Westerhork – column Paul Damen

Paul Damen (Foto: J. Blik)

In dit land, waar ruim honderdduizend Joden konden worden vermoord, leidt elke bijstelling van het beeld dat heel Nederland in het verzet zat, tot stampei. Want met alle naoorlogse verzetshelden kan je de Oosthal van de RAI vullen, en konden families in de bange jaren ’40-’45 hun kont niet keren of er zat alweer een verborgen Jood onder de trap. Vandaar dus ook dat die voor 75 procent vermoord zijn – blijkbaar, pun intended, te weinig trappen gehad.

Als uit onderzoek blijkt dat het bestaande beeld van alle Joden in een veewagen niet altijd klopt, zoals het boek van voormalig Westerborkbaas Dirk Mulder bewijst, dan is het land te klein. Nu gedroeg deze Mulder zich in de ogen van veel Joden iets te vaak als een hork. Zijn probleem was dat het kamp waar hij in 1986 aantrad als educatief medewerker, helemaal niet bestond. Er was geen bal te zien in dat bos.

In de barakken waren na NSB-collaborateurs ook Zuid-Molukkers ondergebracht, waarna de barakken naar boeren gingen als stal en de weinige treinwagons gesloopt werden. Alles moest weg, want mogelijk een stoorzender voor het schotelpark voor ruimte-onderzoek om de hoek. Mulder wilde toch wát kunnen laten zien, en kocht die barakken weer terug en haalde treinwagons terug uit Duitsland waar nog nooit een Jood in vervoerd was. Zo werken de wetten van de Efteling.

Je nodigt vervolgens Hirsi Ali uit om een rel én publiciteit uit te lokken. Je overkapt de bouwvallige woning van huisbeul Gemmeker met een glazen etalage. Je nodigt, godbetert, SS-dochter Isabel van Boetzelaer uit, waarvan later bekend wordt dat haar witwasserij op drijfzand was gebaseerd. Je laat Chris van der Heijden, ook al een kind van een SS’er, vertellen dat er méér gradaties waren dan enkel ‘foute’ en goede’ Nederlanders. En als je dan de ‘Nacht van de Vluchteling’ bij Westerbork wil laten beginnen, barst terecht de kritiek los van die die parallel tussen asielzoekers en vermoorde Joden nogal onkies vonden.

De man werd bekend als een aandachttrekkende hork. En dus waren de kritieken uit Joodse kring ook nu weer redelijk voorspelbaar. Rosanne Hertzberger, altijd in de contramine, nam het op voor Mulder. Genuanceerd in Het Parool was de medicus Marcel Levi, die het boek niet las maar niettemin de commerciële beweegredenen van de auteur nogal negatief neerzette. Schrijfster Saskia Goldschmidt constateerde terecht dat Mulder weinig nieuws leverde. En dat hij zijn boek begint met de suggestie dat de aangemelde Joden wel op vakantie leken te gaan, was ook niet zo handig. En mijn Jonet-collega-columnist Judith Zilversmit leverde ook terechte kritiek op hoe de media het ‘nieuwtje’ van Mulder hadden opgepakt.

Op Internet en twitter, de afvoerputjes van de a-historische ‘meningen’, ging het vervolgens los. Citeren wij wat willekeurige bijdragen. Ene Joop L. weet dat ‘een graantje meepikken vaak het enige motief is voor volstrekt overbodige boeken.’ Doorgaans daarentegen verdien je aan boek geen bal, Joop. Volgens Bernd H. ‘heeft deze man onze familie en voorvaderen inmiddels genoeg uitgemolken en zwartgemaakt’. Hoe dan? En dan zangeres J. die hoopt ‘dat het boek ook uit de verkoop wordt gehaald, net als de leugen over “verraad van AF”‘. En een pseudoniem Bon Marit die wil ‘dat er een verbod op het schrijven over de Holocaust’ komt, ‘voor Dirk Mulder, Rossane (sic!) Hertzberger en dat andere gespuis die aan geschiedvervalsing doen’.

Hoe hebben we het nu? Een beroepsverbod voor historici en columnisten? Verbranding van hun boeken? Blijkbaar heeft deze generatie weinig geleerd van de vorige. Want Mulder is in de ogen van velen dan wel de hork van Westerbork, maar dat van die personenwagons, da’s waar. Ook al omdat de Duitsers de goederenwagons niet missen konden. Pas toen de oorlog kantelde naar verlies, werden de beestenwagons massaal ingezet, net in de periode dat de meeste Nederlandse Joden werden afgevoerd.

Die visie is ook allerminst nieuw: drie jaar terug verscheen van Mulder samen met David Barnouw (voorheen NIOD) en spoorweghistoricus Guus Veenendaal al het boek ‘De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd, 1939-1945. Rijden voor Vaderland en vijand. Spoorwegstaking – Jodentransporten – Herinnering’.

Typerend was dan ook dat buiten de Joodse wereld zich niemand aan Mulders boek stoorde. Dan kan je, zoals sommigen gemakshalve concluderen, zeggen dat dat óók allemaal antisemieten zijn, maar dat is niet vol te houden. Mulder heeft simpelweg wat dingen op een rijtje gezet en dan moet je blijkbaar een ongenuanceerde stelling poneren voor de pers. Wie dat gewraakte boek wél leest, treft een redelijk beschaafde, wetenschappelijk verantwoorde analyse aan van alle transporten naar het oosten. Dan kun je je wel kwaad maken dat dat niet overeenstemt met het bestaande beeld dat iedereen zomaar in beestenwagens geduwd werd, maar dat is het punt niet. Mulder blijft, met zijn gebrek aan empathie, een hork, maar dat doet niets af aan de historische feiten.

Dit bewijst weer hoe de angstige, in zichzelf gekeerde, naoorlogse Nederlands-Joodse gemeente steevast reageert: door emoties, wild om je heen slaan, potentiële joodse medestanders aanvallen, de rest de dood van je familie verwijten en zo elke redelijke discussie onmogelijk maken. Ooit had het Jodendom intellectueler doelen.

Lees ook:
Bord voor de kop – column Paul Damen

Antisemitisme is springlevend! Wist u dat niet? Dan maken de diverse, zowaar samenwerkende Joodse kerkgenootschappen u dat dezer dagen wel duidelijk. Op initiatief van onze zielenherders zijn in digitale abri’s (reclamezuilen) drie verschillende mannen te zien, op de rug, zodat hun keppeltje goed zichtbaar is. Plus de tekst: ‘antisemitisme is niet meer zo over straat kunnen.’…

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Westerhork – column Paul Damen