachtig betekende dat Nederlanders pro-Israël waren en dat er aandacht was voor de slachtoffers van de Holocaust. Op 4 mei was iedereen twee minuten stil. Geen discussie. Tegenwoordig is Israël een ‘Koloniaal Project’ en roept de Nationale Dodenherdenking ‘controverse’ op. Los van de dreigementen om de orde te verstoren wordt de organisatie geplaagd door een angst om niet met zijn tijd mee te gaan, wat resulteert in één schamele krans voor de Joodse slachtoffers en twaalf voor andere slachtoffers uit recente ‘conflicten’.
Lessen
Een misvatting als je het mij vraagt. Want tachtig jaar geleden zijn er in ons land meer dan honderdduizend Nederlanders afgevoerd, uit hun huizen, van de straten, alleen omdat ze Joods waren. Het is nog steeds de meest grootschalige en systematische burgervervolging uit onze moderne geschiedenis. Wat ik wil zeggen is dat de gruwelen van de Holocaust, juist zoveel lessen in zich bergen voor de jeugd. Maar lesgeven over de Tweede Wereldoorlog is tegenwoordig niet zonder gevaar. Nederlandse geschiedenisdocenten op middelbare scholen ervaren ‘weerstand’. Wat zegt dat over ons als samenleving? Ik wil niet beweren dat een gebrek aan historisch besef de enige reden is voor het oplaaiend antisemitisme, maar het vormt ook zeker geen belemmering.
Zionistenhoer
Voor mij kwam het antisemitisme onze huiskamer binnen toen ik na 7 oktober 2023 een column wijdde aan de pogrom in Israël. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met haatmails. De term ‘Zionistenhoer’ was favoriet bij hen die me de oren wilden wassen. Kennelijk vond men (anonieme lieden met watermeloentjes als profielfoto) dat ik als Jood een representant was van de staat Israël. Opmerkelijk, want dat zou hetzelfde zijn als wanneer je Sylvana Simons verantwoordelijk houdt voor het beleid van Desi Bouterse of Achmed Marcouch voor de schending van de vrouwenrechten in Iran omdat hij moslim is.
Alleen Joods
Wat ik verder opmerkelijk vind is hoe de term ‘zionist’ (wat betekent dat je meent dat Joden recht hebben op een eigen staat) met een enorm enthousiasme het publieke debat is binnengehaald. De zionist vertegenwoordigt al het kwaad. Social media staat er bol van. Mijn dochter liet me een filmpje zien van een jongen die een medestudent op een campus in Amerika een hand wil geven, waarop de jongen met de Palestijnse sjaal zegt dat hij geen handen schudt met zionisten. Maar ik ben alleen Joods, antwoordt de jongen. 97 procent van de Joden is zionist, antwoordt de ander. Via een route van ‘politieke correctheid’ is Jodenhaat na 7 oktober zonder moeite gelegitimeerd.
In de steek gelaten
Met mijn Joodse vriendinnen praat ik over de dreiging die wij sindsdien voelen. In het afgelopen jaar ontstond door verschillende incidenten binnen de Joodse gemeenschap een gevoel van onveiligheid. Voor mij persoonlijk was de door demonstraties omgeven opening van het Nationaal Holocaust Museum, in maart dit jaar, een van die momenten. Volgens Halsema kon ze de demonstratie niet verbieden.
Als Joodse Amsterdammer voelde ik me op dat moment in de steek gelaten, juist omdat ik meende dat het wel degelijk mogelijk was om die demonstratie te verbieden. Tijdens de openingsceremonie in de Portugese sjoel kon ik het gejoel en geschreeuw buiten horen. Ja, dit was gehoorafstand maar was dit ook noodzakelijk om onze vrije democratie te dienen? En hoe zat het met simpelweg beschaving en respect voor de pijn van de ander?
Op transport
Toen ik na afloop naar buiten liep zag ik een boze intimiderende menigte die door de ME in toom moest worden gehouden. Ik dacht aan de woorden van mijn vader en slikte een traan weg. Ook dacht ik aan een verhaal dat hij ons meermalen had verteld: De Nederlandse politie had hem en zijn moeder in september 1942 naar het station gebracht. Ze moesten op transport. In de politie heeft mijn vader nooit meer vertrouwen gehad.
Naar huis
Ik besloot mezelf die dag de vernedering te besparen om langs een haag aan gillende demonstranten naar het nieuwe Holocaust Museum te lopen, ook al stond er overal politie en waren wij ‘veilig’. In plaats daarvan pakte ik mijn fiets en reed ik met een steen op mijn maag naar huis. In een stad waar een groot deel van mijn familie is afgevoerd, zonder tegendemonstraties of protest, was het ons niet gegund rustig te herdenken? Die werkelijkheid kwam aan als een mokerslag.
‘Zionisten niet welkom’
In mei werd de hoofdstad opnieuw opgeschrikt door demonstranten die met gezichtsbedekking de Universiteit van Amsterdam bezetten. De Oudemanhuispoort, waar ik zelf heb gestudeerd, veranderde in een slagveld waar mensen en spullen gemolesteerd werden. Borden met teksten als ‘Zionisten niet welkom’, werden opgehouden als waarschuwing. De zoon van mijn vriendin durfde daarna zes weken niet meer naar college. Voor hem was het meteen duidelijk dat ze met zionisten ook Joden bedoelden. “Je moet je heel duidelijk uitspreken tegen Israël, anders ben je aangeschoten wild,” zei hij.
Opluchting
Natuurlijk zijn we als Joodse minderheid ook gewoon snel bang, daar ben ik me van bewust en het was dan ook wel een opluchting toen onze rabbijn in sjoel zei dat we niet moesten panikeren omdat er in feite in Nederland nog niets was gebeurd. Ik wilde hem graag geloven. Misschien was ik geïnfecteerd met het Joodse trauma-gen en waren de waarschuwingen van mijn vader toch in me gaan leven.
Amsterdamse Pogrom
Totdat ik op 8 november uit mijn bed werd gebeld. In de stad werden Israëlische Maccabi Tel Aviv-fans opgejaagd, achtervolgd, bedreigd en in elkaar geslagen. Of we konden komen helpen? Zonder na te denken trok ik een joggingpak aan en strikte ik mijn veters. Na ampel beraad met mijn man, leek het hem toch beter dat hij ging en ik thuis bleef.
Geest uit de fles
Ik reed naar het hoofdkwartier van Maccabi Nederland waar een safe space werd ingericht om de Israëliërs op te vangen. Met een brok in mijn keel zag ik de eerste slachtoffers binnenkomen. Grote, sterke jongens die trilden als een rietje en geen kant meer op durfden. Op social media verschenen de meest vreselijke filmpjes: de daders die Arabisch spraken namen niet eens de moeite om bedekte termen te gebruiken als ‘zionist’. “Yahud!” en “We gaan op Jodenjacht!” schreeuwden ze op filmpjes die viraal gingen. De geest was uit de fles.
2000 jaar Jodenhaat
Veel mensen denken dat antisemitisme een uitvinding is van de nazi’s, maar Jodenhaat bestaat al vele eeuwen. Tijdens de Hellenistische overheersing maakten de Grieken al gewag van een volk dat zich niet wilde onderwerpen: Deze ‘Joden’ aten geen varkensvlees, besneden hun jongetjes en geloofden maar in één god. Enkele eeuwen later verdreven de Romeinse overheersers de Joden uit Jeruzalem. Het Joodse volk verspreidde zich over de wereld, zowel richting Europa als naar Arabische landen.
Als ze geluk hadden, werden ze in die landen als gasten behandeld. Assimileren lukte matig, ze kregen bijna geen rechten en bleven daardoor op elkaar aangewezen. Ook in Nederland hadden Joden lange tijd geen gelijke rechten. Vernedering en discriminatie was aan de orde van de dag. Mede daardoor bleven Joden in kleine groepen bij elkaar wonen en ontstonden er getto’s. Dat maakte hen dat tot gewillige prooien.
Rusland
De eerste pogroms ontstaan eind negentiende eeuw in Rusland – als je de moorden tijdens de kruistochten niet meerekent. De economie was in het slop geraakt en de tsaar was vermoord; men zocht een zondebok. In de daaropvolgende decennia verspreidde de Jodenhaat zich over heel Rusland. In nog geen twintig jaar tijd werden honderdduizend Russische Joden in koelen bloede vermoord. Een geschiedenis die maar weinig mensen kennen en die culmineerde in fake news avant la lettre: De Protocollen van de Wijzen van Zion.
Eind negentiende eeuw kwam het antisemitisme als politieke stroming op in Europa. Zo kon Jodenhaat gelegitimeerd het publieke debat binnentreden. De Jood als projectiescherm waarop alle problemen uit de samenleving konden worden afgespeeld. De maatschappij ontdoen van zijn Joden zou het antwoord zijn op alle problemen. Hitler deed er zijn voordeel mee.
Ja maar…
Tweeduizend jaar Jodenhaat verdwijnt niet zomaar. Dat besef ik me nu (pas). Toch blijft het schokkend te merken dat bij velen de urgentie om je hier vierkant en zonder mitsen en maren hiertegen uit te spreken, ontbreekt. We blijven schipperen, goedpraten, bagatelliseren, excuses maken en vergoelijken. Wat na 7 oktober 2023 gebeurde, gebeurt na 7 november 2024 ook: na een dag kantelt het narratief en van slachtoffers worden Joden al snel daders.
Nog voordat Netanyahu Gaza binnenviel riep Johan Derksen al op televisie dat de Joden de pogrom toch wel een beetje aan zichzelf te danken hadden. En de Maccabi Tel Aviv-fans zijn nog niet goed en wel ontslagen uit het ziekenhuis of ook daar wordt het beschuldigende vingertje geheven. Hadden ze maar niet een vlag van een gebouw moeten trekken, hadden ze maar niet boze liederen moeten zingen op straat.
Spreekkoren, schelden en vandalisme is zeer afkeurenswaardig, maar het biedt geen enkel excuus voor het opjagen, achtervolgen, in elkaar slaan en in de gracht gooien van Joden en Israëli’s. Dat is van een volledig andere orde.
Verweven
Het is ongekend hoe het antisemitisme ineens van alle kanten op ons af komt: het lijkt verweven in alle lagen van de samenleving. Van het opruiende C’est Mocro-account met 1,1 miljoen volgers op Instagram tot de meer intellectuele beschouwingen van een schrijver in HUMO die verkondigt dat hij de neiging krijgt elke Jood die hij op straat tegenkomt een puntig mes losjes door de keel te rammen. In de media is antisemitisme in ieder geval weer bonton.
Houd je gedeisd
Ik heb mijn kinderen nooit gewaarschuwd tegen Jodenhaat, ik wilde de angst van mijn vader niet doorgeven en eerlijk gezegd dacht ik ook echt dat zijn angst niet reëel was. Tot mijn verdriet komen ze er nu zelf achter dat Joods zijn iets is wat je beter verborgen houdt. Nadat mijn oudste dochter na 7 oktober een genuanceerde post plaatste over de complexiteit van de oorlog in Gaza, kreeg ze de volgende dag op school te horen dat ze ‘moest uitkijken’. Ik houd nu liever mijn mond, zei ze. Ik wil haar zeggen dat ze nooit haar mond moet houden, maar ik vrees dat ze verstandiger is dan haar moeder.
Ontwaak
Het antisemitisme in Nederland had kennelijk maar een klein vonkje nodig om te kunnen ontvlammen. De oplaaiende Jodenhaat kunnen we niet meer afdoen als overdreven. En hoewel mijn vader altijd riep dat ik alert moest zijn, zei hij ook dat dat we ons altijd uit moeten spreken tegen antisemitisme. Dus dat doe ik. Niet alleen tegen het klassieke antisemitisme maar ook tegen het ‘zionisme antisemitisme’, het ‘ja maar-antisemitisme’ en het ‘wegkijk antisemitisme’. En ik hoop dat anderen dat ook zullen doen.
Niet alleen Joden maar juist ook de moslims, de christenen, de agnosten. Iedereen die weet wat vrijheid betekent en hoe belangrijk dat is voor onze samenleving. Mensen die zich beseffen dat te ver doorgevoerde tolerantie uiteindelijk een gevangenis wordt voor een opgejaagde minderheid, of dat nu Joden of andere minderheden zijn.
Maat is vol
Voor veel mensen uit de Joodse gemeenschap is de maat vol. Er is geen tijd meer voor zijden handschoentjes politiek. Voor wegkijken of vergoelijken. Het is zaak dat de overheid lik op stuk beleid gaat voeren, dat antisemitisme zwaar bestraft wordt zodat je nog wel een keer nadenkt voordat je je bezondigt aan antisemitische leuzen. We hebben te lang in een droom geleefd, ook ik als tweede generatie Holocaust slachtoffer. Het was een prettige droom, maar nu is het tijd om te ontwaken.
Dit essay verscheen eerder in het Financieele Dagblad.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren