Het mysterie van Irene – column Natasha Gerson

Natasha Gerson (foto: S. De Jong)

Mijn dochter appte me het filmpje als eerste: ‘Mam, wat denk je hiervan? Dit kan toch niet echt een Sjoa-overlevende zijn?’ Wat nu weer? dacht ik. Een hoogbejaarde vrouw verklaart op het podium van een anti-lockdowndemonstratie, in het Engels met een Duits accent dat ze de ‘Hooloocauzt’ had ‘zeurfaifed’ en dat het huidige coronabeleid ‘mutch worze’ was. Ze was in haar jeugd beschimpt geweest om de gele ster die ze moest dragen, maar mondkapjes waren pas echt ‘inziduous’.
 
In de Angelsaksische wereld gelden iets andere maatstaven van wat men als Holocaust-overlevende beschouwt, zei ik bedachtzaam tegen mijn dochter. Ik dacht meteen aan wijlen Hedy Epstein, die destijds meevoer op die Gaza-flotilla, en die ook allerlei scheve vergelijkingen deed. Die was met het Kindertransport in 1939 naar Engeland gegaan en dus werd dat op het Europese vasteland en in Israël toch iets minder als ‘overlevende’ in de zin van ‘ervaringsdeskundige’ gezien. Maar goed, het kon, toch?

Zelf hebben wij in de familie een ook enigszins verwapte, veganistische oom die, de oorlogservaringen van zijn ouders ten spijt,  de bio-industrie met Auschwitz vergelijkt. Ik dacht ook aan het verhaal van een Israëlische bekende die de grootste moeite had gehad haar moeder tot het vaccin te vermurwen. Moeder, nog goed bij, had in het nieuws gehoord dat Pfizer-Biontech de patiëntgegevens zou krijgen in de vaccindeal met het Israëlische ziekenfonds. Nou, had Bubele gedecideerd gesteld: Pfizer in Amerika, mag dan een Joodse CEO hebben, maar dat Biontech, dat is hartstikke Duits! Ze mocht een boon zijn, enzovoorts, als een soort IG Farben haar DNA ging verstrekken! Ga d’r maar aan staan als familie.

Terug naar de Sjoa-overlevende waar mijn dochter mee kwam aanzetten. Gezien hoe specifiek deze dame het maakte (‘I wore the star’) moest dat natuurlijk wel waar zijn. Ik werd toch ook wel benieuwd. Toch maar even zoeken. De demonstratie bleek in Toronto geweest te zijn. Van de toespraak waren diverse video’s uit diverse hoeken gemaakt en die doken ineens overal op. Maar nergens was haar naam te vinden. Uiteindelijk hoorde ik in het laatste deel van een filmpje, waar ze ook nog even te zien is terwijl ze door Jan en alleman geknuffeld werd, iemand zeggen: “Well done Irene”.

Och hemel, heette ze ook nog Irene. Die had ik al eerder bij de hand gehad. Als iets een modenaam in de hele westerse wereld en het gehele interbellum en tot ver na de Tweede Wereldoorlog is geweest, dan was dat wel Irene: Vrede.

En ja hoor, ook in Canada wemelt het van de oudere Irene’s van Europese herkomst. Een echte en bekende survivor met die naam was Irene Csillag, een soort Bloeme Evers van Toronto die tot op hoge leeftijd nog educatielessen op scholen had gegeven, maar vorig jaar overleden is. Had iemand vanwege Csillag’s bekendheid haar voornaam moedwillig gebruikt?  Uiteindelijk, en na heel veel foute afslagen, werd ik er door een mede-speurder op gewezen (dank, Esther!) dat op Twitter een nogal obscure account van ene Peter C. onder het filmpje had geschreven ‘trots op zijn moeder’ te zijn. De naam was van een ietwat schimmige jurist. Was daarom wordt haar identiteit zo afgeschermd? En waarom gaf hij die dan weg op Twitter?

Na nog enig zoeken stuitte ik op de oorspronkelijk Duits-Joodse Irene T., die na de oorlog in Frankrijk overleefd te hebben als zogenaamde hulp van een kunstweldoenster naar Canada was geëmigreerd; pasgetrouwd met een Canadese soldaat. Haar vader was een componist geweest, Alfred T., en was in 1943 in Sobibor vergast. Vanwege de plaatsing van Stolpersteine buiten de schoenwinkel van haar vermoorde grootouders in Köthen, in 2009, kon ik de Irene op beelden van twaalf jaar geleden vergelijken met die van de Irene van nu.

Een Nederlandse pianist had ooit werk van haar vader voor haar gespeeld, in het huis van die schimmige Peter C. Maar die antwoordde niet op mijn berichtjes of hij haar identiteit kon bevestigen. Opgediepte foto’s van de jonge Irene, in een Franse publicatie, gaven de doorslag: Daar lachte ze breeduit en zie je hetzelfde gebit als van de oude dame in het filmpje.

Goed, Irene is inderdaad een overlevende volgens Angelsaksische normen. Geen kamp-overlever, maar toch… Wat voor dystopische angsten zaten er achter deze tijd erger te noemen? Wat was ze nu aan het overleven? Ze was wel heel erg veel ouder geworden en gekleed in een bijna sjofele jas; zo anders dan de gesoigneerde dame van tien jaar daarvoor. Is ze, hoe zeker en zonder geheugensteunen ze ook sprak, wellicht licht dementerend, en is ze nu compleet onder invloed van haar wappie-zoon of kinderen?

Guess what over dat filmpje, zeg ik tegen dochter. ‘Het is een ouwe nazi’, zegt ze gretig. ‘Het was eigenlijk een kampbeul’. Nee, zeg ik, ze lijkt bonafide te zijn. Haar vader is nota bene vergast. Mijn dochter was teleurgesteld. Ik niet, ik ben blij dat er in elk geval niemand zo kwaadaardig is geweest om erover te liegen. Met een ding blijf ik zitten. Want toen Irene vertrok uit Duitsland, begin 1937, was de ster nog niet ingevoerd, en in Frankrijk ging ze door voor niet-Joods. Wanneer was Irene nou beschimpt om haar ster? In elk opgelost mysterie blijft altijd een mysterietje huizen. 

Lees ook:
Ministerie van Eredienst – column Natasha Gerson

‘Goeie vraag voor zomerkamp, werkweek of pubquiz, als dat soort dingen nog zouden bestaan: ‘Wie is de minister van Erediensten?’ Jarenlang is er nauwelijks iets met de titel gedaan, nu is het weer een aanhangsel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar daarvoor is het gegeven rondgestuiterd of -geschoven tussen verschillende departementen. Er werd decennialang dan ook helemaal niets verneembaars mee gedaan, tot afgelopen jaar…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Het mysterie van Irene – column Natasha Gerson