Olifant – column Paul Damen

Paul Damen (Foto: J. Blik)

Er stonden vorig weekend meer mensen dan ooit in het Wertheimpark, bij de herdenking van de Sjoa. Dat betekent ‘totale vernietiging (in het Hebreeuws: השואה) . Wat overigens een betere term is dan het vaak gebruikte ‘Holocaust’, dat letterlijk ‘brandoffer’ betekent en een zeker ritueel offer suggereert, terwijl die nazi’s echt niet aan massamoord deden om hun Gott ten dienste te zijn.

Maar goed, de Sjoa dus, en dat er in Amsterdam zoveel mensen stonden, kwam volgens de meeste commentaren omdat ‘voor de eerste keer sinds de corona-uitbraak grote groepen weer waren toegestaan’. Maar vrijwel zeker was de massale opkomst een reactie op het enkele dagen daarvoor gepubliceerde Amerikaanse onderzoek, waaruit bleek dat een kwart van de Nederlandse ‘jongeren’, geboren na 1980, meende dat de Sjoa een ‘mythe’ was of minstens ‘zwaar overdreven’.

Als ergens het woord ‘jongeren’ in negatieve zin opduikt, gaan bij mij alle alarmbellen af, zeker nu dat onderzoek onmiddellijk werd gebagatelliseerd. Het zou niet representatief zijn, een paar duizend ondervraagden was te weinig en die verontwaardigde reacties van politici waren onterecht. Volkskrant-columnist Bert Wagendorp bestempelde die politieke reacties zelfs als ‘paniekzaaierij en heet-van-de-naaldreacties waarover slecht was nagedacht’.

Nou, als Bert dat te berde brengt, dan is er wat te verbergen. En inderdaad, de kernvraag, nu ter plekke onder het tapijt geschoven, luidt: bestáát die massale ontkenning van de Sjoa onder jongeren? En zo ja, wat zijn dat voor ‘jongeren’?

Door schade en schande wijs geworden weten wij dat, als de pers predikt over zich misdragende of  misdadige ‘jongeren’, daarmee ‘jeugdige jongens van allochtone afkomst’ wordt bedoeld. Helaas was in dit onderzoek de ondervraagde groep niet uitgesplitst naar culturele achtergrond, want je zal eens moeten toegeven wie die ‘jongeren’ werkelijk zijn. Nu werd er opgelucht adem gehaald. Dat zal een kwart van die ‘jongeren’, zo gok ik, ook wel gedacht hebben over de gaskamers.

Terwijl al decennia lang uit alle onderzoeken blijkt dat die ‘jongeren’ op school niets horen over de Holocaust, uit vrees voor de reactie ‘die Joden doen nu hetzelfde in Israël’. En dus wordt les over die georganiseerde massamoord op school gemeden. (Werdmölder, 2003, van Wonderen, Verwey-Jonker Instituut, 2006, Wolf e.a., Anne Frank Stichting: ‘Antisemitisme in het Voortgezet Onderwijs’ 2013, Berger: ‘Meten met twee maten’, 2015). En dus kunnen over de Sjoa al jarenlang onzin- en complotverhalen welig tieren op het internet.

Ik las ook dat, tot mijn stomme verbazing, de rekenmachines in het onderwijs inmiddels standaard zijn. Dat krijg je als je nooit hebt leren hoofdrekenen. Net zoals je bij gebrek aan Sjoa-educatie wel moet uitwijken naar het internet, waar vooral die ‘jongeren’, daar zijn ze weer, elkaar nablaten dat er nooit een Sjoa was en dat de Joden, die toch alles beheersen, niet zo moeten zeuren. En dat er hier miljoenen Joden woonden, die helemaal niet zijn vermoord. Waar zijn die dan gebleven, zo vraag je je dan af. Allemaal naar Israël, uiteraard.

En zo is de cirkel rond. En zo las je op Facebook ene Khalid El Bouayadi poneren dat ‘Israëliërs zowat allemaal Europese zionisten en kolonisten zijn die nota bene door hetzelfde Europa zijn vervolgd en verbannen’. Valt nog mee dat hij die vervolging erkent. En zie je op kwestieuze websites als Marokko.nl ene ‘Alhoceimaarif ‘ glashard beweren dat Europese kritiek op de Israëlische Palestijnen-politiek taboe is, want ‘isreal chanteert hun met de holocaust kaart….’ Spél de naam van dat land dan tenminste goed.

Dát is de onbenoemde achtergrond van die ‘jongeren’. Dus kom niet aan met verbazing als blijkt dat die geen benul hebben van de Sjoa. Of zoals de overigens Joodse dichter Leo Vroman schreef ‘Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen, en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen’. Er staat immers al decennia lang een levensgrote olifant in onze huiskamers, maar wij gaan gewoon door met theedrinken. Zelfs nu een hele stampede dwars door ons dressoir dendert, merkt niemand het getetter op.

Nee, wij zetten liever bataljons goedpratende welzijnszeikerds in, die alle aandacht verleggen naar de sneue allochtone achterstand (uiteraard, volgens hun leerlingen, een bewuste opzet van ‘de Joden’.) ‘Jongerenwerkers’ die zelf nieuwe mythes meebrengen over die dappere ‘Marokkaanse piloten’ die ons land mede bevrijd zouden hebben. En dan met die ‘jongeren’ in Zeeland een krans gaan leggen op de graven van nimmer meevechtende, maar wél jammerlijk elders verdronken moslim-koks en hofmeesters in Franse dienst.

Wat een ellende. Wat een gebrek aan kennis. Wat een doorlopende bron van Jodenhaat. Het enige dat er nog op zit, is dat elke middelbare scholier een keer verplicht naar het Anne Frankhuis gaat. Of vervoerd naar Westerbork. Liefst in een tochtige wagon – zonder wifi.

Lees ook:
Een koosjere Kerst – column Paul Damen

‘Sommige Joden zitten elk jaar eind december te dubben over ‘wel of geen kerstboom’, want Joden en Kerst, maar ja, de kinderen enzovoorts. Luid leed. Of zoals Ischa Meijer z’l al riep wanneer op de krap dertig meter van het Koffiehuis naar zijn voordeur hem een lichte motregen overviel: “Ons Joden Blijft Ook Werkelijk Niets Bespaard!” Terwijl Kerstmis een door-en-door Joods feest is…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Olifant – column Paul Damen