Politie komt met ‘spoorboekje’ voor dienders om antisemitisme beter aan te pakken

foto: K. Rijken

Het Landelijk Joods Politienetwerk heeft een boekje uitgegeven waarin dienders en andere medewerkers van de politie wegwijs wordt gemaakt in het Jodendom in Nederland. Ook wordt uitgebreid stilgestaan bij antisemitisme: hoe kun je het herkennen en begrijpen? En hoe kun je er goed op anticiperen. Het boekje ‘Jodendom en antisemitisme in Nederland’ is uitgegeven om de kennis en kunde van politiemensen bij te spijkeren, maar ook voor medewerkers van justitie. Binnen de politie wordt sinds kort op brede schaal meer voorlichting gegeven over deze thema’s.

Geen handelskader
‘Deze publicatie geeft richting aan de aanpak van antisemitisme, maar is geen officieel handelingskader’, schrijven voorzitters Marcel de Weerd en Michel Theeboom van het Landelijk Joods Politienetwerk in hun voorwoord. Ze spreken van ‘een blauwdruk voor anderen’ en ze hopen dat de collega’s in de praktijk veel aan het boekje zullen hebben. Ook Martin Sitalsing, politiechef Midden-Nederland en portefeuillehouder van diversiteitsafdeling ‘Politie voor iedereen’, is blij met het boekje. ‘Ik weet zeker dat deze bijdrage weer een boost geeft aan de kennis en kunde van onze politiemensen op het terrein van antisemitisme’.

Dieper graven
Het boekwerk is opgedeeld in drie delen. Het eerste gaat over de geschiedenis van en met feiten en cijfers over Joden in Nederland. Dit is geschreven door historicus Bart Wallet. Hij behandelt cruciale informatie over het verleden en graaft dieper dan de Sjoa alleen. Zo gaat Wallet in op de komst van de Joden in Nederland en het manifesteren van het Jodendom vanaf de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Belangrijke feiten, zoals het gegeven dat er ongeveer 52.000 Nederlandse met een Joodse achtergrond zijn en dat de meesten in Amsterdam en omgeving woonachtig zijn, worden meegenomen. Verder wordt ingegaan op het Joodse geloof, maar ook op de Joodse cultuur.

Vermenging
Niet alleen staat Wallet stil bij de geschiedenis en het Joodse leven anno 2022, maar ook bij de vele vormen van Jodenhaat die er zijn. Op die manier kunnen dienders en mensen van justitie een beter beeld krijgen van de problematiek. Wat is antisemitisme? Onder andere de internationale antisemitisme-definitie (IHRH) wordt hier aangehaald. Maar ook: welke anti-Joodse stereotypen zijn er? De auteur gaat onder meer in op stereotypen over het ‘Joodse lichaam’, ‘Joods bloed’, ‘Joden en geld’ en ‘het Joodse complot’. Ook staat hij stil bij voetbalantisemitisme en andere terugkerende verschijnselen, zoals de vermenging van antisemitisme met kritiek op de staat Israël.

Indirecte discriminatie
Het tweede deel van het boekje gaat over het strafrechtelijk bestrijden van Jodenhaat. Het is geschreven door Peter Rodrigues, hoogleraar immigratierecht in Leiden. Hij legt uit over het anti-discriminatiebeginsel van de Nederlandse grondwet (artikel 1) en over strafrechtelijke discriminatieverboden. Tevens laat hij zien hoe antisemitisme zich direct en indirect uit. Vooral het laatste is vaak een schermergebied, omdat niet iedereen de voelsprieten heeft om indirecte Jodenhaat te herkennen. Rodrigues noemt het voorbeeld van de autoverhuurder die geen auto’s meer wil verhuren aan Israëli’s, wat neerkomt op indirecte discriminatie van Joden. Of neem het vraagstuk van het tonen van het hakenkruis tijdens een demonstratie.

Vijf geboden
Rodrigues gaat in op de ‘aanwijzing discriminatie’, een instructie voor dienders over hoe te handelen als er sprake is van discriminatie en dus ook antisemitisme. Ook de rol van het Openbaar Ministerie (OM) komt hier in terug. Verder benadrukt de hoogleraar dat er voor politiemensen ‘vijf geboden’ zijn: neem de burger altijd serieus, neem een aangifte altijd op, stuur een aangifte altijd door naar het OM, registreer discriminatie en dus ook antisemitisme altijd, en koppel altijd terug naar de burger. En het uitgangspunt moet altijd zijn: de beleving van het slachtoffer.

Een goede keten
Tot slot schrijft de nationale antisemitisme-coördinator Eddo Verdoner over ‘het belang van een goede keten’. Hij benoemt de problemen van alledag. Het is voor dienders soms lastig inschatten of er sprake is van antisemitisme en om ‘het juiste kader toe te passen’. Vragen die agenten zich vaak stellen zijn: Is deze uitspraak over de rand? Is het in de publieke ruimte? Hoe registreer ik dit in het aangiftesysteem? En wat als het aan een ander delict vastzit? Verdoner: ‘In de dagelijkse praktijk verhinderen deze overwegingen vaak dat er snel of adequaat wordt ingegrepen, wanneer antisemitisme de kop opsteekt. En daar waar wel goed geconstateerd en gehandeld wordt, laat de registratie soms te wensen over’.

Blijven leren
Volgens Verdoner is het aangiftesysteem ‘niet goed genoeg ingericht om makkelijker en op een uniforme manier aan te geven dat er sprake is van antisemitisme’. Maar door te leren over Jodenhaat wordt het eenvoudiger om overtredingen te herkennen, stelt de antisemitisme-coördinator. ‘Door te zien hoe de Joodse gemeenschap is opgebouwd en welke gebruiken er zijn, worden gevoeligheden zichtbaar’. Alleen door te blijven leren draagt iedereen bij aan het herkennen van oude en nieuwe vormen van antisemitisme, aldus Verdoner, die benadrukt dat politiemensen het verschil maken.

Lees ook:
CJO na zaak Hippolytushoef: ‘Antisemitisme moet extra optie op aangifteformulier worden’

Het Centraal Joods Overleg (CJO), de parapluorganisatie van Joods Nederland, benadrukt dat het gemakkelijker moet worden om een patroon van antisemitisme te herkennen. Dit vanwege de zaak van de getreiterde Joodse familie Schmidt in Hippolytushoef. In het Noord-Hollandse dorp wordt dit gezin al twintig jaar geconfronteerd met antisemitisme. De zaak laat zien dat ‘antisemitisme’ een apart vakje moet worden op het standaard aangifteformulier van de politie, betoogt het CJO.

Categorie:

Home » Nieuws » Politie komt met ‘spoorboekje’ voor dienders om antisemitisme beter aan te pakken