Terug van weggeweest – column David Serphos

C. Kamerodski

Na drie jaar ben ik weer terug op Curaçao. Ik mag de komende maanden werken aan wat in vakjargon een ‘veranderopdracht’ heet, voor een goede doelen stichting op het gebied van armoedebestrijding, jeugd- en ouderenwerk. Het voelt goed mijn kennis en ervaring in te kunnen zetten voor een organisatie die zich met dergelijk werk bezig houdt. Ik mocht het eerder in mijn carrière al ervaren als directeur van de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) en de Collectieve Israël Actie (CIA). Ik ben nu drie dagen hier en een aantal dingen valt op.

Joodse Covid-tsaar
Covid-19 lijkt op Curaçao na een eerdere gedeeltelijke lockdown goed onder controle. Er zijn op dit moment 104 bevestigde Corona-patiënten. Er liggen zeven besmette personen in het ziekenhuis. Gisteren waren er van de tweehonderd geteste personen met symptomen nul positief getest. De dagen daarvoor was dat aantal ook steeds ruim onder de tien. Voor het succesvolle coronabeleid is maar één persoon verantwoordelijk: Dr. Izzy Gerstenbluth. Deze lokale Joodse arts-epidemioloog heeft zich onderscheiden door zijn vrijwel dagelijkse updates in het Nederlands en Papiamento, waarbij hij in Jip en Janneke-taal de bevolking op de hoogte houdt.

Stil
Het aantal toeristen op het eiland is minimaal. De hotelbezetting is naar schatting zo’n twintig procent. Het zijn voornamelijk Nederlanders. Het toeristenbureau heeft in de voorbereiding naar de heropening van het eiland per 1 januari onvoldoende ingezet op de Amerikaanse markt. Veel Amerikanen – daaronder altijd relatief veel Joodse reizigers – kiezen daarom voor het naastgelegen Aruba. Dat is een gemiste kans. Maar als er één ding is waar mijn geliefde Curaçao goed in is, dan is het kansen aan zich voorbij laten gaan. Er heerst te veel middelmatigheid.

Niet alleen in de politiek, ook op cruciale ambtelijke posities en in de semi-overheid. Het gemankeerde toerismebeleid is er een voorbeeld van, maar ook de directies van de nutsbedrijven zijn helaas van onvoldoende professioneel niveau. Ik vind het jammer dat ik dat moet zeggen, maar ook dat is op Curaçao een probleem: te veel intelligente mensen uit onder meer het bedrijfsleven houden hun mond en laten deze middelmatigheid voortduren. Door een braindrain naar de VS en Nederland blijft veel kennis van daar opgeleide Curaçaoenaars buiten de deur.

Schone lucht
Door Covid-19 zit het toerisme in het slop. Dat is een ramp voor de economie. Maar ook de grote olieraffinaderij staat al lange tijd stil. De raffinaderij droeg enkele jaren geleden nog zo’n zes procent bij aan het bruto nationaal product. Dat de installatie nu niet draait, is dan ook een ernstig probleem voor de economie. Het heeft geleid tot de werkloosheid van honderden arbeiders en er worden bovendien de nodige deviezen misgelopen. Maar er is een klein (al is het tijdelijk) positief gevolg. De vieze rookpluimen die gedurende honderd jaar de westelijke kant van Willemstad – inclusief de oude Portugees-Joodse begraafplaats Beth Haim – vervuilden met zwaveloxide en fijnstof, zijn compleet verdwenen. Wat dat betreft is er eventjes geen vuiltje aan de lucht.

De olieraffinaderij (foto: D. Serphos)

Sjabbat
Vrijdagavond at ik de traditionele Sjabbatmaaltijd bij het gezin van de Chabbad-rabbijn op het eiland. Daar was ook een Joods echtpaar uit New York aanwezig. Zij hadden net als bijna iedereen in hun omgeving het Coronavirus opgelopen. Gelukkig zonder ernstige bijwerkingen. Net als de meeste Amerikaanse Joodse toeristen reisden ze elk met drie koffers. Want als je kosjer wilt eten in je hotel, dan neem je je eigen potten en pannen mee, en voldoende kosjer eten voor de hele vakantie. Voor de rabbijn hadden ze gefilte fisj meegenomen. Als Sefardische Jood maakt deze karperdelicatesse geen deel uit van mijn dieet. Maar ik heb uiteraard wel uit beleefdheid een balletje meegepikt.

Het was goed om op mijn geliefde eiland de Sjabbatsfeer weer te proeven; in een Asjkenazische, omgeving weliswaar. Voor m’n eigen – Portugese – sfeer zal ik me binnenkort weer melden bij de Snoa, het monumentale synagogegebouw waar ik de afgelopen 55 jaar veel voetstappen heb gezet. Ik moet nog wel kennismaken met de nieuwe rabbijn. Ik sprak haar wel al meermalen en ben benieuwd hoe het haar hier vergaat.

Sweetiez
Volgende week nemen mijn elfarige nichtje Jasmin en ik onze eerste Zoom-uitzending op voor ons snoeptest-vlog Sweetiez. De techniek staat voor niets. Zo genoot ik vandaag, zittend aan het strand van Janthielbaai (foto), van de Joodse podcast Zoomzitz, van mijn vrienden Ronnie Eisenmann en Ruben Vis, die vanaf nu ook iedere week op Jonet.nl te beluisteren valt. De makers hebben sinds kort dus een vaste luisteraar in De West. En ik heb wekelijks een stukje Joods Amsterdam binnen handbereik tijdens mijn verblijf op paradijselijk Curaçao.

Curaçaos dagboek
De komende maanden zal ik u – net als drie jaar geleden – op de hoogte houden van mijn belevenissen hier. Op Joods gebied, maar ook op andere fronten. Een soort maandelijks dagboek. Misschien iets over mijn werk, maar zeker ook over mijn persoonlijke ontmoetingen. Als u dat leuk vindt tenminste. Laat het mij weten via: davidserphos@gmail.com.


Janthielbaai – Foto: D. Serphos

Lees ook:
Een concert van hoop – column David Serphos

Het afgelopen jaar was er een vol tegenslagen en minstens zoveel tegenstellingen. Wie dat anders heeft ervaren is een uitzondering. De Covid-19-pandemie heeft ons met onze neus op de feiten gedrukt. Alles waar je aan gewend bent kan veranderen. En snel. Ik heb van redelijk dichtbij meegemaakt waar contact met het coronavirus toe kan leiden: eenzaamheid en verwijdering, bijna-dood, de dood.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Terug van weggeweest – column David Serphos