Oekraïne, is er nog een uitweg? – column Hanneke Gelderblom

Sinds het uitbreken van de Oekraïne-oorlog volg ik de ontwikkelingen aldaar dagelijks op de voet. In het verleden was ik namelijk voor de OVSE vele malen waarnemer bij verkiezingen in het land. Ik heb er veel vrienden gemaakt, ook in de Joodse gemeenschap. Met deze mensen leef ik nu intens mee. Hun leed is niet te overzien. Zo ken ik opperrabbijn Alexander Duchovny van Kiev persoonlijk en hij houdt me op de hoogte. Hij zit in de in de kelder van het appartementen gebouw waar hij woont en schuilt daar voor de Russische bommen en spreekt de mensen om zich heen moed in, zoals een rabbijn behoort te doen. Maar de contacten vallen vaak weg, waarschijnlijk omdat de verbindingen nog amper werken.
Maar er is meer aan de hand. In de Russische media is het woord ‘oorlog’ streng verboden. Het broedervolk in de Oekraïne moet met ‘een speciale operatie bevrijd worden van de neonazi’s’. Hoe halen ze het in hun hoofd? Nota bene de Oekraïense president heeft een Joodse achtergrond! De aanslag op de televisietoren van Kiev beschadigde ook het Babi Yar-monument, opgericht ter nagedachtenis van de 33.744 Joden die in 1941 in twee dagen tijd door ‘een nazi-Sondercommando aan de rand van die kloof zijn doodgeschoten. Ironisch om dan te blijven spreken over de noodzaak van ‘denazificatie’ en de daarom noodzakelijke verwijdering van de Joodse president Volodymyr Zelensky.
Behoud van het christendom
Er speelt ok nog een andere niet te onderschatten kwestie. In Kiev ligt in de grotten van de rivier de Dnjepr het nog steeds functionerende Holen klooster, de eeuwenoude basis van de orthodoxe kerk. De schitterende basiliek met de gouden koepels in het centrum van Kiev is het bovengrondse bewijs van die kerkelijke macht. Maar de Russisch orthodoxe patriarch Kiril, een boezemvriend van Poetin, is zijn gezag in Kiev al jaren kwijt. Oekraïne heeft in grote meerderheid ook religieus gekozen voor aansluiting bij de Grieks-orthodoxe stroming. Het gaat vandaag dus niet alleen om het heroveren van grondgebied, maar ook om de zeggenschap over religieuze zaken. Want ook díe moeten terug in Russische handen.
Alle Russische media en burgers die iets anders dan wat Poetin wil proberen te verspreiden, wordt het werken en spreken onmogelijk gemaakt. Meer dan vijfduizend mensen die tegen de oorlog protesteerden zitten al in de cel; hardhandig opgepakt door de politie. De geel en blauwe bloemen bij de Oekraïense ambassade in Moskou werden eveneens onmiddellijk verwijderd. Zelfs twee meisjes van zeven en elf jaar die daar bloemen neerlegden werden opgepakt, en een aantal uren op het politiebureau opgesloten.
Hoe lang nog?
Ook een in Sint-Petersburg algemeen bekende vrouw, die de belegering van de nazi’s op haar stad heeft meegemaakt en dus inmiddels tegen de negentig jaar oud moet zijn, mocht niet op straat blijven zitten met haar twee borden tegen de oorlog. Opvallend was dat de politieagenten hier toch een beetje voorzichtig waren. Zou haar oproep in Rusland inmiddels verspreid en dus bekend zijn? Of behoort ook het feit dat zij met haar oproep tegen de oorlog van de straat moest verdwijnen tot de categorie ongewenste informatie in Poetins rijk? Hoe lang nog?
‘Poetin de lul’, zoals onder zijn foto op mijn wc-rol staat, is een geschenk uit de Oekraïne van acht jaar geleden. Hij zit nu aan een hele lange tafel met zijn commandanten op meters afstand. Zou het alleen angst voor coronabesmetting zijn? Zou het inmiddels misschien ook angst voor een handpistool kunnen zijn? Want een ding is voor mij vrij zeker: Poetin gaat nooit vrijwillig naar het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Lees ook:
Poetins paranoia – column Hanneke Gelderblom
‘Wat bezielt Vladimir Poetin? Het is een vraag die velen bezighoudt en waarop tal van deskundigen een antwoord proberen te geven. Als Eerste Kamerlid en als lid van de Parlementaire assemblee van de Raad van Europa heb ik vijf jaar lang zowel Rusland als Oekraïne meerdere malen bezocht. Na het einde van de Sovjetunie maakte Rusland in 1991 een vorm van ontluikende democratie door. De niet-communisten vormden een kleine meerderheid in hun parlement...’
Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren