Referendum over de Namenwand? – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

Terwijl ik deze column schrijf is in de Eerste Kamer de hele dag gedebatteerd over de afschaffing van het nog niet zolang geleden ingevoerde raadgevend referendum. Dit nadat de Tweede Kamer met een minieme meerderheid vóór afschaffing had gestemd. Verwachting is dat ook de Eerste Kamer volgende week in meerderheid vóór stemt.
Om toch nog een referendum te kunnen houden over afschaffen is dit door de actiegroep Meer Democratie aan de rechter voorgelegd. Maar vandaag stelde de rechtbank dat dit buiten hun taak en bevoegdheid valt. Hoewel het eigenlijk om het tussenvonnis zou gaan, is dit volgens de rechtbank ook meteen het eindvonnis. Terecht: goedkeuren of afschaffen van een wet is een zaak van de politiek en niet van rechters. Dat heet de trias politica. Het scheiden der machten.

De vraag of een referendum een goed middel is om tussen de verkiezingen de mening van de burger te vragen levert in ons politieke landschap veel verschillende antwoorden op. Referenda tasten het gezag van de gekozen vertegenwoordigers aan, zo zeggen tegenstanders. Het geeft alleen maar kansen aan boze burgers om ‘lekker puh’ oftewel ‘nee’ te zeggen, is een veel gehoord ander argument. Wie de burger inderdaad veel invloed wil geven, zou moeten instemmen met een correctief referendum. Dat geeft de regering een bindende opdracht. Maar hiervoor is in Nederland tot nu toe geen politieke meerderheid te vinden. Dus is het raadgevend referendum als tussenoplossing bedacht.

De term ‘raadgevend’ levert echter veel onduidelijkheid op. Dat is wel gebleken tijdens het Oekraïne-referendum en het Sleepwet-referendum (over de nieuwe Wet op de Inlichtingendiensten). Beide wetten kregen bij de opkomst net iets meer dan de vereiste 32 procent, een krappe nee-stem dus. Wat doe je dan als regering? Is dit de mening van Nederland?.
Omdat een raadgevende volksraadpleging door allerlei burgers, maar ook door journalisten en politici, wordt gezien als bindend, leidde deze vorm tot nog meer ongenoegen. Wanneer de regering de aangenomen wet na zo’n referendum slechts een stukje bijstelt, roept men allen: “Zie je wel er wordt weer niet naar ons geluisterd!”

Referendum over JCC
Voordat dit raadgevend referendum door de regering in Den Haag, waar mijn eigen partij D66 deel van uitmaakt, definitief de nek wordt omgedraaid, wil ik nog even een lans breken voor een ander soort referendum. Wie in Joods Nederland kijkt, ziet momenteel twee dossiers die ‘referendabel’ zijn.
Het eerste is de bouw van een nieuw Joods Cultureel Centrum (JCC) in de Amsterdamse wijk Buitenveldert. Je zou kunnen zeggen dat ook de omwonenden erover moeten stemmen, want zij krijgen te maken met het nieuwe Centrum en mogelijk ook met parkeeroverlast. Dit zou op zich een referendum waard zijn. Anderzijds zou je kunnen kijken naar heel Joods Nederland. Immers, veel Joden van buiten Amsterdam-Zuid en Amstelveen maken gebruik van het JCC. Een referendum onder alle Joden in heel Nederland misschien?

Referendum over Namenwand
Het tweede dossier dat zich leent voor een volksraadpleging is het Holocaust Namenmonument Nederland, ook wel ‘de Namenwand’ genaamd, in het centrum van Amsterdam. Waarom in die stad, waarom zo kolossaal? Er zijn al zoveel monumenten in Nederland en alle namen van vermoorde Joden zijn digitaal te vinden. Besteedt dat geld aan goed onderwijs over de Tweede Wereldoorlog en aan de bestrijding van vooroordelen zijn een aantal veel gehoorde meningen.
Daarnaast heb ik uit anonieme bron begrepen dat het Namenmonument niet voldoet aan de eisen die de gemeente Amsterdam had gesteld. Zo zouden de bomen op het plantsoen moeten sneuvelen voor het ontwerp van architect Daniel Libeskind en zou ook het achterliggende plantsoen niet meer te zien zijn, terwijl de gemeente wel degelijk had geëist dat dit te zien zou blijven. Leg dat maar eens uit. Misschien is een lokaal referendum over dit project onder de bewoners van Amsterdam wel op zijn plaats.

Andere landen
En wat te zeggen van een referendum in Israël over verplichte dienstplicht voor alle Israëli’s ook jeshive-studenten. Is de chantage van de ultra-orthodoxe partij die tegen is en met een kabinetscrisis dreigt soms een goede democratische oplossing? Israël is een land dat het referendum niet kent, maar wie weet is het ook daar de moeite van het proberen waard.

Een referendum kan best goed werken mits voorzien van een duidelijke vraagstelling en niet alleen de mogelijkheid van ja of nee ‘want ik ben lekker tegen’. Het zou tegelijkertijd gehouden kunnen worden met een toch al geplande verkiezing van de gemeenteraad, het Europarlement of de Tweede Kamer. Ik ken landen waar dat wel kan, zoals Zwitserland en de Verenigde Staten. Daarnaast moet bekeken worden of er behalve ‘ja of nee’ de mogelijkheid van andere keuzes gemaakt kan worden, en of de burger het recht op alternatieve voorstellen op het beleid kan krijgen.

Mede om dit alles ben ik gesteld op politici die continu kritisch naar zichzelf en de gekozen middelen kijken. Het raadgevend referendum blijkt een ondeugdelijk instrument te zijn. Dat erkennen, blijven zoeken en oplossingen aandragen voor betere middelen om de democratie te bestendigen en te verbeteren, is geen draaien maar een teken van sterkte.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Referendum over de Namenwand? – column Hanneke Gelderblom