Israëlisch volkslied voor judoka in Marokko

De Israëlische judoka Timna Nelson-Levy heeft goud gewonnen op de Judo Grand Prix 2018 in de Marokkaanse stad Agadir. Nadat ze haar gouden medaille op het podium in ontvangst had genomen, mocht ze luisteren naar het Israëlische volkslied ‘Hatikva’. Het is uitzonderlijk dat Israëlische atleten in een moslimland mogen sporten onder eigen naam en vlag, en dat het volkslied ten gehore mag worden gebracht. Eerder kregen Israëlische sporters geen visa voor toernooien in moslimlanden vanwege het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

Eerst zag het er naar uit dat Nelson-Levy en de andere Israëlische judoka’s niet naar het toernooi mochten omdat Marokko hen ook geen visa wilden geven. Dit veranderde pas na grote druk van de internationale judobond, die zijn buik vol lijkt te hebben van de houding van moslimlanden tegenover Israëlische judoka’s. De bond had er vorig jaar mee gedreigd alle judo-competities in Marokko te annuleren, omdat de Marokkaanse autoriteiten een visum weigerden aan de Israëlische judoka Or Sasson. In 2016 was het Or Sasson die op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro geen hand kreeg van zijn Egyptische tegenstander. De Israëli won toen brons.

Het judo wordt zowel in Israël als in Arabische landen op hoog niveau beoefend, waardoor atleten uit die landen elkaar geregeld tegenkomen op toernooien. Wanneer er een toernooi in een moslimland gehouden wordt, is er vrijwel altijd gedoe om de deelname van de Israëli’s. Zo mochten Israëlische judoka’s vorig jaar niet onder de naam en vlag van hun land meedoen aan een Grand Slam-toernooi in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten). Wel mochten ze meedoen als ze de vlag van Israël niet zouden gebruiken en de afkorting ISR niet zouden hebben op hun judopakken. Mocht een Israëli een prijs winnen, dan mocht het Hatikva niet klinken.

In plaats daarvan gebruikten de judoka’s de vlag en afkorting van de Internationale Judofederatie gebruiken (IJF). De Israëlische judobond heeft de voorwaarden van de Arabieren geaccepteerd onder het mom dat meedoen het belangrijkste is en dat sport kan verbroederen. Hierna kreeg de bond veel kritiek. Volgens critici zou de bond juist niet moeten buigen voor de houding van de Arabieren. Mogelijk heeft de internationale judofederatie hiervan geleerd.

Jonet-columnist Javier Guzman verbaast zich over het gedoe in het judo en schreef er een column over.