‘Hier ben ik’ van Claudia de Breij – theaterrecensie

Prinses Amalia en Claudia de Breij. Copyright: RVD - H.K.H. de Prinses van Oranje

Het is een merkwaardig gevoel een recensie te schrijven over een, in dit geval, muzikale biografie, die over een paar dagen stopt. Nee, niet omdat deze niet succesvol zou zijn, maar – je raadt het al – vanwege te nemen coronamaatregelen.

Er zullen maar weinigen onder de zestig jaar zijn die weten wie de comédienne Heintje Davids was. Navraag bij enkelen onder die leeftijdscategorie bewijzen dat. Zelf had ik het genoegen haar te zien optreden tijdens een zogenoemd Joods bal, ergens in de provincie. Ik was nog te jong om alle dubbelzinnigheden en toespelingen te begrijpen, maar er is een witz die druipt van zelfspot, die ik niet ben vergeten. Stel je voor; op het toneel een klein en nogal gezet vrouwtje. Denk daarbij aan een hoog stemgeluid met een Amsterdamse accent die, als je goed luistert, haar Rotterdamse afkomst niet kan verdoezelen: ‘Loop ik gisteren over het plein en komt er een auto aan. Die rijdt gewoon door, pardoes tegen mij aan. Wat een heisa. Ik vraag de chauffeur of ie niet effe de moeite had kunnen nemen om met een bochtje om mij heen te rijden. Zegt die kerel zonder met z’n ogen te knipperen: “Nou mevrouwtje, om u heen rije, kweet niet of ik daarvoor nog voldoende benzine in mijn tank heb…’.

Die nietsontziende, maar o zo komische, zelfspot was karakteristiek voor deze kleine grote comédienne.

Succesvolle liedjes
Een bomvolle zaal in theater Carré maakt (opnieuw) kennis met de destijds beroemde Heintje Davids, dochter uit een Rotterdams variétégezin die niet samen met haar ouders, haar broer Louis, zus Rika en broer Hakkie (Hartog) deel mocht nemen aan het Davids Familietheater. Zij was, naar het oordeel van haar ouders, te dik en te lelijk. Hoewel ze overtuigd was van haar theatrale capaciteiten, ging ze in noodgedwongen in een pettenfabriek werken.

Toen zus Rika na het huwelijk met een goochelaar trouwde en met hem in Engeland ging wonen, was broer Louis zijn muzikale partner kwijt. Voor Heintje een kans om eindelijk haar droom waar te maken door met haar broer een duo te vormen. Na veel aandringen, bidden en smeken, gaf Louis haar een kans en daar zal hij geen moment spijt van hebben gehad, want samen scoorden ze al snel hits als ‘Draaien’ (draaien, anders dan ga je gauw naar de haaien, eer je het weet) en ‘We gaan naar Zandvoort aan de Zee’ (O, het is een zaligheid als je van de duinen glijdt)

Oorlogstijd
Heintje Davids (1888 – 1975) trouwde met haar grote liefde, de Telegraaf-journalist Philip Pinkhof, die onder de naam Rido revues voor zijn Heintje schreef. Bijvoorbeeld ‘De Jantjes’, waarin het tot op heden bekende lied ‘Omdat ik zoveel van je hou’ (Al zijn je haren niet gepermanent en is’t gebruik van zeep je onbekend…) Succes alom. Inmiddels is broer Louis, die astmapatiënt was, in 1939 overleden. Een jaar na zijn dood vallen de nazi’s ons land binnen en al snel mogen Joden niet meer in het openbaar optreden. Heintje heeft daar lak aan, ze treedt op, maar wordt tijdens een voorstelling in Lochem door een NSB’er van het toneel verwijderd. Het theater was in ons land voor Joden verboden. Met geen dank voor de grote culturele bijdragen die zij tot dan hebben geleverd. Heintje overleeft als enige van haar gezin de oorlog.

Afscheid en nog eens afscheid
Ze treedt vrij snel weer op, onder andere tijdens buurtfeesten in Utrecht en ook wel op Joodse feesten. Het was Tom Manders die haar weer voor het voetlicht bracht. Ze glorieerde, was weer een bekende persoonlijkheid – een BN’er zouden we nu zeggen. Nadat haar man Philip was overleden nam ze op indrukwekkende wijze voorgoed afscheid van haar publiek. Voorgoed was voor haar echter niet voorgoed. Ze voelde zich eenzaam, het ooit door haar ouders geminachte kind miste de erkenning, het applaus, de theaters, waar ze de koningin was. En Heintje keerde weer terug naar haar publiek. Ze nam nog eens afscheid, maar niet voor lang. In 1975 overleed ze en werd opgebaard in haar geliefde Carré. waar onder anderen haar collega Sylvain Poons en cabarethistoricus Wim Ibo de dodenwacht hielden. Heintje Davids is onder belangstelling van honderden fans in Driehuis-Westerveld gecremeerd.

Morbide Joodse humor
“Hier, op deze plek was ze opgebaard,” zegt Claudia de Breij tegen het einde van haar voorstelling. “Hier, waar ik nu sta.” Er staat een kist op de bühne en even is het publiek in gedachte aanwezig bij dat moment, in 1975. Misschien niet ontroerd, maar in gedachte wel als getuige bij die plechtigheid.

Vanavond, vrijdag de 26ste november was (voorlopig?) de laatste opvoering van de deze prachtige goed doorwrochte muzikale biografie, waarin De Breij samen met de muzikanten Michelle Samba en Abdelhadi Baaddi, de laatste als een veelzijdige human beatbox, een evenwichtige voorstelling presenteerden. De sterke zangstem van Claudia, haar spontaniteit en (geestige) vondsten houden het publiek op scherp. Uiteraard is negentig minuten te kort om het leven en carrière van een beroemdheid als Henriëtte (Heintje) Davids te beschrijven. Het is wellicht daarom dat De Breij korte episoden uitlicht, maar die wel een boeiend geheel vormen. Af en toe toch een beetje kippenvel, zoals het wellicht tegen beter weten in afwijzen van haar talenten door haar ouders. De Breij rondt tegenvallers en zelfs bepaalde momenten uit de oorlog met een relativerende grap af. Zo zal Heintje het ook gedaan hebben. Morbide Joodse humor, zeg maar.

Haat toen en nu
Het moment waarin Hitler aan de macht komt wordt op betrokken wijze door De Breij verteld. Zij leidt als het ware de toeschouwer naar anno nu, waardoor dus als vanzelfsprekend een link wordt gelegd met de huidige tijd als zij vertelt over het gevaar van destijds, waarin ook politici het gevaar van Hitler en zijn trawanten niet wilden of durfden zien. Een opmerking als: “Ik denk je moet zo’n man ook een kans geven”, terwijl er haat werd gezaaid en fysiek geweld werd gepleegd, toen tegen onder andere Joden, linkse elementen en zigeuners. Ja, haat tegen minderheden kan zomaar (weer) ontvlammen. Dat De Breij daar een recente zorgwekkende uitspraak citeert van minister Arie Slob (Onderwijs) van de ChristenUnie dat volgens hem reformatorische scholen homoseksualiteit mogen afkeuren: “Als ze tenminste toezien op een veilig leerklimaat voor alle leerlingen”, was wellicht niet nodig, het ging over een comédienne. De tekst van het liedje over vrijheid – ‘Heb lief. Laat de liefde in je huis’- dat ze als toegift zong, past meer op bijeenkomsten van geitenwollensokken en dat soort bijgoochems. Jammer.

Maar Claudia de Breij heeft een prachtige voorstelling neergezet. Laten we de muzikale ode aan Henriëtte Davids als volgt samenvatten: Het is te hopen voor Claudia de Breij, haar muzikale begeleiding, de technische crew en vooral het publiek, dat ‘Hier ben ik’ een landelijke reprise krijgt.

Lees ook:
‘De nieuwe versie van Complotdenkers is een indrukwekkend boek’ – recensie

Al bij de eerste versie uit 2016 was het duidelijk dat het lezen van ‘Complotdenkers’ betekent dat je bij sommige ‘waarheden’ van complotters in lachen uitbarst, maar je je tegelijkertijd realiseert dat wat auteur Maarten Reijnders heeft genoteerd sinds eeuwen uiterst gevaarlijk was en nu, in de moderne tijd – zoals wij onze era graag noemen– nóg alarmerender is dankzij de sociale media. In de vijf jaar sinds de eerste uitgave van Complotdenkers verscheen is er veel veranderd…’

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Hier ben ik’ van Claudia de Breij – theaterrecensie