Ze moeten het geweten hebben – boekrecensie ‘I’m not a victim’

Eddy Boas Publishing

Het Engelstalige boek ‘I’m not a victim. I am a survivor’ beschrijft de lotgevallen van de familie Boas en Schoonhoed, opgetekend door Eddy Boas, één van de jongste overlevenden van de Sjoa. Drie maanden oud was hij toen de Duitsers Nederland binnenvielen. Zijn vader diende in het leger en vocht bij de Grebbeberg en zijn familie woonde in Den Haag. Het gezin, naast hoofdpersoon Eddy bestaande uit vader Philip, moeder Sara en broer Samuel, is één van de weinige gezinnen die na de oorlog in zijn geheel is teruggekeerd.

In het boek beschrijft Eddy het verblijf in Westerbork, de ellende tijdens de internering in het concentratiekamp Bergen-Belsen, een treinreis van veertien dagen zonder eten en drinken naar Theresienstadt en een zwerftocht van 52 dagen door het oosten van Duitsland. De thuiskomst was een desillusie. Vader overleed in 1948 en Eddy emigreerde in 1954 met zijn moeder, broer en jongste zusje naar Australië. Jaren later, in augustus 2002, ondergaat de auteur een hartoperatie, waarna zijn vrouw hem aanraadt om zijn levensverhaal op te schrijven. Vijftien jaar lang heeft hij daar over gedaan. Ook is hij vaak in Nederland geweest om onder andere de lacunes in zijn geheugen te vermengen met feitelijkheden die hij later heeft ontdekt.

Boy
Het relaas in ‘I’m not a victim. I am a survivor’ omvat vele lagen: een persoonlijk verhaal, een feitelijk in de tijd geordende geschiedenis, een familiekroniek en een aanklacht tegen de bureaucratie. Veel van zijn generatiegenoten zullen het herkennen: vriendjes en vriendinnetjes op school hebben opa’s en oma’s, tantes en ooms, neefjes en nichtjes, waar ze kerst, verjaardagen en andere feesten mee vieren. Eddy heeft dat niet. Eddy viert na de bevrijding zijn verjaardag voor het eerst als hij zes jaar wordt. Tot die tijd heeft hij nooit zijn tanden gepoetst, is nooit naar kleuterschool geweest, heeft nog nooit een poes gezien en heeft geen idee wat lezen en schrijven is.

Hartverscheurend is het beeld dat van zijn broer Samuel, door iedereen Boy genoemd, naar voren komt. Een paar jaar ouder dan hij regelde hij als jongen het eten voor zijn moeder en broertje in Bergen-Belsen. Zijn vader moest met paard en wagen de lijken ophalen in het kamp. Als een aantal mensen zich dan om de wagen verdrong om te zien wie er op de kar lagen, liet zijn vader een wortel of ander voer voor het paard op de grond vallen en kroop Boy er mee weg.

Eddy Boas Publishing

Stelen uit lijfsbehoud en als overlevingsstrategie zat er zo bij de jongen in, dat hij het na de oorlog moeilijk achter zich kon laten. Zo kwam hij in aanraking met de Australische politie en later terug in Nederland ook met de Nederlandse justitie. Zo kwam hij zelfs in de strafgevangenis in Breda terecht, nota bene in het zelfde celblok als waar de ‘vier van Breda’ waren opgesloten, verantwoordelijk voor de moord op duizenden Joden in Nederland. Een wrede speling van het noodlot of een voorbeeld van totale non-consideratie van het Nederlandse systeem?

Boodschap
Belangrijkste stellingname van de auteur is dat de oorlog geen religieuze oorlog was, zoals die in Afrika of in het Midden-Oosten voorkomen, maar een geplande massamoord op mannen, vrouwen en kinderen van Joodse afkomst, op Sinti en Roma, op homoseksuelen en op gehandicapten, resulterend in een oorlog tussen nazi-Duitsland en de rest van de wereld. En dat maar heel weinig Duitsers ter verantwoording zijn geroepen voor die moorden.

Ten tweede wil Boas tegenwicht bieden aan het, met behulp van een Amerikaans PR-bureau in zijn ogen bewust gemanipuleerde en door de populariteit van Anne Frank’s dagboek ontstane beeld, dat de Nederlandse bevolking zijn uiterste best deed om de Joden te helpen en te laten onderduiken.  Voorts hekelt hij uitvoerig en gedetailleerd de houding van de Nederlandse overheid tegenover de teruggekeerde slachtoffers. Met name de houding van de politie en gemeente Den Haag, en hoe de Haagse bureaucratie de handen schoon waste na de oorlog, wordt minutieus in beeld gebracht.

Herhalingen
‘Waarom? Hoe kan dit toch allemaal zijn gebeurd? Ze moeten het toch geweten hebben’, is het thema waar Eddy Boas steeds op terug komt. Het is een fascinerend gedetailleerd verhaal, met erg veel (familie-)foto’s, maar ook met veel herhalingen in de tekst. Eerst erger je je er aan, vooral in het hoofdstuk over Westerbork worden zinnen een paar bladzijden later vrijwel letterlijk herhaald (bijvoorbeeld op p. 40: The first train loaded with Jews destined for Auschwitz left Westerbork on July 1942 en op p. 43: The first train loaded with Jews left on 15 July 1942, destination: Auschwitz.). Later in het boek is het minder gortig en kun je het billijken, want het wordt duidelijk dat de auteur feitelijke kennis en zijn mening over misstanden wil overbrengen.

Met name in Den Haag zou iedereen dit boek gelezen moeten hebben.

Titel: ‘I’m not a victim, I am a survivor’
Auteur: Eddy Boas
Uitgeverij: Eddy Boas Publishing, Australia
ISBN: 978 -0-9876137-1-4 (EU edition)
Prijs: 9 euro via Amazon.com, 45 Australische dollar via de site van Eddy Boas Publishing

Lees ook:
‘De Hillel Codex, bijna een soort Joodse Da Vinci Code – boekrecensie

Het nieuwste boek van auteur Emile Schrijver – tevens directeur van het Joods Cultureel Kwartier – is een spannend boek dat leest als een soort Joodse Da Vinci Code, schrijft recensent Dick Hage. Autobiografisch is het waarschijnlijk ook wel: ‘Wat je je ook afvraagt bij het lezen van dit boek is in hoeverre het autobiografisch is. Max’ zijn minutieus beschreven kleding, zijn liefde voor jazzmuziek en de dure racefietsen.’

Categorie: |

Home » Cultuur » Ze moeten het geweten hebben – boekrecensie ‘I’m not a victim’