Wie angst heeft voor de toekomst, heeft die bij voorbaat verpest – column Judith Zilversmit

Judith Zilversmit (M. De Groot)
Judith Zilversmit (M. De Groot)

“Er zijn meer volwassenen bang in het licht dan kinderen in het donker,” zei Kees van Kooten eens. Die uitspraak schoot de laatste dagen geregeld door mijn hoofd. Angst voor kwade krachten beheerst de Nederlandse maatschappij, nadat in korte tijd aanslagen zijn gepleegd op een broer van een kroongetuige, een advocaat van diezelfde kroongetuige en een misdaadjournalist die onder andere slachtoffers bijstond. Het vrolijk kabbelende Nederland lijkt te zijn veranderd in een wankelende narcoticastaat.

Hoewel de angst voor misdadigers (en andere kwaden zoals antisemitisme en racisme) begrijpelijk is, is het zaak in onzekere tijden rustig te blijven. Want angst is besmettelijk, omdat angst door sociale interactie wordt gedeeld en zo een continu bezorgde bevolking ontstaat. Zelfs mensen die nooit slachtoffer van een misdrijf zijn geweest, kunnen zich daar ernstig zorgen over maken, bleek uit een onderzoek van het University College in Londen (2017).

Via een wiskundig model dat lijkt op methodes die worden gebruikt bij opiniepeilingen, werd gekeken naar de perceptie van veiligheid onder tienduizend mensen. Aan het onderzoek deed een grote groep mee die op kleine schaal met misdaad te maken had en nam en kleine groep deel die op grote schaal met misdaad te maken had. De onderzoekers stelden vast dat individuen die nooit met misdaad te maken hadden zich veilig bleven voelen als ze alleen spraken met mensen uit hun eigen groep. Zodra interactie ontstond tussen de groepen, veranderde het gevoel van veiligheid. Wanneer vijf procent sprak met mensen uit een andere groep, werd meer dan vijftig procent van de mensen die nooit met misdaad te maken hadden daar opeens heel bang voor.

Dat het gevoel van veiligheid zo snel kan veranderen, geeft aan dat weinig misdaad nodig is om angst te veroorzaken onder een bevolking. Een schietpartij midden op straat, op klaarlichte dag in Amsterdam leidt ook tot paniek in Assen, Almelo en Vlissingen.

Nu is angst voor misdaad gek genoeg niet alleen maar negatief, stellen de onderzoekers. In feite leidt die angst tot voorzorgsmaatregelen en alertheid. Toch wordt het door de meeste mensen als iets negatiefs ervaren – en dat is begrijpelijk: als angst ons hoofd overneemt, perst hij het mooie uit ons leven. Angst kan leiden tot een vernauwde geest die achter elke boom een boef ziet en in iedere vreemdeling een gevaarlijke indringer.

Het is aan ons om zo goed mogelijk om te gaan met onze angst. Dat geldt al helemaal als gewetenloze criminelen aansturen op ontregeling en paniek. Daarom lees ik zelf graag op de woorden van psychiater Damiaan Denys. Hij stelt dat angst ons doet beseffen wat we hebben en wat we kunnen. Denys: “Je mag jezelf elke dag opnieuw maken. Je ziet jezelf ‘s ochtends in de spiegel en je bouwt een beeld op van jezelf, je neemt het met je mee. En ‘s avonds ga je slapen, en de dag erop kan het helemaal anders zijn.”

Lees ook:
Shtisel – column Judith Zilversmit

‘De almaar voortslepende coronacrisis maakt contact met vrienden en familie niet makkelijker. Even binnenlopen of snel een glaasje op een terras zit er momenteel niet in. Elke afspraak moet worden gepland, met anderhalve meter afstand als belangrijkste regel. Misschien ben ik me mede daarom zo gaan hechten aan een familie die ik niet persoonlijk ken…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

 

Categorie: |

Home » Nieuws » Wie angst heeft voor de toekomst, heeft die bij voorbaat verpest – column Judith Zilversmit