‘Mulder heeft een belangrijk boek geschreven’ – recensie ‘Buitengewone transporten’
Sommige boeken over de oorlog hoef of wil ik niet meer lezen. Het zoveelste boek over een onderduik is interessant voor de verre familieleden of beginnende lezers, maar ik zie weer de zoveelste herhaling. Ik weet wellicht te veel en dat kan een verhindering zijn om verwonderd te raken…
Dat gold eerst ook voor Buitengewone transporten. Deportaties van Joden, Roma en Sinti uit Nederland, 1940-1945: ‘dat wist ik allemaal al’. Had ik niet drie jaar geleden samen met de auteur en met Guus Veenendaal het boek ‘De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd, 1939-1945. Rijden voor Vaderland en vijand. Spoorwegstaking – Jodentransporten – Herinnering’ gepubliceerd? Daar stond toch alles in? Nee dus en je kunt zeggen dat wat Mulder in 2019 schreef een vingeroefening was, waarvan zijn Buitengewone transporten het boeiende resultaat is.
Het boek gaat niet alleen over die iconische Westerborktrein, te zien in elke Holocaust-documentaire, maar over alle treinen. Niet alleen die naar Auschwitz, Sobibor of Theresienstadt, maar ook over de treinen waarmee de Joden eerst naar Westerbork of Vught werden gebracht. En dan valt het begrip ‘Joden = Amsterdam’ eindelijk weg, want de noordelijke provincies maakten een groot deel uit bij de Jodentransporten, waarbij de Joden uit die regio twee keer als gevangenen door hun provincie reden; eerst naar Westerbork en daarna over dezelfde route terug tot de Duitse grens. Oude Pekela, Nieuwe Pekela en Stadskanaal komen zelden in de nationale Holocaust-verhalen voor, maar nu wel en dat is al een verdienste van het boek.
De eerste drie hoofdstukken zijn welbekend, maar nodig voor de ontwikkeling naar de slachtpartij die gaat volgen. De Wannsee-conferentie uit januari 1942 wordt wel als het ijkpunt van de Holocaust gezien, maar al in oktober 1939 kwam er een omvangrijke instructie over de Umschichtung von Juden van het bureau van Adolf Eichmann. Personenrijtuigen hadden de voorkeur, omdat goederenwagens voor militair gebruik nodig waren, maar de praktijk was complexer dan gedacht en de Holocaust vaak belangrijker dan de militaire strijd. Kamp Westerbork neemt vanzelfsprekend een grote plaats in, maar zoals de auteur schrijft: ‘Er was niet één Westerbork’; voor iedereen was het anders. Hij wijst er ook op dat het merendeel der Joden maar heel kort in het kamp verbleven, soms maar enkele uren, meestal enkel dagen of weken. Voor betrokkenen was duidelijk dat een verblijf in Westerbork zeer te prefereren was boven een treinreis naar een onbekende en gevaarlijke bestemming.
Twee zaken komen uitgebreid naar voren: hoeveel Joden zijn er vermoord en hoeveel treintransporten zijn daarvoor gebruikt? Mulder komt uit op circa 107.000 gedeporteerde Joden (tussen 106.800 en 107.100), waarvan er 101.596 zijn vermoord en 5.100 hebben overleefd (tussen 5.000 en 5.100). Maakt dat uit? Ja. Historici en niet-historici zoeken vaak naar de werkelijkheid en dan is het belangrijk. En nee, want elke vermoorde Jood is er één en de getallen laten geen mensen zien. Dat blijkt uit het Overzicht Uitgaande Transporten; vier gruwelijke pagina’s met data, vertrekplaatsen en kampnamen. Ook de treinsamenstelling komt duidelijk naar voren en het begrip ‘beestenwagen’ staat dan centraal. Dat waren evenwel goederenwagens en er waren ook veel personenwagens bij, wat het gedwongen transport naar het oosten niet minder erg maakte.
Wat in het oog valt, en natuurlijk ook niet nieuw is, is de absolute efficiency van het geheel, van Duitse kant en van de NS-kant; punctueel en dus (bijna) altijd op tijd. De burgemeester van Beilen protesteert wel als er, zonder hem te vragen, een extra spoorlijntje van het kamp naar het dichtstbijzijnde spoorlijn wordt aangelegd. En er mag van de burgervader daarbij zeker geen natuurschoon worden geschonden.
Dirk Mulder heeft een belangrijk boek geschreven, waarbij soms wel een aantal zaken herhaald wordt; dat Gemmeker een ‘nette’ kampcommandant was en zijn voorganger Dischner een dronkenlap, las ik al een paar keer. De vraag is wat het NIOD nog te bieden heeft met zijn vooronderzoek ‘transporten tijdens de oorlog’ in opdracht van NS? Zeker, Mulder geeft geen aandacht aan ‘politieke gevangenen cq. verzetsmensen, dwangarbeiders, krijgsgevangenen, homoseksuelen en Jehova’s getuigen’, een van de aandachtsgebieden van het NIOD. Ik ben vooral benieuwd naar wat voor nieuws het NIOD over de twee laatste categorieën naar boven haalt.
Titel: ‘Buitengewone transporten. Deportaties van Joden, Roma en Sinti uit Nederland, 1940-1945’
Auteur: Dirk Mulder
Uitgeverij: W Books
ISBN: 9789462584983
Prijs: 29,95 euro
Lees ook:
Diamantgracht – boekrecensie
Amsterdam, Joden en diamant; drie zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden leken, totdat Hitler daar hardhandig een eind aan maakte. Maar is dat ook zo? In ‘Diamantgracht. Het joodse hart van een typisch Amsterdamse industrie’ geeft Daniël M. Metz een overzicht van opkomst en ondergang van een specialistische tak van industrie…
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren